Na jaren van besparingen loopt alles in het honderd bij De Lijn. Er zijn niet genoeg bussen, onvoldoende technici, de infrastructuur is verouderd en de hervormingsplannen onder de misplaatste naam ‘Basisbereikbaarheid’ zorgen voor een verschraling van het aanbod. De crisis is totaal. We spraken met een buschauffeur.
“Alles komt samen na tien tot vijftien jaar besparen. We rijden rond met oude bussen of hebben soms gewoon geen bus beschikbaar. Er zouden jaarlijks 180 bussen moeten aangekocht worden om alle bussen op 15 jaar te vervangen, wat een normale levensduur is. Bovendien is er de elektrificatie van de vloot waarvoor er extra middelen nodig zijn. Dit alles heeft vertraging opgelopen en er wordt soms gekozen voor slecht materieel omdat dit goedkoper is.”
“Daar bovenop is de infrastructuur soms tot op de draad versleten. Terwijl straks de Oosterweelwerken in Antwerpen nog meer impact zullen hebben, dreigt een belangrijke prémetrolijn van en naar Linkeroever maandenlang uit te vallen. Qua gebrek aan planning kan dat tellen! In Hoboken kan een stuk tramlijn niet gebruikt worden omdat de sporen in heel slechte staat zijn. De meeste metrostations in Antwerpen liggen er vuil bij en vaak werken roltrappen niet. Het onderhoud laat er te wensen over.”
“Bij de technische dienst hebben de problemen zich ook opgestapeld. Er is jarenlang actie gevoerd voor betere arbeidsvoorwaarden en meer loon, maar dat heeft niet veel opgeleverd. Het resultaat is dat De Lijn moeite heeft om techniekers te vinden. Er staan een 70-tal vacatures open die de directie niet ingevuld krijgt. Zowel de voorwaarden als het perspectief om bij De Lijn te werken op een moment dat daar niets lijkt te werken, schrikken af. De oudere bussen vragen nochtans meer werk.”
“Dan is er nog de geplande hervorming van de basisbereikbaarheid, die aan de Kust, rond Brugge en in het noorden van Antwerpen al is uitgerold. Overal zijn er actiecomités tegen de afbouw van dienstverlening. Er wordt ingezet op de drukke hoofdlijnen. Wie daar verder van woont, wordt niet langer bediend. Het plan voor de basisbereikbaarheid in Limburg zou leiden tot het schrappen van 500 haltes. De hervorming moet telkens budgetneutraal zijn, waardoor elke uitbreiding van een dienst gecompenseerd wordt door besparingen elders. Dit komt in een aantal plaatsen bovenop een onbetrouwbare dienstverlening als gevolg van de tekorten, waardoor reizigers afhaken.”
“Elke dienst zit op zijn tandvlees. Van de techniekers over de chauffeurs tot de planners. De directie wil de productiviteit nog verder verhogen, terwijl werken bij De Lijn vandaag al zwaar is. Een van de hoofdredenen waarom het moeilijk is om chauffeurs te vinden, zijn de werkuren en de flexibele planning. Bij de pachters is dat probleem overigens nog groter. Ook op dit vlak wordt geen enkele stap vooruit gezet. Alles komt samen en versterkt elkaar in een neergaande trend.”
“Het antwoord van de regering is om enkel naar de cijfers te kijken en nog meer in te zetten op privatiseringen met extra verpachtingen en publiek-private samenwerking, onder meer bij de bouw van nieuwe stelplaatsen. Minister Lydia Peeters zegt dat er vandaag meer investeringen zijn. Dat klopt, het kon niet meer anders en die extra investeringen dienen enkel om te zorgen dat alles kan blijven draaien. Sinds minister Crevits (2009-2014) is het werkingsbudget met meer dan 20% afgenomen, terwijl verwacht wordt dat we daarmee nog steeds evenveel doen. Met de klimaatuitdagingen zou er eigenlijk zelfs drastisch meer aanbod van openbaar vervoer moeten zijn.”
“We weten wat nodig is, maar er wordt altijd geschermd met een gebrek aan geld. Het intrekken van alle besparingen sinds minister Crevits is een basisvereiste om een noodplan voor De Lijn te kunnen opstellen. Zo’n noodplan is nodig om overal op een betrouwbare manier het huidige aanbod te realiseren. Het project van de basisbereikbaarheid moet gestopt worden om de afbouw van dienstverlening te stoppen. De privatiseringen omkeren en alles zelf doen is op langere termijn veel beter. Er is een vervoersplan nodig dat vertrekt van de noden en behoeften. Er kunnen pilootprojecten opgezet worden waarbij reizigers, actiegroepen, bewoners en personeelsleden samen die behoeften in kaart brengen. Het openbaar vervoer dat nodig is beschrijven, zou onze mobilisaties versterken.”
“Om dit af te dwingen zal er actie nodig zijn, het potentieel is er. Op lokaal vlak hebben reizigers met actiecomités al aanpassingen aan de basisbereikbaarheid kunnen afdwingen. Binnen De Lijn zelf zijn er op lokaal vlak regelmatig conflicten waarbij de vakbonden hun slag thuis halen. Maar het blijft een gevecht tegen de gevolgen van het jarenlange besparingsbeleid zonder dat de echte oorzaken worden aangepakt. Pamfletten naar reizigers kunnen helpen, zeker als ze opbouwen naar bijvoorbeeld een gezamenlijke betoging van personeel en reizigers. In 2012 deden we dit in Antwerpen en was er een succesvolle betoging van reizigers en personeel. Spijtig genoeg bleef dit zonder vervolg, maar we kunnen het voorbeeld wel gebruiken.”