Het gerucht gaat dat ‘The Old Oak’ de laatste film van Ken Loach is. Tijdens de première op het filmfestival van Cannes eerder dit jaar zei hij: “Ik ben 87. Mijn kortetermijngeheugen vervaagt en mijn gezichtsvermogen is niet meer wat het geweest is.” Toch straalt de regisseur in deze film zijn karakteristieke genialiteit en inlevingsvermogen voor de werkende klasse uit.
Recensie door Andrea Murray
Het is de derde film van een ongeplande trilogie die hij maakte met scenarioschrijver Paul Laverty. In ‘I, Daniel Blake’ legden Loach en Laverty het menselijk lijden bloot dat veroorzaakt werd door de besparingen van de Tory’s in Groot-Brittannië. In ‘Sorry We Missed You’ ging het over de vreselijke arbeidsomstandigheden in de gig-economie en de afschuwelijke gevolgen daarvan voor arbeidersgezinnen. In ‘The Old Oak’, dat zich afspeelt in Groot-Brittannië in 2016, ten tijde van de Brexit, pakken ze een onderwerp aan dat de liberale goegemeente vaak afdoet als wansmakelijk: vluchtelingen die ondergebracht worden in hotels doorheen Groot-Brittannië en daar botsen op onbegrip en zelfs geweld door de lokale bevolking die beïnvloed en geradicaliseerd is door reactionaire berichten op sociale media.
Loach demoniseert echter niet degenen die door velen worden gezien als de meest achtergestelden van de witte arbeidersklasse, mensen van wie de vervreemding en wanhoop racistische en xenofobe vormen kunnen aannemen.
Opnieuw gebruikt Loach een cast van onbekende, niet-professionele acteurs. T.J. Ballantyne (Dave Turner) is de eigenaar van The Old Oak, een vervallen pub en de enige overgebleven gemeenschapsruimte in een eveneens vervallen mijndorpje aan de rand van Durham, in het noordoosten van Engeland. Hij is gescheiden, vervreemd van zijn volwassen zoon en vatbaar voor depressies. Het dorp en de inwoners hebben geleden onder de ontberingen sinds de sluiting van de mijnen in de jaren ’80.
De klanten van de pub zijn boos over veel zaken, niet in het minst over projectontwikkelaars en buitenlandse investeerders die de huizen van de mijnwerkers voor een schijntje opkopen en op uitbuitende wijze verhuren. Veel van de woede wordt luidkeels gedeeld in de kroeg, waar de lokale bevolking rechts-populistische YouTube-video’s en Facebook-posts bekijkt en deelt.
Een bus vol getraumatiseerde en doodsbange Syrische vluchtelingen arriveert in het dorp en de spanningen in de gemeenschap nemen toe. T.J. raakt bevriend met Yara (Ebla Mari), een jonge Syrische vrouw die graag fotografeert. Hij deelt oude foto’s van de mijnwerkersstaking en het Durham Miners’ Gala met haar, terwijl zij verhalen deelt over haar geliefde vader en andere mannen uit haar Syrische stad die gevangen zitten door het regime van Assad. T.J. en Yara’s vriendschap wordt bespot door de stamgasten van het café.
T.J. weigert de lokale bevolking toe te staan de achterkamer van de pub te gebruiken voor een bijeenkomst om hun grieven te ventileren, maar organiseert samen met Yara en een hulpverlener genaamd Laura (Claire Rodgerson) avonden om de twee getraumatiseerde gemeenschappen samen te brengen voor gezamenlijk eten, het delen van tradities en muziek. De Syriërs overhandigen de dorpelingen een prachtig spandoek met de woorden ‘Solidarity Not Charity’ voor het Durham Miners’ Gala, waardoor sommige inwoners nog bozer worden. Sommigen van hen nemen het op zich om de avonden te saboteren. Wanneer Yara en haar familie slecht nieuws uit Syrië ontvangen, verzamelt de gemeenschap zich rond hen in hun verdriet.
De belangrijkste boodschap van ‘The Old Oak’ is dat mededogen haat kan overwinnen. Dat mensen uit de arbeidersklasse niet met elkaar concurreren om de schaarse middelen in rijke landen en dat het regeringen in de kapitalistische samenleving goed uitkomt als arbeidersgemeenschappen elkaar de schuld geven van het falende systeem. In plaats daarvan kunnen en moeten gemeenschappen zich solidair verenigen om vreemdelingenhaat en racisme te bestrijden.
Als ‘The Old Oak’ de laatste film van Ken Loach is, laat hij ons achter met de broodnodige hoop.
Au coeur du cinéma avec Cinenews.be