Vijf redenen waarom het huidige beleid niet feministisch is

Op 8 maart gaven politici zichzelf schouderklopjes en deden ze zich voor als feministische voortrekkers. De Vivaldi-regering is echter helemaal niet feministisch, de regionale regeringen zijn dat evenmin. Ondanks wettelijke gelijkheid zorgt het huidige beleid voor meer en grotere ongelijkheid. 

door Tina (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

1/ Lonen nog steeds lager

Nog altijd verdienen vrouwen minder dan mannen: 23,1% in 2021 als er naar de jaarlonen wordt gekeken. Dat komt voor een groot stuk omdat vrouwen werken in sectoren waar de lonen lager liggen en omdat ze meer deeltijds werken. Nochtans gaat het om essentiële jobs: in de zorg, in winkels en kantoren … In álle sectoren moet werken een leefbaar loon opleveren.

Er is een stevige inhaaloperatie nodig om de loonkloof weg te werken, maar door de inflatie gebeurt vandaag net het omgekeerde. De inflatie in België is in januari gedaald van 10,35 naar 8,05%, voornamelijk door de energieprijzen die minder snel stegen (32,88% in december tegenover 5,21% in januari). De prijzen van voedsel stegen daarentegen met 15,59% wel stevig. Voedsel neemt een belangrijker hap uit het budget van mensen met lagere lonen. Voor hen volstaat de index niet.

Er is nochtans geld. Volgens Trends maakten de top 5.000 grootste bedrijven in ons land samen 36 miljard euro winst in 2021, een verdubbeling in vergelijking met het jaar voordien.  De gemiddelde brutowinstmarge van Belgische bedrijven steeg tussen 2014 en 2020 van 39,3 naar 42,4%. Vorig jaar steeg deze tot boven de 45%. Terwijl de winsten door het dak gaan, mochten de lonen in 2021-22 met maximum 0,4% stijgen (bovenop de index).

In plaats van het minimumloon op te trekken, wat veel vrouwen ten goede zou komen, besteedde onze regering in 2022 10,3 miljard euro aan lastenverlaging voor die bedrijven (met geld uit de sociale zekerheid) en 3,9 miljard euro via de federale fiscaliteit. In 2027 loopt dit op tot 16,7 miljard euro, of 12 keer zoveel als in 1996!

Daartegenover worden alle werkenden nu geconfronteerd met een loonnorm van 0% (waardoor lonen wettelijk niet mogen stijgen!) gedurende mogelijk vier jaar. Zo worden de internationale regels over de vrijheid van loonoverleg geschonden. Dat zegt de Internationale Arbeidsorganisatie, na een klacht van de vakbonden. Volgens de werkgevers opent dat ook de discussie over de automatische indexering. Terwijl die indexering ervoor zorgt dat de Belg qua koopkracht beter scoort dan de werkenden in onze buurlanden. Kortom: de werkgevers willen elke looneis afblokken en ze krijgen daarvoor alle steun van de regering.

2/ Tekorten in de kinderopvang houden aan

Meer dan ooit werd de laatste maanden de nood aan betaalbare, degelijke kinderopvang duidelijk. Volgens Kind en Gezin is momenteel van 54 kinderdagverblijven de vergunning geschorst of afgenomen. Te weinig middelen voor degelijke opvang met minder kinderen per begeleider (negen is echt teveel) leiden tot een onhoudbare werkdruk, tekorten en problemen in de sector. Het maakt dat vrouwen steeds vaker op zoek gaan naar noodoplossingen. Want nog altijd komen zorgtaken vooral bij vrouwen terecht.

De problemen verdwijnen niet wanneer de kinderen ouder worden, want ook het onderwijs kampt met besparingen en personeelstekort. In bijna zes op de tien scholen staan momenteel vacatures open voor leerkrachten. En ook de zorg van ouderen komt vaker terecht op de schouders van vrouwen. De crisis van de zorgsector en de woonzorgcentra zorgt voor grote druk. Dit alles maakt dat vooral vrouwen minder werken om in te springen voor broodnodige zorg.

3/ Aanval op tijdskrediet

De wantoestanden in de zorg en het onderwijs zijn grotendeels regionale verantwoordelijkheden. De federale Vivaldi-regering doet echter niet beter. De recente beperkingen van de toegang tot tijdskrediet zijn asociaal en anti-feministisch.

Tijdskrediet opnemen om voor een kind te zorgen, is vanaf 1 februari 2023 beperkt tot 48 maanden in plaats van 51. Bovendien kan dit enkel voor kinderen jonger dan vijf jaar in plaats van acht.

Voor wie geen voltijds contract heeft, wordt tijdskrediet financieel onmogelijk door de recente besparingen. In de retail en de zorg werken heel wat vrouwen deeltijds, respectievelijk 50% en 70%. Omdat ze geen voltijds contract krijgen of omdat de uurroosters er zo zwaar zijn dat deeltijds werken de enige manier is om de job een beetje leefbaar te houden.

4/ Pensioenen onder vuur

PS-minister Lalieux deed voorstellen om de pensioenhervorming aan te scherpen. Daarbij legt ze de basis om vervroegd pensioen minder toegankelijk te maken en om de pensioenbonus voor wie langer werkt te beperken. De grootste aanval is echter die op de pensioenen van de ambtenaren. De perequatie van de pensioenen (aanpassing aan loonsverhogingen) mag wat de PS betreft beperkt worden. Dat gebeurt met het argument van gelijktrekking van de pensioenen van ambtenaren en werknemers, met een nivellering naar beneden. Dit voorstel gaat volgens CD&V en andere regeringspartijen niet ver genoeg.

5/ Depenalisering van abortus blijft uit

Om CD&V in de Vivaldi-regering te krijgen, stemden de andere partijen ermee in om de volledige depenalisering van abortus niet op de agenda te zetten. In 2018 werd abortus uit het strafwetboek gehaald, maar er wordt niets gedaan voor het volledig depenaliseren en onder meer de wettelijke mogelijkheid tot abortus na 12 weken zwangerschap.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie