Winkelkarretje blijft onbetaalbaar… en het einde is nog niet in zicht
Voeding is de tweede grootste uitgavenpost van gezinnen, na wonen. De stijging van de voedingsprijzen in de winkels blijft zeer hoog: +18,3% op een jaar tijd, na een stijging met +7,4% in het jaar ervoor volgens cijfers van Test Aankoop. Volgens de Grote Peiling (11 juni) besparen 63% van de Belgen op hun boodschappen. Dit gebeurt door over te schakelen op producten van een huismerk, diepvriesgroenten in plaats van vers, kleinere porties en soms door een van de dagelijkse maaltijden over te slaan. Ondertussen neemt het aantal gebruikers van voedselbanken in recordtempo toe tot meer dan 200.000 per maand vorig jaar.
door Boris Malarme
Niet onze lonen, maar hun winsten drijven inflatie aan
De afgelopen maanden ging het publieke en politieke debat steeds meer over de oorzaken van de prijsstijgingen. Voorheen werd het voorgesteld als louter een gevolg van stijgende kosten voor de voedingsindustrie. Dit standpunt van werkgeversfederatie Fevia wordt betwist. De consensus groeit, ook onder burgerlijke economen en politici, dat de stijgende winstmarges van grote bedrijven een belangrijke rol spelen in de inflatie. Dit fenomeen staat bekend als ‘greedflation’ of ‘graaiflatie’, een fenomeen dat inherent is aan het kapitalistisch systeem.
Volgens de Europese Centrale Bank (ECB) is momenteel 60% van de inflatie in de eurozone te wijten aan stijgende bedrijfswinsten. Tussen 2019 en 2022 ging het om een derde. De algemene inflatie in de eurozone is door de dalende energieprijzen afgenomen tot het laagste niveau sinds juli 2021, maar de onderliggende inflatie blijft stijgen. In sectoren zoals landbouw, energie, bouw, industrie en diensten namen de winsten veel sneller toe dan de loonkosten. De bedrijven beschermen zich hiermee tegen looneisen als compensatie voor de daling van de reële koopkracht in een context van groeiend diskrediet voor het kapitalisme.
In de strijd voor koopkracht van juni tot november 2022 verdedigde LSP het idee van een ‘operatie Waarheid’ om te reageren op de leugens van de werkgevers. Die benadrukten toen het gevaar van een zogenaamde loon-prijsspiraal, waarbij de prijzen zouden stijgen omwille van de lonen. Ondertussen is het voor iedereen duidelijk dat dit een leugen was. Bovendien moeten alle economen erkennen dat de automatische indexatie van de lonen en uitkeringen de voornaamste reden is waarom de groeicijfers in België beter zijn dan in de buurlanden. De vakbonden zouden dit kunnen aangrijpen voor een massale informatiecampagne op de werkplaatsen en in de wijken om de arbeidersbeweging en de publieke opinie voor te bereiden op het opstellen van een actieplan op maat van de inzet. Het is immers een illusie om te vertrouwen op de sociaaldemocratie om na de verkiezingen de wet van 1996 te herzien, een wet die onze lonen nog jarenlang dreigt te bevriezen.
De agrovoedingsindustrie reguleren of nationaliseren?
Volgens de VN zijn de wereldprijzen voor landbouwproducten sinds het hoogtepunt in maart 2022 met meer dan 20% gedaald. Net als in andere sectoren speelden de crisisprofiteurs van bij het begin een grote rol. Volgens Greenpeace deelden 20 grote agribusinessbedrijven in 2020 en 2021 54,5 miljard dollar uit aan hun aandeelhouders. De dalende prijzen voor tarwe, energie en zeevracht hebben sindsdien de prijsstijgingen niet getemperd. De winsten nemen een groter deel van de inflatie voor hun rekening. Zo boekte Unilever, dat 400 merken bezit, in 2022 een omzetgroei van 14,5% ondanks een daling van het verkochte volume met 2,1%. Het bedrijf verkocht minder producten, maar aan een veel hogere prijs. Resultaat: 8 miljard dollar winst, een stijging met 25%. Hetzelfde zien we bij Coca Cola, goed voor 500 merken. Ondanks enorme winsten in 2022 verhoogde het bedrijf in het eerste kwartaal van 2023 zijn prijzen met gemiddeld 11%.
In Frankrijk raakte het debat over graaiflatie in de prijzen van voedingswaren in een stroomversnelling na een studie van een denktank uit de kringen van France Insoumise. Hieruit bleek dat dat hogere winsten de belangrijkste rol speelden in de prijsstijgingen na maart 2022. Politici van France Insoumise grepen dit aan om te pleiten voor prijscontroles of nog voor het herstel van de automatische loonindexering. Hierop hield de Franse minister van Economie Bruno Le Maire overleg met 75 grote voedingsbedrijven die beloofden om op 1 juli de prijs van honderden producten te verlagen. De supermarktprijzen in Frankrijk waren overigens al lager dan die in België.
Het debat over de hoge prijzen is vanuit Frankrijk overgewaaid naar ons land. Een jaar voor de verkiezingen hoopt minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) een gelijkaardige trofee binnen te halen. Hij dreigde ermee om voedselproducenten die hun prijzen niet verlagen tegen midden juli publiek aan te klagen. Er wordt een rapport verwacht over prijsstijgingen en winsten in de sector in vergelijking met de buurlanden. De PS wil dat een dergelijke vergelijking de basis vormt voor onderhandelingen over de prijzen in de sector. Zonder akkoord kan de overheid dan ingrijpen om de prijzen van bepaalde basisproducten vast te leggen. Uiteraard wil de rechterzijde binnen Vivaldi daar niet van weten. Rechts staat op het standpunt van de Nederlandse regering die weigert om in te grijpen. In het beste geval wil rechts onderhandelen met werkgeversfederatie Fevia.
Het idee om de markt te reguleren door de prijzen vast te stellen, wordt ook geopperd door de PVDA. Het ABVV stelt een belasting op overwinsten voor naar het voorbeeld van de energiebelasting, omdat dit “bedrijven misschien zal doen nadenken vooraleer ze hun marges en prijzen optrekken.” Om te concluderen: “In elk geval komt het aan op regulering. Spontaan komt het niet goed.” Het tegenargument van rechts is dat prijscontroles op de markt onvermijdelijk gevolgen hebben op andere gebieden. De kapitalistische concurrentie vindt bovendien steeds manieren om regels te omzeilen. De realiteit is dat je niet kan controleren wat je niet bezit. Dat is waarom de hoge energieprijzen vorig jaar het debat aanwakkerden over de nationalisatie van de energiesector onder democratische controle. Deze kwestie van nationalisatie en democratische arbeiderscontrole over de voedingsproductie moet eveneens aan de orde worden gesteld als een centrale eis in de strijd tegen de hoge kosten van levensonderhoud.