Op 9 juli 2021 stuurde de multinational GKN, eigendom van het financieringsfonds Melrose, een e-mail naar de meer dan 400 werknemers van de fabriek in Campi Bisenzio (Firenze). Ze werden ontslagen. De fabriek was winstgevend, maar niet genoeg. Na een algemene vergadering bezette het personeel de fabriek. Tot op de dag van vandaag wordt de fabriek nog steeds bezet en de staalarbeiders hebben onlangs zelf de productie van elektrische batterijen en zonnepanelen hervat. Onze Italiaanse kameraden van Lotta per il socialismo spraken met Francesco Iorio, een lid van het fabriekscollectief bij het voormalige GKN.
Jullie collectief bestaat sinds 2017. Van waar kwam dit?
“We zijn ontstaan uit de FIAT-fabriek in Firenze. In ‘94 besloot FIAT zijn vestiging te sluiten en vervolgens een deel van de productie te verkopen aan GKN. Tegelijkertijd was er een generatiewisseling in de vakbondsdelegatie. We realiseerden ons dat er veel betrokkenheid was in de vergaderingen, om te komen luisteren, maar veel minder in actie. Onze ervaring met sociaal en politiek activisme bracht ons ertoe om te proberen een instrument te creëren waarmee we een brug konden slaan met de mensen om ons heen en ons tegelijkertijd konden organiseren binnen onze fabriek. En zo werd het GKN fabriekscollectief geboren.”
“Beslissingen worden genomen op algemene vergaderingen, die ofwel in het bedrijf na het werk ofwel in andere sociale ruimtes ‘s avonds plaatsvinden. Hier worden de initiatieven besproken die we willen nemen of waaraan we willen deelnemen en iedereen krijgt zijn zegje. Vervolgens wordt er een eenvoudige stemming gehouden om te beslissen wat het beste is om wel of niet te doen. Iedereen kan zijn ideeën naar voren brengen.”
“Zodra er op het terrein een vakbonds- of andere strijd ontstond, trok het fabriekscollectief erop uit om solidariteit te betuigen en te kijken wat er gebeurde. Zo nam het ook deel aan de strijd van andere bedrijven in moeilijkheden, via stakingen, geldinzamelingen en voortdurende aanwezigheid op betogingen. Toen wij er nood aan hadden, hebben we die solidariteit teruggekregen.”
Hoe hebben jullie het plan voor een reconversie van het bedrijf aangepakt?
“Veel mensen die ons steunden boden ons hun expertise aan, simpelweg omdat ze allemaal wilden dat de industrie anders georganiseerd werd. Geen industrie die gebaseerd is op een baas die alles incasseert en vertrekt wanneer hij wil, zoals in ons geval. We zagen een kans om een ander soort industrie te ontwikkelen, gebaseerd op principes van solidariteit, ethiek en aandacht voor klimaatverandering, gebruik makend van solidariteit van een hele regio, van ingenieurs tot advocaten.”
“We ontvingen veel voorstellen en bespraken ze over een periode van twintig maanden. Vervolgens hebben we onze aandacht gericht op de productie van zonnepanelen en elektrische batterijen. Wij vinden dat overheidsgeld aan overheidsbedrijven moet worden gegeven, niet aan particuliere bedrijven, zoals tot nu toe het geval was. Bovenal moeten deze bedrijven in handen zijn van de werknemers. We hebben richtlijnen gekregen, maar we hebben alles zelf gedaan. Ons idee is om een publieke entiteit te creëren die duurzame mobiliteit bevordert. Heel vaak komt de expertise die we krijgen van solidaire arbeiders, maar het zou een samenwerking kunnen worden met de publieke universiteit.”
“Daarnaast blijven we andere strijd ondersteunen. In deze twintig maanden zijn we er ook cultureel op vooruitgegaan. Er zijn zoveel vragen die we onszelf voorheen niet stelden en die ons in deze situatie bewust hebben gemaakt van het feit dat er een andere wereld bestaat. Zo hebben we betekenis gegeven aan wat we de bundeling van strijd noemen. We hebben met de vakbonden twintig jaar achterstand opgelopen in onze relatie tot bewegingen die minder zichtbaar waren: van werkenden in onzekere banen over de vrouwen- en LGBTQIA+beweging, tot de milieubeweging. We realiseerden ons dat niemand het op zijn eentje kan redden. We willen een voorbeeld stellen: er zijn geen zekere jobs meer, we kunnen elk moment ontslagen worden. Waarom dan niet allemaal samen opkomen voor ieders rechten? Samen laten we ook zien dat er een andere toekomst kan zijn dan wat ze ons willen doen geloven.”