“Fight the real enemy.” Eerbetoon aan Sinéad O’Connor

Het overlijden van muzikante Sinéad O’Connor, in haar privéleven bekend als Shuhada’ Sadaqat, leidde in Ierland tot veel emotionele eerbetuigingen. Beroemdheden en politici schoven aan bij de duizenden aanwezigen op haar begrafenis in Bray, County Wicklow, op 8 augustus. Op Bray Head verscheen in gigantische letters  “Ierland houdt van Sinéad.” Collega-muzikanten prezen O’Connor om haar talent, authenticiteit en moed. Zelfs de in ongenade gevallen Ierse omroeper Ryan Tubridy probeerde zijn imago op te poetsen door te beweren dat hij een hechte vriendschap had met Sinéad.

door Sile (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

Deze golf van publiek verdriet maakt het moeilijk om ons een tijd voor te stellen waarin Sinéad O’Connor niet bepaald geliefd was in Ierland. Nog niet zo lang geleden was haar naam vaak de pointe van een grap. In de jaren 1990 wogen de protesten van O’Connor tegen machtige instellingen zwaar op haar carrière en haar publieke imago, zowel in Ierland als daarbuiten. Haar nu veelgeprezen ‘authenticiteit’ werkte vaak tegen haar. Bij andere muzikanten is het doorgaans mogelijk om een onderscheid te maken tussen hun publiek imago en hun authentieke zelf. Bij O’Connor daarentegen kon er niets verborgen of achtergehouden worden.

Alles aan haar was een politiek statement. Van haar kaalgeschoren hoofd tot haar live optredens en haar muziek zelf natuurlijk. In deze zin was haar persoonlijke leven een heel eerlijk gegeven. Haar protesten maakten haar berucht, haar muziek maakte haar beroemd en dus doken de media in haar privéleven. Ze vonden genoeg stof. In de jaren 2000 haalde ze steeds weer de roddelbladen met haar mislukte huwelijken, gevechten rond voogdijschap en haar strijd met haar geestelijke gezondheid. Door haar openhartigheid belandde ze van de ene controverse in de andere.

Toen Miley Cyrus in 2013 Sinéad O’Connor aanhaalde als inspiratiebron na de release van haar seksueel provocerende videoclip Wrecking Ball, schreef O’Connor een open brief als reactie aan de jongere zangeres. Daarin waarschuwde ze Miley Cyrus voor uitbuiting door haar producers. Cyrus reageerde op de brief door oude tweets te delen die O’Connor maakte op een moment dat ze mentale gezondheidsproblemen had.

Dit kwam voor #MeToo en voor de aandacht gevestigd werd op de volle omvang van seksuele uitbuiting in de entertainmentindustrie. De adviezen van O’Connor aan Miley Cyrus werden weggezet als achterhaald, als een uitdrukking van de preutsheid van het feminisme van de tweede golf, terwijl de derde golf voor seksuele bevrijding opkwam. In de jaren die volgden, raakten zangeressen als Kesha en Taylor Swift verwikkeld in juridische gevechten om de controle over hun eigen muziek. Het waren dezelfde problemen in de sector waarover O’Connor al sinds eind jaren 1980 sprak.

De meest besproken controverse kwam eerder in haar carrière. In 1992 protesteerde O’Connor in het Amerikaanse programma Saturday Night Live tegen de katholieke kerk. Na een a capella uitvoering van Bob Marley’s ‘War’, met een paar toegevoegde teksten die refereerden aan kindermisbruik, verscheurde O’Connor een foto van Paus Johannes Paulus II terwijl ze zei: “Bestrijd de echte vijand.” De foto van de paus was van haar mishandelende moeder geweest. O’Connor had er een persoonlijk belang bij om te eisen dat het decennialange seksueel misbruik binnen de katholieke kerk door de Ierse staat zou worden aangepakt.

Het zou nog jaren duren voordat de Boston Globe het hele schandaal aan het licht bracht en nog langer voordat de katholieke kerk haar excuses aanbood aan de honderdduizenden slachtoffers. In 1992 leidde de actie van O’Connor tot wereldwijde spot, tot woede van het Ierse publiek en tot vervreemding van grote delen van haar Amerikaanse publiek. Haar moed en helder inzicht werden zowel bij deze als bij andere gelegenheden bewezen. Ze wist dat ze een prijs moest betalen voor haar strijd tegen ‘de echte vijand’ en ze was bereid om die te betalen.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist