Iran: stop het kapen van de revolutie

Pro-kapitalistische oppositie is “verenigd”, maar biedt geen oplossing voor vrouwen, werkenden en armen

Op vrijdag 10 februari, aan de vooravond van de 44e verjaardag van de oprichting van de Islamitische Republiek, kwamen prominente Iraanse oppositieleden samen om zich te presenteren als een soort verenigde liberale oppositie. Wat een stap voorwaarts lijkt, kan de beweging in de praktijk verzwakken en haar doelstellingen ondermijnen.

Analyse door ISA-werkgroep Iran

De groep mensen die bijeenkwam vertegenwoordigt de rijken, de elite van wat zij zien als het toekomstige seculiere Iran. Op dit evenement in het Instituut voor Vrouwen, Vrede en Veiligheid (GIWPS) van de Georgetown Universiteit kwamen acht mensen samen, sommigen fysiek, sommigen alleen online. Onder hen bevond zich het huidige hoofd van de familie van de voormalige sjah, ‘prins’ Reza Pahlavi, een familie die met terreur regeerde en meewerkte aan de uitverkoop van de rijkdom van het land aan het imperialisme, een familie die geen afstand heeft gedaan van de troon. Andere deelnemers waren Shirin Ebad (winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 2003), Hamed Esmaeilion (activist rond vlucht PS752, een burgervliegtuig dat in 2020 werd neergeschoten door de Revolutionaire Garde, waarbij bijna 200 mensen omkwamen), Masih Alinejad (auteur en vrouwenrechtenactivist), Nazanin Boniadi en Golshifteh Frahani (acteurs en activisten), Ali Karimi (voormalig aanvoerder van het nationale voetbalteam) en Abdullah Mohatadi, de secretaris-generaal van de Iraanse Koerdische partij Komala.

Dit initiatief, waarbij de liberale oppositie tegenover Reza Pahlavi capituleert, is een slag in het gezicht van de olie-arbeiders die verklaringen tegen de ‘Prins’ uitbrachten, van de jongeren die “dood aan de dictator, of het nu de Sjah is of religieuze leiders” riepen en die zich duidelijk uitspraken tegen de imperialistische interventie – zoals in een onlangs gepubliceerde verklaring (zie https://bit.ly/40SGvx4).

Waarom nu?

Na 4 maanden van protesten en brute repressie is de beweging nog steeds niet voorbij, ook als ze niet meer zo groot als op het hoogtepunt. Het regime heeft zijn invloed vooral onder de jongeren in de steden verloren en er wordt gevreesd dat de totale opkomst bij de volgende verkiezingen in 2024 tot 15% zal dalen – en zelfs minder in de steden. Begin 2023 waren vrouwen zonder de – formeel nog steeds – verplichte Hijab een gewone verschijning in de straten van Teheran, Isfahan of Mahabad. Maar het regime is nog steeds aan de macht, net als zijn meest brutale onderdelen, de Revolutionaire Garde en de moraalpolitie. Het regime weet dat elke nieuwe golf van repressie een nieuwe golf van protesten kan veroorzaken. De nieuwe begroting die de middelen voor “veiligheid”, waaronder de gehate Revolutionaire Garde, fors verhoogt, is zowel een waarschuwing als een provocatie voor de beweging. Aan de andere kant hangt de beweging op de een of andere manier in de lucht en presenteert zij nog niet echt een alternatief voor het regime. Het is dit vacuüm dat deze acht zelfbenoemde ‘leiders’ gebruiken in een poging de beweging te kapen. Ze proberen ook een boodschap te sturen naar het westerse imperialisme: maak je geen zorgen, wij zullen jullie betrouwbare partners zijn in een toekomstig Iran.

Het is niet alleen een poging om een beroep te doen op het imperialisme, maar het ziet ernaar uit dat het Amerikaanse imperialisme hier rechtstreeks bij betrokken is (net als bij Guaidó in Venezuela). Ook is er het begin van een breuk tussen het VS- en EU-imperialisme. Terwijl de EU nog steeds voorstander lijkt te zijn van onderhandelingen met het regime, lijken de VS van strategie te veranderen en zich te richten op het destabiliseren van het regime en het afdwingen van een regimewisseling.

Tot nu toe heeft het westerse imperialisme zich relatief stil gehouden over Iran. De heersende elites in Washington, Londen en Brussel kijken gretig naar de rijke Iraanse olie- en gasvelden die zij willen gebruiken om hun afhankelijkheid van Russische olie te verminderen. Dat is wat er achter de recente poging zat om de onderhandelingen over de nucleaire deal weer op gang te brengen. Voor het Westen gaat het niet om “waarden” maar om stabiliteit en olie, hoewel op dit moment het eerste nog belangrijker is. Een relatief recent voorbeeld is de uitverkoop van Iraakse olie aan westerse bedrijven na de ‘bevrijding’ van Irak. De sancties zijn vrij zacht omdat de imperialisten beseffen dat het regime nog enige tijd aan de macht kan blijven, maar ze lijken steeds meer hun invloed te willen verzekeren in geval van omverwerping van het regime. Het moet ook worden gezien in de bredere context van de inter-imperialistische spanningen. Twee van de willekeurige acht ‘leiders’ zullen deelnemen aan de NAVO-top in München. De groep van acht probeert die imperialistische leiders gerust te stellen dat zij, nadat de moellahs ten val zijn gebracht, ervoor zullen zorgen dat een nieuw regime de vereiste stabiliteit in de regio zal bieden, alsmede toegang tot de dringend noodzakelijke natuurlijke grondstoffen voor de westerse imperialistische mogendheden.

De waarheid is dat deze willekeurige selectie van acht gevestigde figuren, waaronder Reza Pahlavi, noch het volk van Iran noch de beweging vertegenwoordigt. Pahlavi en de aanhangers van de Sjah-familie proberen invloed te krijgen vanwege hun enorme rijkdom (die ze geheim houden, zodat schattingen variëren van enkele honderden miljoenen tot enkele miljarden) die ze ook gebruiken om invloed te krijgen via schijnbaar ‘onafhankelijke’ mediaplatforms. Dezelfde Pahlavi steunde de sancties van Trump die niet het regime in Iran troffen maar de gewone mensen! Zelfs als deze ‘alliantie’ van willekeurige ‘leiders’ vertegenwoordigers van het straatprotest zou opnemen, zullen ze niet bereid zijn om de macht over te laten aan de georganiseerde vakbonden of de vele studentenorganisaties die gevormd zijn. Het is een stap van voormalige elites om terug aan de macht te komen en ervoor te zorgen dat het kapitalistische fundament van Iran onaangetast blijft.

In Iran zelf zijn er aan de basis structuren ontwikkeld, vooral onder jongeren, maar ook in verbinding met (reeds bestaande of nieuw gevormde) structuren van werkenden. Een nieuwe verklaring van een alliantie van vakbonden, studenten- en gepensioneerdenorganisaties en anderen maakt heel duidelijk dat zij tegen elke macht “van bovenaf” zijn en dat zij willen dat de revolutie zich bevrijdt van alle vormen van onderdrukking, discriminatie, uitbuiting, tirannie en dictatuur. Deze alliantie vertegenwoordigt de vrouwen, arbeiders en jongeren, de beweging ter plaatse 100 keer meer dan de acht zelfverklaarde ‘leiders’.

Ondanks de onderdrukking door het regime is er een rijke geschiedenis van arbeidersstrijd en ook van arbeidersraden zoals de beroemdste van de Haft-Tappeh suikerarbeiders, maar ook andere van buschauffeurs, leraren en in de olie- en gasindustrie. De zwakte van de beweging is dat deze basisstructuren van een toekomstige echte democratie niet op grote schaal zijn samengebracht in democratische verzetsorganen om een programma voor de strijd en een gemeenschappelijke strategie te bespreken en om het vacuüm op te vullen dat overblijft wanneer de staatsmacht zich moet terugtrekken.

In een programma dat al op 22 oktober door activisten in Europa en Iran werd opgesteld, deed ISA een aantal voorstellen over hoe het verder moet met de beweging die volgens ons nog steeds geldig zijn: https://internationalsocialist.net/en/2022/10/iranian-revolution. Ze vormen de basis voor discussies met activisten maar ook voor het opbouwen van een coherente revolutionaire organisatie voor de volgende fase van de revolutie in Iran.

‘Eenheid’ met een averechts effect op de beweging

Er is onder de acht willekeurige ‘leiders’ geen overeenstemming over hoe een toekomstig Iran eruit moet zien. Sommigen zien een burgerlijke democratie naar westers model, anderen een constitutionele monarchie, sommigen verdedigen de rechten van minderheden zoals de Koerden of Baloetsji, anderen bagatelliseren hen met het argument dat er alleen ‘Iraniërs’ zijn. De argumentatie is: we verenigen ons tegen de moellahs en al de rest regelen we later wel. Dat klinkt als een redelijk plan, maar het is een bedreiging voor de beweging.

Dit concept reduceert de strijd tot een groot schaakspel waarbij de koning gered moet worden ten koste van de levens van honderdduizenden ‘boeren’ (lees: arbeiders en jongeren). Bovendien wil een grote meerderheid van de bevolking in Iran en in de diaspora geen terugkeer van de familie-Pahlavi aan de macht. De willekeurige acht kunnen niet leveren wat de jongeren en arbeiders in Iran willen: een einde aan de heerschappij van enkelen, een einde aan de onderdrukking en uitbuiting van vrouwen en arbeiders, een einde aan de armoede en de invoering van volledige rechten voor minderheden. Onder het kapitalisme zijn de democratische rechten beperkt en nog meer in een land dat sterk afhankelijk zou zijn van het westerse imperialisme. De VS zelf verklaarde net dat vrouwen te onvolwassen zijn om over hun eigen lichaam te beslissen en rustte en trainde eerder de reactionaire islamistische Moedjahedin guerrilla’s in Afghanistan (de voorlopers van de Taliban) uit, die van 1979-1989 tegen de Sovjettroepen en de pro-Moskou regering vochten en zo Afghanistan tot het bolwerk van deze religieuze fanatici en vrouwenhaters maakten. Hetzelfde Westen steunt Erdogan die Koerdische regio’s aanvalt, zelfs na de dodelijke aardbeving.

In 1979 gebruikten de moellahs de anti-imperialistische gevoelens en het verlangen naar een republiek van de armen om grote delen van de beweging, waaronder de belangrijkste linkse organisaties, te verenigen rond het idee dat “het belangrijkste is om de Sjah af te zetten.” Dat gebeurde zelfs toen groepen arbeiders inspraak eisten in het bestuur van het land en opriepen tot een “republiek van de armen.” De benadering van de linkse organisaties liet evenwel de vraag onbeantwoord welk regime dat van de Sjah moest vervangen. Dat leidde tot de brutale dictatuur van de moellahs, een fout die niet herhaald mag worden. Dus NEEN, de willekeurige acht zijn geen minder kwaad, geen eerste stap, geen aanvaardbaar compromis maar een bedreiging voor de beweging en haar eisen.

De beweging heeft een volgende stap voorwaarts nodig. De willekeurige acht zijn niet wat nodig is, maar willen ervoor zorgen dat de gewone mensen weer geen stem hebben, zelfs als de Moellahs ten val worden gebracht. Een alliantie van pro-kapitalistische krachten heeft geen antwoord op de torenhoge prijzen en het gebrek aan verwarming waardoor de mensen in Iran honger lijden en bevriezen. Het samenbrengen van de structuren die zich ter plaatse ontwikkelen, de arbeiderscomités, de studentengroepen, zelfverdedigingsstructuren – dat is de richting die we moeten uitgaan.

De oliearbeiders zijn in januari opnieuw in staking gegaan, wat wijst op de potentiële macht van de arbeidersklasse in Iran. Terwijl het land zich in een ernstige economische crisis en een energiecrisis bevindt, kan de strijd van deze arbeiders een weg vooruit wijzen. Voor de oliearbeiders is het glashelder waarom uitverkoop aan westerse bedrijven de crisis in Iran niet zou oplossen en dat zij de kennis en potentiële macht hebben om de industrie over te nemen en de rijkdom van het land te gebruiken voor de bevolking.

Een dergelijke strijd koppelen aan de strijd voor de rechten van alle vrouwen en queer mensen in Iran en voor alle minderheden is de basis voor een werkelijk ander Iran, een democratie waar de velen en niet de weinigen beslissen, waar de rijkdommen niet worden geëxploiteerd voor een binnenlandse of buitenlandse elite maar ten goede komen aan de gewone arbeiders, boeren en armen en waar de maatschappij wordt bestuurd door hen die haar laten werken. Een dergelijke voortzetting van het revolutionaire proces in de richting van de omverwerping van niet alleen het Moellah-regime maar ook zijn economische basis zou een schokgolf vormen die ook de machthebbers in Afghanistan en andere dictaturen doet wankelen en die een golf van steun en solidariteit onder werkenden en onderdrukten in de hele wereld op gang zou brengen.

De beweging is verzwakt, maar niet verslagen en niet voorbij. Het is een open vraag wanneer de beweging in een volgende grote golf zal terugkomen, maar dat zal zeker gebeuren. Maak je deel uit van de beweging in Iran of van de solidariteitsbeweging? Ben je het eens met onze analyses en programma, contacteer ons dan. We moeten dringend bouwen aan een kracht die in staat is om alle dictators, zelfverklaarde leiders en hun economische basis, het kapitalistisch systeem, omver te werpen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie