Actievoeren is een recht, we laten het ons niet afnemen! 

Ex-minister van Justitie Van Quickenborne haalt uit naar wie het opneemt voor het recht op collectieve actie: “U staat aan de kant van criminele relschoppers”

Op 5 oktober protesteerden we met meer dan 10.000 in Brussel tegen het wetsvoorstel van ondertussen ex-minister van Justitie Van Quickenborne om een gerechtelijk demonstratieverbod in te voeren voor feiten gepleegd tijdens protestacties. Naast de drie vakbonden kwamen ook verenigingen zoals Greenpeace, Liga van de Mensenrechten, Solidaris, CEPAG, PAC, MOC, FOS, Progress lawyers Network en Ciré op straat. 

door Arno (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

Later die dag verdedigde Van Quickenborne zijn wetsvoorstel in het parlement. Hij deed dit zoals hij luchtgitaar speelt: niet erg subtiel. “U staat aan de kant van die criminele relschoppers. Hoe durft u ze te verdedigen?” haalde hij uit naar PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw. “Het gaat altijd over dezelfde groep criminele relschoppers, met de bivakmuts op het hoofd en de hamer in de zak. (… ) Het gaat over mensen die voertuigen in brand steken. Het gaat om mensen die winkels kapotslaan. Het gaat om die relschoppers.” De strategie is bekend: maak een karikatuur van het standpunt van tegenstanders en bestrijd vervolgens die karikatuur. Raoul Hedebouw reageerde terecht: “Wie wordt er voor de rechter gedaagd? Greenpeace-activisten, Delhaize-arbeiders die tegenover deurwaarders staan, dat is de waarheid!” 

Toenemende repressie

Het valt moeilijk te ontkennen dat de politieke en gerechtelijke autoriteiten vandaag kiezen voor een toename van een repressieve aanpak van sociale bewegingen. Tijdens het collectief conflict bij Delhaize kon de directie steeds weer rekenen op de autoriteiten om deurwaarders en robocops naar de piketten te sturen om het verzet van de vakbonden te breken. Op 15 november doet de rechtbank van Brugge uitspraak in het proces tegen 14 Greenpeace-activisten voor een actie aan de gasterminal van Fluxys in Zeebrugge. 

Een ander voorbeeld. Afgelopen juni gingen duizend mensen in Gent de straat op om te protesteren tegen het arrest in het proces tegen de elitaire studentengroep Reuzegom naar aanleiding van de dood van de jonge Sanda Dia. Alles verliep vreedzaam, maar een van de organisatoren kreeg nadien bezoek van een deurwaarder en kreeg een GAS-boete van 500 euro. Dat is schandalig! De organisator van dit protest kreeg een hogere boete dan de Reuzegommers wegens hun betrokkenheid bij de dood van Sanda Dia.

Tegen de achtergrond van een beleid dat tekorten op alle vlakken organiseert, is het geen toeval dat het recht op protest aan banden wordt gelegd. Van de zorg over het onderwijs en het openbaar vervoer: op alle vlakken rammelt het. Protest is meer dan nodig. Dat lijken de traditionele politici ook te vrezen, vandaar het versterken van het repressieve arsenaal.

De vraag is eenvoudig: zal de wet Van Quickenborne de al bestaande trend naar meer repressie ondersteunen en verdiepen, ja of nee? Dat is duidelijk de bedoeling. De basis is een demonstratieverbod voor iedereen die is veroordeeld voor bedreiging met aanvallen op mensen of eigendommen, moord, opzettelijk letsel, vandalisme, beschadiging van eigendommen of goederen, etc. Maar wat betekent beschadiging van eigendommen? Wat is schade aan goederen en eigendommen? Een pallet verbranden op de openbare weg aan een stakingspiket? Tegen een combi plassen? Een slogan op een muur schrijven? Een spandoek op een steiger hangen tijdens een betoging, zoals bij de betoging ter ondersteuning van het personeel van Delhaize op 22 mei? 

Hoe zou het verbod gehandhaafd worden? Moeten er vóór betogingen identiteitscontroles worden uitgevoerd? En hoe wordt de privacy gerespecteerd? Gebruik van gezichtsherkenningscamera’s? Dagvaardingen naar het politiebureau voor elke betoging? De hele zaak stinkt naar willekeur. 

De beste manier om een recht te verdedigen, is het te gebruiken

Het wetsvoorstel is goedgekeurd in de commissie, maar is nog niet behandeld in de plenaire vergadering van de Kamer. De ‘linkse’ Vivaldi-partijen dienden amendementen in om “het recht op protest te beschermen,” of toch minstens de illusie daarvan te wekken. De Raad van State verklaarde dat deze amendementen te licht wegen. De vakbonden en verenigingen vragen aan de verkozenen om de tekst niet goed te keuren. Raoul Hedebouw ondersteunde die vraag in het parlement: “Waarom volgen jullie rechts? Nu moet u reageren!” 

We moeten verder voortbouwen op het brede verzet tegen dit wetsvoorstel en voor het recht op protest. De betoging van 5 oktober was groter dan vooraf verwacht werd en toont de mogelijkheden om de strijd verder op te bouwen. Sommige vakbondsleiders zijn daar bang voor omdat ze vrezen dat het de ‘linkerzijde’ binnen Vivaldi zou verzwakken. Dat is een ernstige misrekening. We kunnen enkel op onze eigen krachten rekenen om onze rechten af te dwingen en te behouden. 

De sociale strijd verder opbouwen, is het beste antwoord op dit wetsvoorstel. De strijd kan verbreed worden met een kritiek op de klassenjustitie. We mogen ons niet laten vangen door de visie van de heersende klasse op geweld, volgens welke geweld alleen bestaat bij gebrek aan voldoende brute repressie. 

De Braziliaanse bisschop en bevrijdingstheoloog Dom Hélder Câmara legde het als volgt uit: “Er zijn drie soorten geweld. De eerste soort, en de moeder van alle andere, is het institutioneel geweld dat uitbuiting, dominantie en onderdrukking legaliseert en bestendigt. Het geweld dat miljoenen mensen verplettert onder haar stille en goed geoliede wielen. De tweede soort is het revolutionaire geweld, geboren uit de wil om de eerste soort af te schaffen. De derde soort is het repressieve geweld dat als doel heeft het tweede te verstikken als verlengstuk en handlanger van de eerste soort waaruit alle geweld voortkomt. Er bestaat geen grotere hypocrisie dan alleen maar de tweede soort geweld te benoemen en te doen alsof men de eerste soort waaruit ze voortkomt en de derde die doodt, is vergeten.”

“Elke eis om rechten werd eerst weggezet als relschopperij”

Columnist Raf Njotea schreef in De Standaard (5 oktober) naar aanleiding van de succesvolle scenaristenstaking in de VS: “Laten we niet vergeten dat het dankzij stakingen is dat we stemrecht, betaald verlof en weekends hebben. Als het van de mensen met de macht afhing, waren die zaken er nooit gekomen. Elke eis om rechten werd eerst weggezet als relschopperij.” De allereerste georganiseerde staking in de geïndustrialiseerde periode waarnaar Njotea verwijst – de algemene staking van 1842 die begon in de mijnen van Staffordshire in het Verenigd Koninkrijk – werd ook beschreven als een rel. De regering en de werkgevers noemden het de “Plug Riots”, omdat de stakers de stoppen uit de machines haalden.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist