Akkoord over kernenergie. Regering geeft toe aan Engie

Begin januari bereikten de federale regering en Engie een akkoord: de energiemultinational zal de kernreactoren in Doel 3 en Tihange 4 blijven uitbaten voor een periode van 10 jaar vanaf 2026. Deze overeenkomst komt er na meer dan zes maanden onderhandelingen. Achter het akkoord schuilt een capitulatie van de regering, die onder druk staat van de energiecrisis en compleet vastzit in de marktlogica.

door Clement C. (Luik)

Een stap vooruit, twee achteruit

Op 18 maart 2022 besliste de federale regering om de kernuitstap, die toen gepland was voor 2025, met 10 jaar uit te stellen. Achter dit besluit zat de angst voor energietekorten door de oorlog in Oekraïne en de verdediging van de ‘energiesoevereiniteit’ van het land. Engie uitte zeer snel haar twijfels over de haalbaarheid van deze verlenging, waarbij het wees op technische en logistieke moeilijkheden. Het bedrijf stelde dat het ontmantelingsproces al te ver gevorderd was, dat er meer tijd nodig was voor de bouw van de noodzakelijke infrastructuur bij een verlenging, dat er onvoldoende opgeleid personeel was en dat er bovendien vertraging was bij de levering van brandstof.

Er waren kortom wel wat argumenten om de druk op te voeren zodat het belangrijkste doel werd bereikt, met name het veiligstellen van de lucratieve winsten die het concern maakt en wil blijven maken met kernenergie. In juni was de CEO van Engie duidelijk wat dit betreft. Hij legde cynisch uit dat het rendement van de investering te onzeker was omdat de hoge energieprijzen kunnen dalen.

In tegenstelling tot de vele gezinnen die in de problemen komen door de hoge energierekeningen, hoeft Engie zich geen zorgen te maken over haar financiële gezondheid. In de eerste negen maanden van 2022 steeg de omzet van de groep met 85% (La Dernière Heure, 10 november 22). Volgens energiedeskundige Damien Ernst, die voorstander is van kernenergie, zou de exploitatie van een reactor 1 tot 1,5 miljard euro winst per jaar opleveren, afhankelijk van de prijzen.

De wens van de regering om de twee reactoren langer te laten draaien, is dus een gouden kans voor Engie-Electrabel. Bovendien biedt het de groep de gelegenheid om te eisen dat de overheid een deel van de investeringen financiert, maar ook en vooral om zich zoveel mogelijk te ontdoen van de verantwoordelijkheid voor de definitieve verwerking van kernafval.

Verliezen voor de gemeenschap, winsten voor de aandeelhouders

Op het moment van schrijven zijn alleen de hoofdlijnen van de overeenkomst bekend. De overheid zal 50% van de noodzakelijke investeringen voor de verlenging voor zijn rekening nemen en de reactoren mede beheren via een publiek-private structuur waarvan de financieringsvoorwaarden nog onbekend zijn. Dit plaatst het bedrijf ongetwijfeld in een sterke positie om belastingen op de winsten te vermijden of opnieuw te onderhandelen. Als kers op de taart kreeg Engie een plafond voor haar bijdrage aan de kosten van de verwerking van het afval dat na 40 jaar nucleaire exploitatie is geproduceerd.

Momenteel is het in België geproduceerde kernafval op een “tijdelijke maar veilige” manier opgeslagen. Er is nog geen definitieve opslagoplossing. De geraamde kosten van deze definitieve opslag, waarvan een aanzienlijk deel nu door de gemeenschap zal gedragen worden, stijgen jaar na jaar met enkele miljarden. Tot de actoren die verantwoordelijk zijn voor de berekening van de kosten voor de ontmanteling van de kerncentrales en het afvalbeheer behoort de Commissie voor nucleaire voorzieningen van de FOD Economie. Recent kreeg die commissie een nieuwe voorzitter: Kevin Welch. De man was eerder strategisch directeur bij Engie.

Het akkoord past dus in het al te bekende riedeltje van ‘de lusten voor de privé, de lasten voor de gemeenschap’.

Of het nu gaat om de bevoorrading of de prijs, energie is te essentieel om over te laten aan private bedrijven die enkel oog hebben voor de recorddividenden die ze aan hun aandeelhouders kunnen uitkeren. Elke maatregel om de energiecrisis aan te pakken vereist dat de hele sector in publieke handen komt onder democratische controle van de gemeenschap, zoniet dreigen deze de crisis enkel erger te maken. We zien het met dit akkoord, maar ook met de prijsplafonds zoals in Frankrijk, waar de gemeenschapsmiddelen worden gebruikt om het verschil aan de private bedrijven te betalen. Wat met de ene hand afgenomen wordt, keert met de andere hand meteen terug.

Door de energiesector en de andere sleutelsectoren van de economie te nationaliseren onder controle van de gemeenschap, zou het mogelijk zijn om massaal te investeren in de productie van hernieuwbare energie en tegelijkertijd het energieverbruik te rationaliseren. Dat kan met het systematisch plannen van de isolatie van woningen, de ontwikkeling van het openbaar vervoer, minder vervuilende en energieverslindende technologieën in de industrie … Een planmatige aanpak is nodig om te garanderen dat iedereen toegang tot energie heeft, met respect voor de veiligheid van de mens en de toekomst van het menselijk leven op de planeet.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie