Geen hoger inschrijvingsgeld, maar samen strijden voor meer publieke middelen!

Omdat de overheid al jarenlang onvoldoende middelen voor hoger onderwijs uittrekt, stellen rectoren van de Vlaamse universiteiten voor om het inschrijvingsgeld voor studenten te verhogen. In plaats van meer middelen van de overheid af te dwingen, zoeken ze het geld bij de studenten. Nu al moet meer dan de helft van de studenten werken om rond te komen, wordt hoger onderwijs straks helemaal ontoegankelijk voor wie het zich niet kan permitteren?

Maandag verscheen een opiniestuk van UGent-rector Rik Van de Walle in De Morgen. Daarin schreef hij dat een verhoging van het inschrijvingsgeld niet alleen nodig is, maar ook “wenselijk”. Eerder werd een gelijkaardig standpunt ingenomen door Luc Sels van de KU Leuven. De rector van de Universiteit Antwerpen, Herman Van Goethem, stelde dat het inschrijvingsgeld voor een brede toplaag serieus kan opgetrokken worden. Voor de 60% hoogste inkomens zou het volgens Van Goethem tot 2000 euro mogen stijgen. De andere rectoren denken aan een lineaire verhoging voor iedereen met 300 tot 400 euro. Minister Ben Weyts verzet zich tegen een verhoging op basis van inkomen, maar spreekt zich niet uit over een algemene verhoging. De rectoren mikken hiervoor sowieso pas op 2024 en later, na de verkiezingen dus.

Het is een beproefde tactiek: onvoldoende middelen voorzien zodat uiteindelijk de rectoren zelf vragen om een verhoging van het inschrijvingsgeld. De rechtse politici zullen hierover zwijgen tijdens de campagne om meteen na de verkiezingen het inschrijvingsgeld te verhogen. Dat deed Hilde Crevits ook al toen ze in 2014 als onderwijsminister het inschrijvingsgeld verhoogde van 620 naar 890 euro. Dat laatste bedrag is door indexaties ondertussen gestegen tot 1.092 euro voor een studiejaar vanaf september. Ter herinnering: in de televisiereeks ‘1985’ zagen we beelden van studentenprotest tegen de 10.000 (Frank, omgerekend 250 euro). Dat hoge inschrijvingsgeld komt bovenop alle kosten voor cursussen, huisvesting, verwarming, vervoer, eten … die de afgelopen jaren eveneens fors de hoogte ingingen.

Het is niet verwonderlijk dat drie kwart van de studenten een job heeft naast de studies, meer dan 70% werkt ook tijdens het schooljaar en één op drie zelfs tijdens examenperiodes. Het is bijzonder cynisch dat onderwijsexpert Van Damme van de OESO stelt dat een hoger inschrijvingsgeld ervoor kan zorgen dat studenten sneller afstuderen: “Door het duurder te maken motiveer je studenten er alles aan te doen om te slagen.” Als studenten vandaag langer over hun studies doen, is dit vaak het resultaat van het feit dat ze studeren noodgedwongen combineren met werken. Hoger inschrijvingsgeld zal dit enkel verergeren. Studiedruk, werkdruk en financiële zorgen maken de problemen inzake mentale gezondheid onder jongeren erger.

Scholieren en studenten in actie tegen hoger inschrijvingsgeld in 2014.

De rectoren beperken zich tot de vaststelling dat er onvoldoende middelen zijn en dat dit de kwaliteit van het onderwijs ondergraaft. De Gentse rector rekende voor dat zijn universiteit in 2008 ongeveer 8.000 euro toelage per student kreeg tegenover 6.650 euro dit jaar. Van de Walle schreef in zijn opiniestuk dat een hoger inschrijvingsgeld moet besproken worden. “Wie het debat daarover weigert, dient de consequenties van die houding te aanvaarden: ofwel verhoogt men dan de overheidstoelagen; ofwel heeft men de moed om besparingsvoorstellen te doen die nog verder gaan dan de besparingen die sowieso op stapel staan.”

De strijd organiseren voor meer publieke middelen is voor de rectoren echter geen optie, daarvoor staan ze klaarblijkelijk te dicht bij de minister of toch althans bij de besparingslogica van de afgelopen jaren. Het is geen slip of the tongue als Van de Walle schrijft dat een verhoging van het inschrijvingsgeld “wenselijk” is. De afgelopen jaren zijn er miljoenen bespaard op het hoger onderwijs, volgens ACOD UGent is er ondertussen een jaarlijkse besparing van 590 miljoen euro op een totaal budget voor hoger onderwijs van 2,155 miljard euro. Deze besparingen doorschuiven op de studenten is onaanvaardbaar. Het ondermijnt de toegankelijkheid van hoger onderwijs, het is een besparing op de toekomstige generaties. Het is een poging om studenten en personeel tegenover elkaar op te zetten. Er is nood aan gezamenlijke strijd tegen de besparingen en de tekorten.

De acties in het Franstalig onderwijs tonen het potentieel. Al maandenlang zijn er grote betogingen en werkonderbrekingen. Studenten en personeelsleden van het Nederlandstalig onderwijs, zowel het hoger onderwijs als andere niveaus, hebben er alle belang bij om aansluiting te zoeken bij het Franstalig onderwijsprotest en ook langs Nederlandstalige kant de gezamenlijke strijd te organiseren voor meer publieke middelen voor kwaliteitsvol onderwijs.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist