Frans protest houdt aan. Vechten om te winnen!

De tweede actiedag tegen de pensioenhervorming van Macron overtrof de eerste. Op 19 januari waren er twee miljoen betogers, op 31 januari waren dat er 2,8 miljoen. Dat zijn historische aantallen. Het toont hoe gevoelig de aanval op de pensioenen ligt. Het spook van de poging tot ‘hervorming’ in 1995 waart opnieuw rond: toen werd die aanval van tafel geveegd door een sterke stakingsbeweging. Als de Franse pensioenleeftijd vandaag lager is dan in België komt dit omdat de arbeidersbeweging met een sterkere krachtsverhouding de strijd voor de pensioenen aangaat. Dat kan een belangrijke inspiratiebron zijn indien ook in België verdere aanvallen op de pensioenen gepland worden.

Hieronder brengen we een vertaling van een pamflet van de Franse leden van International Socialist Alternative.

We kennen het oude gezegde: we leven langer, dus moeten we langer werken. Het maakt niet uit of op 64-jarige leeftijd 29% van de armste 5% van de werknemers al dood is en dus nooit zal kunnen genieten van het pensioenstelsel waaraan zij hun hele leven hebben meebetaald. Het is ook ondenkbaar om dit systeem te herfinancieren met meer overheidsgeld, dat ontbreekt. De belastingen op bedrijfswinsten zijn namelijk gedaald van 33,3% in 2017 naar 25% in 2022, dat wil zeggen een daling van een derde naar een kwart in de eerste vijf jaar van Emmanuel Macron.

De regering probeert de pil van de pensioenhervorming door te drukken met zogenaamd progressieve maatregelen, zoals de verhoging van het minimumpensioen van 900 euro naar 1200 euro. Mediapart heeft berekend dat slechts 48 mensen aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen om er recht op te hebben!

Vrouwen ontvangen nu al gemiddeld 40% minder pensioen en de verhoging van de pensioenleeftijd tot 64 jaar zal voor velen hard aankomen. Een aanval op de economische onafhankelijkheid van vrouwen vergroot het gevaar dat ze in gewelddadige relaties terechtkomen. Betere lonen en pensioenen: het aanpakken van economisch geweld is de eerste stap om gendergerelateerd geweld aan te pakken.

Deze hervorming komt op een moment dat de situatie al bijzonder explosief is, met stijgende prijzen voor de Franse werkenden die geen automatische loonindexering kennen (met uitzondering van het minimumloon). Er is nochtans geld. De bedrijven van de CAC40, het Franse equivalent van de Bel20, deelden in 2022 maar liefst 80,1 miljard euro uit aan hun aandeelhouders. De 42 Franse miljardairs zijn samen goed voor een vermogen van 544 miljard euro, ongeveer evenveel als alle rijkdom die op een jaar tijd in België wordt geproduceerd. Ook dat is een record. Een grote uitgavenpost van de Franse overheid is die van overheidssteun aan bedrijven. Het gaat om 157 miljard euro per jaar. 

De acht belangrijkste vakbondsfederaties (CFDT, CGT, FO, CFE-CGC, CFTC, Unsa, FSU en Solidaires) hebben zich verenigd in een gemeenschappelijk front, iets wat in Frankrijk sinds 2010 (toen de pensioenleeftijd onder Sarkozy werd verhoogd van 60 naar 62 jaar) niet meer is voorgekomen. Eind 2019, begin 2020 gaf een nieuwe aanval op de pensioenen aanleiding tot een harde strijd. Het ontbreken van een doortastend actieplan voor een herleidbare algemene staking, zorgde er toen voor dat het momentum verloren ging. Een militant van de CGT merkte onlangs in de krant Libération op: “Zonder lockdowns was het hen in 2019/2020 niet gelukt.”

Lessen uit de strijd om koopkracht

De stakingsbeweging in de raffinaderijen afgelopen najaar had het vertrouwen in andere sectoren aangewakkerd. Midden september kon men zich niet voorstellen dat enkele weken later een algemene strijd op gang zou komen en dat zich een dergelijke dynamische stakingsbeweging zou ontwikkelen.

Eind september hadden de CGT en Solidaires opgeroepen tot twee nationale stakingsdagen. Die waren geen complete mislukking, maar ook helemaal niet wat nodig was om een strijd te winnen. De stakingsdagen waren slechts met tegenzin georganiseerd, vooral als reactie op de oproepen van Mélenchon en La France Insoumise die de woede onder de basis probeerden om te zetten in een sociale beweging in september.

CGT-topman Philippe Martinez toonde in juni al dat hij niet bereid was om een algemene beweging op te bouwen. “Sociale mobilisaties zijn de verantwoordelijkheid van de vakbonden,” antwoordde hij op de oproepen van Mélenchon. Die laatste had zonder succes geprobeerd de vakbonden te mobiliseren voor de ‘mars tegen de hoge prijzen en het falende klimaatbeleid’ op 16 oktober. Deze mars werd uiteindelijk een groot succes met meer dan 100.000 aanwezigen in Parijs. Nochtans werd verwacht dat de mobilisatie voor deze mars moeilijk zou zijn, gezien de context van beperkte strijd maar ook vanwege de terechte kritiek op de rampzalige aanpak van de affaire-Quatennes door Mélenchon en de leiding van La France Insoumise.

De nieuwe context van het begin van de veralgemening van de stakingen versterkte echter de mobilisatie. De mars van 16 oktober kwam op het juiste moment, zowel om de woede tot uiting te laten komen als om eindelijk opnieuw vastberaden tegenover de patroons en de regering naar buiten te komen.

De CGT-leiding was niet van plan om naar een algemene stakingsbeweging toe te werken. Het was de groeiende woede van de basis, aan de oorsprong van de stakingsacties, die de vakbondsleiding ertoe aanzette verder te gaan dan zij aanvankelijk van plan was.

Zonder deze krachtige staking in de raffinaderijen zou het bereikte akkoord – hoe zwak ook – nooit het licht hebben gezien. Het is ook deze nieuwe context van sociale onrust die Macron ertoe dwong de lancering van zijn pensioenhervorming uit te stellen tot begin dit jaar. Eens te meer toonde deze beweging aan dat enkel strijd loont, dankzij het wapen van de staking en rond offensieve eisen.

Het wapen van de staking ernstig gebruiken

Er is meer nodig dan een opeenvolging van actiedagen en stakingen die niet met elkaar verbonden zijn. De regering rekent erop dat de beweging alle kanten opgaat en uiteindelijk geen overwinning kan behalen. Het is noodzakelijk om op de werkplekken strijdbijeenkomsten te organiseren die openstaan voor alle collega’s, of ze nu lid zijn van een vakbond of niet. Soortgelijke comités kunnen opgezet worden in de middelbare scholen, aan de universiteiten en in de wijken. Zo kan gebouwd worden naar een algemene staking die telkens verlengd wordt. Dat is de wijze waarop we de pensioenhervorming kunnen stoppen, maar ook de regering-Borne en heel het besparingsbeleid ten val brengen.

Van onderuit organiseren is essentieel om te voorkomen dat de strijd van bovenaf wordt verraden (in het bijzonder door de leiding van de CFDT). Een staking van de treinbegeleiders tijdens de vakantie gaf een aanzet daartoe. De stakers organiseerden zich onder meer via de Facebook-pagina ‘Collectif National ASCT’ (agents, service commercial, trains) om de staking te versterken en de vakbondsleiders te dwingen om de stakingsaanzegging te bevestigen. Tijdens de stakingen in de raffinaderijen in september en oktober 2022 werd elke dag door het Total-personeel democratisch gestemd over de verderzetting van de staking de volgende dag. Met dergelijke methoden kan de betrokkenheid van alle werkenden versterkt worden waardoor we sterker staan en kunnen winnen. De zwakte van de beweging in de raffinaderijen was haar isolement, waardoor de autoriteiten de opeising van personeel konden afdwingen. Dit benadrukt enkel maar de noodzaak om een brede beweging op te bouwen die gebaseerd is op de maximale betrokkenheid van de volledige arbeidersklasse.

Extreemrechts durft zich niet frontaal tegen de beweging te verzetten. Dit soort bewegingen op basis van klassenstrijd is nochtans een nachtmerrie voor Le Pen en co, omdat het de hypocrisie van hun verbale oppositie tegen de aanvallen op de pensioenen ontmaskert. Hun wereld is dezelfde als die van Macrons vrienden, met als extra bonus dat ze de hele sociale beweging fysiek willen verpletteren en met hun laarzen racisme opleggen als de enige manier van denken. De arbeidersbeweging in actie is de beste remedie tegen de verdeeldheid die binnen de arbeidersklasse wordt gezaaid, omdat eenheid noodzakelijk is om te winnen.

Een internationaal massaal verzet opbouwen

Stakingsbewegingen moeten internationaal worden gecoördineerd. Eind september kreeg de strijd van de raffinaderijarbeiders solidariteit van verschillende vakbonden in Europa. In de buurlanden wordt momenteel een belangrijke vakbondsstrijd gevoerd. Vorig najaar beleefde Groot-Brittannië zijn grootste stakingsbeweging in decennia – een beweging die nu in januari terug is en die explosief belooft te worden. Ook in België wordt al maanden gestaakt in verschillende sectoren, met als hoogtepunt een algemene 24-urenstaking op 9 november.

Een internationalistische aanpak moet deel uitmaken van elke strijdbeweging. Waar blijft de oproep voor een Europese algemene stakingsdag?

Voor een democratische socialistische samenleving

Een algemene democratische economische planning van de samenleving is dringend nodig: om de productie te richten op wat nodig is, op de werkelijke behoeften van de grote meerderheid van de bevolking en die van onze planeet.

We moeten discussiëren over en toewerken naar een ander soort economisch systeem, naar een maatschappij die vrij is van uitbuiting en de wet van de winst: een democratische socialistische maatschappij. Dat is de enige die ervoor kan zorgen dat een handvol ultrarijken niet alles naar hun hand zet. Het is de enige die het harmonieuze bestaan van de mens en zijn omgeving kan garanderen.

In deze strijd om zich de middelen toe te eigenen, een dergelijk programma uit te voeren en een maatschappelijke verandering tot stand te brengen, is het de georganiseerde arbeidersklasse die een leidende rol kan spelen en de klimaatbeweging, de vrouwenbeweging en andere sociale bewegingen met zich kan verenigen. Dit zou de basis leggen voor de omverwerping van het kapitalistisch systeem.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie