Franstalig onderwijs: aarzelingen aan de top, vastberadenheid aan de basis

Op het moment van schrijven was de datum van 27 april nog niet officieel gelanceerd als nieuwe actiedag van het Franstalig onderwijs [Ondertussen is dat gelukkig wel gebeurt!]. Aan vastberadenheid van het personeel ontbrak het de afgelopen maanden niet. Er waren vier dagen van mobilisatie en staking, telkens met zowat 10.000 betogers. Voor de algemene staking van de openbare diensten op 10 maart wachtten veel collega’s tevergeefs op ordewoorden. Er is nood aan een echt actieplan dat zich niet beperkt tot de vraag om gehoord te worden. Alleen wie ons niet wil horen kan naast ons protest kijken. We moeten strijden om meer middelen af te dwingen!

door een jonge vakbondsmilitant van het ACV uit maandblad De Linkse Socialist

“Er zijn enorme tekorten in de sector. Het begint al met de arbeidsvoorwaarden. Een van mijn klassen is vrij representatief. Het is een groep van 30 leerlingen, waaronder twee anderstalige nieuwkomers. De klas is vrij goed uitgerust, met een interactief bord, maar met plafonds die vol zitten met ongedierte.”

“De vervallen staat van de gebouwen, de overbevolkte klassen, de onzekerheid van de job, vooral in het begin, met vervangingen op korte termijn zonder vooruitzichten, dat alles verklaart waarom de job zo hard is. Maar liefst 35% van de jonge leerkrachten verlaat het beroep binnen de vijf jaar. Ik ben aan mijn derde jaar bezig. Een goede collega van mij aan haar zevende jaar en zij heeft al een burn-out.”

“Toen de actiedag van het gemeenschappelijk vakbondsfront in de openbare diensten op 10 maart werd aangekondigd, was ik erg enthousiast. Tijdens de laatste personeelsvergadering vroeg een derde van de aanwezigen een nieuwe stakingsdag. Een dergelijke actiedag biedt bovendien kansen om strijd te verenigen. We staan niet alleen, de volledige openbare sector wordt al jarenlang ondermijnd door besparingen. Na een jaar van sterke mobilisaties van het onderwijspersoneel hebben we nog maar weinig binnengehaald. Hoog tijd dus om harder toe te slaan en niet alleen met het onderwijs.”

Mobilisatie tegen de stroom in 

“De stakingsdag vond een week na de vakantie plaats. De tijd voor de mobilisatie was dus krap. Het was duidelijk dat het niet gemakkelijk zou worden. Mijn delegee van het ACV had net andere opdrachten gekregen en is nu op twee scholen actief. Ze rekende op mij om te mobiliseren. Op maandag hing ik een oproep om te staken in de leraarskamer, gevolgd door enkele argumenten en een inschrijvingslijst om mee te doen. Zo kon ik de discussies in de leraarskamer aanwakkeren, collega’s overtuigen en hen op die basis inschrijven voor de staking.”

“In de namiddag kreeg ik echter een telefoontje van mijn delegee. ‘ACV Onderwijs heeft geen stakingsaanzegging ingediend’, zei ze. Wat?! De grootste vakbond van het land die deel uitmaakt van het gemeenschappelijk front diende geen aanzegging in? Waarom niet? Het vrije onderwijsnet is toch ook een openbare dienst! Het is de Federatie Wallonië-Brussel die ons betaalt. Mijn delegee stuurde een e-mail naar de vakbond om zich te verzetten tegen de beslissing. Om 17u kregen we antwoord: de aanzegging is toch ingediend. Een kleine overwinning!”

“De week ging verder en ik besefte dat de mobilisatie vooral op mijn schouders rustte, mijn delegee zou niet op het piket zijn en zelfs niet staken. Ik sprak collega’s aan en kwam langzaam aan ruim tien stakers. In dit stadium was het nog te vroeg om een piket te zetten om de school te blokkeren. De traditie in het onderwijs is om geen blokkade voor de eigen school te zetten om conflicten met niet-stakende collega’s te voorkomen.”

“Op woensdag was het aantal inschrijvingen al opgelopen tot 15. Ik besloot om een pamflet te maken om op de dag zelf te verspreiden. Ook wilde ik mobiliseren voor een piket aan de school om de eisen te bespreken met niet-stakende collega’s, leerlingen en ouders. Daarna konden we andere piketten in de stad bezoeken, samen met leden van LSP en Campagne ROSA. Ik stuurde deze voorstellen door naar mijn delegee, maar dat werd afgeschoten. Ze weigerde de informatie aan mijn collega’s door te geven omdat het pamflet en de actie niet door de vakbond waren goedgekeurd. De vakbond maakte zelf echter geen materiaal en deed niets om te mobiliseren, er was zelfs geen e-mail. Ik besloot dan maar om zelf de informatie te verspreiden via het prikbord van de vakbonden in de leraarskamer.”

Uitstekend piket

“Op de ochtend van de staking was er een uitstekende sfeer aan de ingang van de school. We hadden veel discussies met niet-stakende collega’s en ouders om hen bewust te maken van onze eisen, in essentie de noodzaak van meer publieke middelen voor onderwijs. Het piket was enthousiasmerend. Collega’s deelden pamfletten uit aan leerlingen en ouders, iets wat al ruim tien jaar niet meer was gebeurd.” 

“Van de 23 stakers gingen er zes mee op een solidariteitstocht langs andere piketten. Het waren vooral jonge collega’s die de ernst van de situatie en de noodzaak van actie begrijpen. Uit onze tocht bleek dat de mobilisatie naar de piketten niet groot was, ook al werd er veel gestaakt. We kwamen wel moedige groepen tegen van Delhaize-personeel dat strijdt tegen de franchisering, RTBF-journalisten die zich verzetten tegen onzekere contracten en freelance werk, collega’s aan de universiteit die opkomen voor gratis en degelijk onderwijs.”

“Deze mobilisatie toont dat we niet moeten aarzelen om het vakbondsapparaat wakker te schudden, een stakingsaanzegging te eisen en te mobiliseren met eigen materiaal waarbij collega’s worden betrokken. Zoals ons pamflet stelde: ‘De woede van de collega’s moet in actie omgezet worden om geen ruimte te laten voor cynisme en defaitisme. We moeten meer collega’s bij de mobilisatie betrekken. Door passieve steun in actie om te zetten kunnen winnen.’ We moeten niet wachten op de leiding, we moeten zelf voor een strijdbaar syndicalisme opkomen.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie