Alleen al voor de getuigenissen van migranten uit Afrika ten zuiden van de Sahara over de ontberingen die ze moesten doorstaan om naar Europa te komen voor een beter leven, verdienen dit boek en de auteur Sally Hayden de lofbetuigingen en prijzen die ze reeds kregen.
Door Michael O’Brien (Socialist Party, ISA in Ierland)
Dit boek beperkt zich niet tot het aanbieden van een platform om de mensen die alles op het spel zetten om hun leven en dat van hun families te verbeteren te vermenselijken. Het is een aanklacht tegen instellingen zoals de EU en de United Nations High Commissioner for Refugees (UNCHR), die in het Westen worden afgeschilderd als positief of zelfs progressief.
De Ierse journaliste Hayden (Irish Times) staat bekend om uitstekende verslaggeving over Afrika. Ze maakt terecht deel uit van het ‘verhaal’ in het boek. Haar reputatie was al ijzersterk toen ze in augustus 2018 via Facebook berichten begon te ontvangen van een Eritrese migrant die opgesloten zat in een van de detentiecentra in Libië, dat deel uitmaakt van een heel apparaat ter ondersteuning van de doelstelling van ‘Fort Europa’ – het beleid om met de grofst denkbare middelen migratie te voorkomen van mensen die op de vlucht zijn voor oorlog, dienstplicht, vervolging, schrijnende armoede en de gevolgen van klimaatverandering.
Deze factoren, die uiteindelijk hun oorsprong vinden in de ongelijke kapitalistische verhoudingen tussen de ontwikkelde en de neokoloniale wereld, drijven migratie aan en creëren, in combinatie met de wettelijke en fysieke obstakels die de EU vervolgens opwerpt om het verkeer van mensen te belemmeren, een niche voor mensensmokkelaars.
Deze criminelen vragen enorme bedragen in ruil voor de belofte van een succesvolle overtocht naar de Middellandse Zeekust en over zee naar Europa. De realiteit, zoals verteld aan Hayden, is dat zelfs als de overtocht naar Libië wordt gerealiseerd, dit vaak gepaard gaat met de behandeling van de migrant als gijzelaar en pogingen van de mensenhandelaren om meer geld af te persen van de familie van de migrant op straffe van marteling of verkrachting.
Als ze eenmaal in Libië een rubberboot hebben gevonden en naar de Middellandse Zee worden geduwd, staan ze voor een gevaarlijke tocht die de afgelopen tien jaar heeft geleid tot tienduizenden verdrinkingen.
De overeenkomst die de EU heeft gesloten met de Libische autoriteiten is er een van het effectief uitrusten van de kustwacht om te voorkomen dat de boten in internationale wateren aankomen en de massale opsluiting van migranten die op zee worden opgepikt. In deze Libische gevangenissen komen de mishandelingen en ontberingen overeen met die van de smokkelaars.
Hayden confronteert de EU-autoriteiten keer op keer met de getuigenissen die ze van migranten ontvangt. De realiteit is dat achter het ‘progressieve’ vernis de maatregelen van de EU de openlijk racistische en alom veroordeelde grensmuur en detentiecentra voor kinderen van Donald Trump in de schaduw stellen.
Hetzelfde geldt voor de UNCHR, onder wiens neus deze misstanden in Libië plaatsvinden. Het is geen understatement om te zeggen dat dit agentschap van de VN tot op het bot verrot is. Enkele toplui verdienen enorm goed voor het beschimpen van vluchtelingen. Daarbij aarzelen ze niet om aan victimblaming te doen als opgesloten vluchtelingen protesteren tegen hun omstandigheden.
Zelfs als de UNCHR oprecht was in haar missie, hebben we nog steeds het probleem dat de regeringen in de ontwikkelde kapitalistische landen slechts bereid zijn om een symbolische hoeveelheid vluchtelingen op te vangen die de routes volgen die in Haydens boek worden beschreven.
Regeringen, met name die van Italië en Griekenland, gaan zelfs zo ver dat ze activisten en gewone mensen criminaliseren die levensreddende of humanitaire hulp bieden aan migranten tijdens hun gevaarlijke overtocht.
Voor zover je enige inspiratie uit het boek kunt halen, is het de vindingrijkheid van de migranten om zichzelf te organiseren en met Hayden samen te werken om hun verhalen verteld te krijgen, en op kritieke momenten voldoende politieke druk te genereren om zelfs tijdelijke verbeteringen in hun situatie af te dwingen.
Een aantal van de migranten met wie ze vanaf het moment van hun opsluiting in Libië in contact stond, heeft Europa bereikt. Dit betekent niet het einde van hun strijd, want ze moeten zich aanpassen aan een nieuw leven, vaak in de context van een vijandige politieke omgeving, terwijl ze het trauma van alles wat ze jarenlang hebben meegemaakt nog niet volledig hebben verwerkt – om nog maar te zwijgen over de voortdurende scheiding van hun geliefden.
Sinds de publicatie van dit boek is er een golf van anti-migrantenactiviteiten in Ierland. Extreemrechts is tot op zekere hoogte afhankelijk van het ‘anders maken’ van migranten, vooral van gekleurde migranten, in de ogen van het publiek dat ze willen beïnvloeden met hun racistische ideologie. Boeken als dit leveren een belangrijke bijdrage aan het onthullen van de menselijkheid van hen die bereid zijn om alles te riskeren, maar plaatsen deze persoonlijke verhalen ook in hun bredere politieke en institutionele context. Het boek gaat niet in de richting van een politiek programma rond migratie, maar wijst wel op de rol van het wereldwijde systeem van het kapitalisme en zijn instellingen.