Peru. Massaal verzet tegen staatsgreep gaat door

Analyse door Darragh O’Dwyer (Socialist Alternative, ISA in Engeland, Wales & Schotland)

Het jaar 2022 eindigde in Peru vol chaos. Toen de voormalige president Pedro Castillo probeerde het parlement te ontbinden en een ‘uitzonderingsregering’ te installeren, werd hij als president afgezet en gearresteerd in een parlementaire staatsgreep, gesteund door de hele Peruaanse oligarchie. In reactie hierop is een massabeweging van arbeiders, armen en inheemse bevolkingsgroepen ontstaan die opkomt voor de vrijlating van Castillo, het aftreden van de onwettige president Dina Boularte en voor het houden van nieuwe verkiezingen.

De aanvankelijk kleine protesten begonnen vrijwel onmiddellijk na de afzetting van Castillo, maar raakten al snel in een stroomversnelling. Hoewel Boularte eerst verklaarde tot 2026 aan de macht te willen blijven, krabbelde ze terug en vervroegde ze de verkiezingen naar 2024, een toegeving die de beweging niet kon sussen. Na de eerste confrontaties tussen betogers en ordediensten, kondigde de Peruaanse coupregering een maand lang de noodtoestand af in een poging de beginnende opstand de kop in te drukken. Wegblokkades, sluitingen van luchthavens en straatbetogingen veroorzaken een grootschalige economische ontwrichting die naar schatting tot 50-60 miljoen dollar per dag kost.

Het is geen toeval dat de protesten zich concentreren in het zuiden, in provincies waar de armoede tot de ergste van Peru behoort. Dit waren ook bolwerken van steun voor Castillo en de Peru Libre-partij bij de presidentsverkiezingen van vorig jaar. In Apurimac, Ayacucho en Cusco haalde Castillo meer dan 80% van de stemmen. Puno, de armste regio van Peru (slechts 40% van de inwoners heeft toegang tot basisvoorzieningen als water, licht en sanitair) werd het epicentrum van de strijd. Castillo won hier ook onder de inheemse bevolking van Quechua en Aymara – zij die het meest te lijden hebben onder de verschrikkingen van het Peruaanse kapitalisme en die het meeste te winnen hebben bij Castillo’s verkiezingsbeloften om het op te nemen tegen de heersende elite.

Hoewel sommigen nu oproepen tot Castillo’s herstel als president, mag dit niet worden opgevat als algemene steun voor zijn programma en staat van dienst. De meest radicale lagen in de voorhoede van de strijd hebben ernstige kritiek op Castillo en zijn zich er terdege van bewust dat hij fatale fouten heeft gemaakt die de basis hebben gelegd voor de crisis van zijn regering, een crisis die door de reactionaire coupplegers is aangegrepen.

Groeiende beweging botst op brutale repressie

Na een pauze in de strijd tijdens de kerstperiode kwamen de protesten in het nieuwe jaar weer op gang. De Asamblea Macroregional Sur, een pas opgerichte regionale assemblee van arbeiders- en landbouwersvakbonden, riep op tot een staking van onbepaalde duur die op 4 januari begon. Ondanks de toegenomen druk, heeft Boularte haar voornemen om aan de macht te blijven bevestigd: “Ik zal niet aftreden, ik ben toegewijd aan Peru en niet aan een kleine groep die het land laat bloeden.”

Het is nochtans pijnlijk duidelijk dat het de coupregering en de Peruaanse staat zijn die het land laten bloeden. Na een maand van protesten staat het dodental op 50, de overgrote meerderheid door toedoen van de Peruaanse staatstroepen. Er zijn twee bloedbaden aangericht; de eerste op 15 december in Ayacucho, waar het Peruaanse leger 10 betogers vermoordde; de tweede op 9 januari in de stad Juliaca, Puno, waar de politie 17 mensen doodde, de meerderheid met scherp.

Schandalig genoeg heeft de coupregering geprobeerd het bloedvergieten te rechtvaardigen met grove typeringen van betogers als terroristen, een klassieke tactiek van Peruaans rechts, bekend als ‘terruqueo’, die socialisten en vakbondsleden er regelmatig van beschuldigen banden te hebben met de in ongenade gevallen maoïstische guerrillagroep Sendero Luminoso (Lichtend Pad).

Gewelddadige staatsrepressie als reactie op massale opstanden is de afgelopen periode internationaal een belangrijk kenmerk geweest. Van Nigeria tot Chili en van Iran tot Colombia wordt de heersende klasse in het nauw gedreven en vertrouwt zij steeds meer op bruut geweld om de controle te behouden. Toch dient dit vaak als een zweep van een contrarevolutie, met als onbedoeld effect een verdere radicalisering van de beweging.

En dit is precies wat er in Peru is gebeurd: ondanks een uitgaansverbod van drie dagen is op het stadsplein van Juliaca een massabetoging gehouden voor de begrafenis van de mensen die dagen eerder waren vermoord. Het aantal blokkades is blijven toenemen. De Algemene Confederatie van Arbeiders van Peru (CGTP) is gedwongen een actievere rol te spelen door betogingen en bijeenkomsten in Lima aan te kondigen.

Rotte regering

Boularte was  vice-president onder Castillo en stond op dezelfde lijst als Peru Libre, hoewel zij altijd werd gezien als een vertegenwoordiger van het Peruaanse kapitalisme. De nieuwe regering bestaat nu uit technocraten en aanhangers van de rechtse ex-president Fuijimori, waartegen Boularte campagne voerde tijdens de verkiezingen van 2021. De werkgeversfederatie Confiep steunde de coupregering en slaakte een zucht van verlichting omdat hun politieke vertegenwoordigers de teugels weer in handen namen.

Om te zien hoe rot de vertegenwoordigers van de Peruaanse oligarchie in de nieuwe regering zijn, volstaat het om te kijken naar parlementslid Alberto Morante Figari van de partij Fuerza Popular (Volksmacht) van Keiko Fujimori. Hij maakte van de politieke chaos gebruik om wetgeving aan te nemen die de bescherming van geïsoleerde inheemse volkeren in het Amazonegebied opheft.

Op dinsdag 10 januari won de nieuwe regering een motie van vertrouwen met een aanzienlijke marge van 73 voor en 42 tegen, een schijnbaar krachtig signaal. Maar dit parlement, gedomineerd door rechtse en gevestigde partijen, is geen accurate weerspiegeling van het werkelijke evenwicht van de klassenkrachten. In feite wijst de reactie van het Boularte-regime op zwakte en diepe instabiliteit. Onder druk van onderaf zijn onlangs drie ministers afgetreden wegens verzet tegen het neerslaan van de protesten en uit een opiniepeiling van 15 januari bleek dat 88% van de bevolking de opstelling van het parlement afkeurde.

Politieke wanorde symptoom van een door crisis geteisterd systeem

De huidige crisis in Peru is de laatste in een reeks van politieke drama’s die het Andesland recent hebben overspoeld. Boularte is de zesde president in vier jaar en de tiende sinds 2000, waarbij de meeste van haar voorgangers van het toneel verdwenen met schandalen, afzettingen en, in het geval van Alan Garcia, zelfmoord.

In november 2020 leidde de onrechtmatige afzetting van de toenmalige president Martin Vizcara tot een golf van protesten tegen het hele politieke systeem en de corrupte elite. Ze werden ook gevoed door massale woede over de schrijnende armoede die tijdens de COVID-19 pandemie nog erger werd. Peru had overigens het hoogste relatieve sterftecijfer ter wereld. De eis voor een grondwetgevende vergadering om een nieuwe grondwet op te stellen werd enorm populair onder arbeiders en de arme massa’s als een uitweg uit de politieke, sociale en economische crisis.

Frederich Engels legde uit hoe grondwetten, verre van tijdloze idealen, producten zijn van de klassenstrijd “die door de zegevierende klassen na zwaar bevochten gevechten zijn opgesteld.” De Peruaanse grondwet van 1993 werd opgesteld onder de dictatuur van Fujimori, een regime dat een brutaal neoliberaal economisch beleid voerde, gekoppeld aan moorddadige repressie en een reactionaire sociale agenda, en dat een historische nederlaag betekende voor de arbeidersklasse en de onderdrukten. Als zodanig weerspiegelt het de heerschappij van de verafschuwde Peruaanse oligarchie. Castillo maakte van de bijeenroeping van een grondwetgevende vergadering een centrale eis in zijn presidentscampagne van 2021.

De opgang van Castillo

Castillo is een plattelandsleraar en vakbondsman die uit het niets leek te komen, maakte deel uit van Peru Libre, een zelfverklaarde marxistische partij onder leiding van Vladmir Cerrón. Hij beloofde de mijnen te nationaliseren en de rijken belastingen op te leggen om de welig tierende armoede en ongelijkheid te bestrijden. “Geen arme mensen in een rijk land” was de voornaamste slogan van een campagne die inspeelde op het ongenoegen van de Peruaanse massa’s en hun ziedende woede jegens een corrupte oligarchie die algemeen wordt beschouwd als slaafse handlangers van de multinationals die de enorme natuurlijke rijkdommen van Peru plunderen.

Castillo versloeg nipt de rechtse Keiko Fujimori (met slechts 45.000 stemmen), de dochter van dictator Alberto Fujimori. Deze laatste werd gesteund door de burgerij, die alle beschikbare krachten inzette voor een rabiate anticommunistische en racistische campagne. Ondanks Castillo’s zwakke punten, zoals zijn slechte standpunten over vrouwen- en LGBTQ+-rechten en zijn bereidheid om toegevingen te doen aan zijn programma, was zijn triomf een enorme overwinning voor de arbeidersklasse en de onderdrukten. Het was dan ook duidelijk dat de heersende klasse vanaf de eerste dag alles in het werk zou stellen om elk links politiek project te ondermijnen en te saboteren.

Zoals ISA destijds waarschuwde, maakte de huidige periode van wereldwijde kapitalistische crisis, die vooral in Latijns-Amerika tot uiting komt, de speelruimte voor Castillo steeds kleiner. De uitvoering van de belangrijkste aspecten van zijn beperkte programma, zoals de nationalisatie van de mijnbouwsector, herverdeling van de rijkdom en een agrarische hervorming, zou stuiten op de bittere weerstand van de Peruaanse kapitalisten en kan alleen worden bereikt door voortdurende mobilisatie van de arbeidersklasse, de armen en de inheemse bevolking.

Zwakte zet aan tot agressie

In plaats van een openlijke strijd te voeren tegen de corrupte heersende elite die hij tijdens zijn verkiezingscampagne hekelde, koos Castillo de weg van de klassenverzoening. Hij zwichtte voor de druk en zwakte onmiddellijk de meer radicale aspecten van zijn programma af om de angst van de kapitalisten weg te nemen, die doodsbang waren voor de dreiging van de arbeiders, de armen en de inheemse bevolking die door Castillo’s overwinning werden gestimuleerd.

Castillo’s pogingen om de heersende klasse te sussen leverden niets op. Voor 7 december had hij twee pogingen tot afzetting overleefd en werd er een onderzoek tegen hem ingesteld wegens beschuldigingen van corruptie en betrokkenheid bij een ‘crimineel netwerk’ in de Peruaanse regering. Deze politieke manoeuvres waren wanhopige maatregelen van de burgerij om een linkse president uit de weg te ruimen.

Helaas reageerde Castillo op deze aanvallen door verdere toegevingen te doen en de toenmalige premier Guido Bellido en andere als radicaler beschouwde ministers te ontslaan om hen te vervangen door gematigder figuren. In amper 17 maanden tijd waren er niet minder dan vijf regeringen en bijna 80 ministers.

Een dergelijke aanpak vervreemdde degenen die op Castillo stemden, die graag een slag wilden toebrengen aan de oligarchie, maar teleurgesteld raakten door de niet nagekomen beloften van radicale veranderingen. Onder druk van onderaf dwong Peru Libre afgelopen juni tot ontslag uit de partij wegens het uitvoeren van een neoliberaal programma.

Hoewel Peru Libre Boularte meer dan een jaar geleden heeft uitgesloten omdat zij het publiekelijk oneens was met de partij, is het de vraag waarom zij überhaupt lid was en een centrale positie kreeg. Dit wijst op een diepere zwakte van de leiding van Peru Libre. In plaats van een massapartij van de arbeidersklasse en de onderdrukten op te bouwen, die democratisch door haar leden wordt bestuurd, heeft zij gekozen voor een beleid van allianties met pro-kapitalistische krachten. Dat is een ernstige fout die tot de huidige situatie heeft geleid.

Welke weg vooruit?

Er kan een oprecht gevoel zijn dat Castillo vanaf het begin gedoemd was te mislukken. Had hij ooit echt een kans om het op te nemen tegen het imperialisme, de Peruaanse heersende klasse en hun corrupte politieke systeem? Hoewel we de meedogenloosheid van de Peruaanse oligarchie geenszins onderschatten, is er niets onvermijdelijks aan de huidige situatie. Als Castillo de onderdrukte massa’s die hem aan de macht brachten had gemobiliseerd en zijn positie had gebruikt om de organisatie van de arbeidersklasse en de basis te verdiepen, dan stond hij vandaag veel sterker.

De mensen op straat trekken radicale conclusies en de afgelopen 17 maanden hebben ongetwijfeld harde lessen opgeleverd over de beperkingen van het reformisme. Nu moeten de Peruaanse massa’s op hun eigen kracht vertrouwen en doorgaan met het opbouwen van lokale strijdcomités om arbeiders, landbouwers en inheemse mensen te verenigen en hen in staat te stellen de volgende stappen van de beweging, inclusief zelfverdediging, democratisch te bespreken en te coördineren.

Deze moeten op regionale basis met elkaar verbonden worden, naar het voorbeeld van de Asamblea Macroregional Sur, en uiteindelijk verbonden worden met een nationale vergadering van gekozen afgevaardigden uit het hele land, met een gezamenlijke inspanning om de stakingsbeweging te verdiepen en uit te breiden tot buiten het zuiden. Met de volle kracht van de werkende massa’s, zouden de onmiddellijke democratische eisen voor het aftreden van Boularte, de vrijlating van Castillo en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen snel kunnen worden ingewilligd.

Mocht de heersende klasse geen andere keuze zien, dan kan zelfs de eis van het volk voor een grondwetgevende vergadering worden ingewilligd. Er moeten echter lessen worden getrokken uit het naburige Chili, waar de burgerij er alles aan heeft gedaan om dit proces tot een farce te maken, door ervoor te zorgen dat het binnen veilige institutionele kanalen bleef waarbij de onschendbaarheid van de kapitalistische eigendomsverhoudingen gehandhaafd bleef. ISA daarentegen is voorstander van een revolutionaire Grondwetgevende Vergadering, bestaande uit afgevaardigden van de vakbonden, boeren- en inheemse organisaties, en vertegenwoordigers van de studenten-, feministische en LGBTQ+-bewegingen, rechtstreeks gekozen door de volksorganen die vandaag ontstaan in de strijd, waarbij elke vertegenwoordiger permanent afzetbaar is.

Met andere woorden, een grondwetgevende vergadering waarin de arbeidersklasse en de onderdrukten het voor het zeggen hebben en een uitweg uit de crisis kunnen vinden door de systematische wortels van de armoede, onderdrukking en corruptie, die in het kapitalisme en het imperialisme liggen, aan te pakken.

Dat zou betekenen dat het oorspronkelijke beperkte programma van Castillo verder gaat en dat de mijnbouw, de verwerkende industrie, het vervoer en het bankwezen uit handen van de multinationals en de Peruaanse kapitalisten worden genomen en onder democratisch arbeidersbestuur worden geplaatst; een echte landbouwhervorming die het land van de grootgrondbezitters afpakt en herverdeelt onder de landbouwers en de inheemse bevolking; en uitbreiding van de rechten van vrouwen en LGBTQ+-personen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie