Recensie. ‘Fuck de media, red de pers’

Dit boek van Guido Van Liefferinge is een aanklacht van het huidige medialandschap. De auteur was zelf decennialang actief als journalist en is dat vak zeker nog niet verleerd. De aanklacht is scherp en omvattend. Hij haalt uit naar de ‘sociale media’ die hij consequent (a)sociale media noemt, maar ook naar wat er overblijft van wat hij de pers noemt. Dat zijn de kranten en eigenlijk meer algemeen de journalistiek.

Door Geert Cool

Van Liefferinge beschrijft de teloorgang van de pers, maar moet en passant erkennen dat door commercie bepaalde pers niet zo nieuw is. Hij beschrijft hoe in de 19de eeuw al de eerste mediabonzen opdoken die vanuit winstbejag om het even wat publiceerden, als het de advertentiemarkt maar ten goede kwam. Deze manier van werken zindert door in onder meer de Britse tabloids. Hun ideologische rol wordt samengevat door deze graffitislogan: ‘De rijken en de machtigen pissen op ons, de media maken ons wijs dat het regent’.

Dit fenomeen wordt versterkt door concentratie en monopolievorming. Over één van de sleutelfiguren daarbij, de extreemrechtse narcist Rupert Murdoch, gaat een volledig hoofdstuk in dit boek. Van Liefferinge beschijft hoe Murdoch een machtspositie uitbouwde en die gebruikte om zijn winsten veilig te stellen en verder uit te breiden. Politici lagen aan zijn voeten, Tony Blair trok naar Australië om zijn steun te krijgen. ‘Het is beter om een tijger te berijden dan hem je nek te laten overbijten’, zou Blair daarover gezegd hebben. Voor Murdoch zaten er eens te meer voordelen voor zijn eigen bedrijven in. Hij werd door een communicatieverantwoordelijke van Blair achteraf de 24ste minister van de Labourregering genoemd. Voor alle duidelijkheid: een onverkozen minister die daar enkel zat om zijn eigen zakenbelangen te verdedigen. De journalisten van Murdoch schrijven enkel wat hun grote baas wil. ‘Je wordt geen hoofdredacteur van een tabloid zonder een vrij verachtelijke persoon te zijn’, merkte één van hen ooit op.

Ook bij ons is er een verschraling van het aanbod, met in de praktijk nog twee grote spelers op de mediamarkt: DPG (VTM, Het Laatste Nieuws, De Morgen, Dag Allemaal, Humo) en Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad). De laatste geslaagde poging om een nieuw dagblad op te richten was in 1968, toen de voorloper van ‘De Tijd’ werd gelanceerd door de werkgeversfederatie die vandaag de naam VOKA hanteert. Dit klopt slechts gedeeltelijk: sindsdien kwam ook Metro uit, een gratis dagblad waarin de nadruk nog meer op advertenties ligt. Maar wel is het zo dat enkele grote spelers de volledige markt controleren, van tijdschriften over kranten tot televisie waarbij die elkaar versterken.

Het effect van de monopolievorming is volgens Van Liefferinge rampzalig. “De toxische excessen in de media zijn verontrustend en niet langer beheersbaar. Vergelijkingen met de COVID-19-pandemie zijn niet overdreven. Er zal een krachtig vaccin moeten worden ontwikkeld om het tij te doen keren,” schrijft hij. En dan moest hij nog beginnen aan zijn nog scherpere aanklacht van de sociale mediabedrijven… Hierna verwacht de lezer uiteraard een aanzet tot hoe een vaccin er zou kunnen uitzien, maar dat is helaas de grootste zwakte van dit boek. Het legt bloot hoe het kapitalistische winstbejag een uitdrukking vindt in alle vormen van media, maar het antwoord daarop blijft beperkt tot oproepen voor meer democratie. Een wild beest temmen, gebeurt echter niet door het vriendelijk te vragen om zich beter te gedragen. De private eigendom van de productiemiddelen moet betwist worden.

De mogelijkheden van sociale media zijn enorm, zowel ten goede als ten kwade. Van Liefferinge verwijst naar Isaac Asimov: “Het meest trieste aspect van het leven nu is dat de wetenschap sneller kennis verzamelt dan de samenleving wijsheid.” Hij beschrijft dat veel mensen meegesleept werden in de hype van de smarttechnologie en de hebzucht die daarmee gepaard gaat. De bijtende kritieken op de grote mediabedrijven zijn uiteraard meer dan terecht, de multinationals zijn enkel op hun winsten gericht en offeren daar de mentale gezondheid van hun gebruikers graag voor op. In 2017 had Facebook op zijn eentje al meer reclame-inkomsten dan alle Amerikaanse kranten samen, merkt de auteur op. Dit gaat gepaard met een afbouw van de mainstream media. Van Liefferinge wijst op de situatie in de VS: “Op de krantenredacties lopen er nu de helft minder journalisten rond dan vijftien jaar geleden. In diezelfde korte tijdspanne deden 1800 (vooral lokale) week- en dagbladen de boeken dicht.” Dat werkt verschraling verder in de hand.

Aan de andere kant moeten we echter ook erkennen dat de technologische mogelijkheden vandaag bijzonder nuttig zouden kunnen zijn voor de mensheid. Maar dan moeten ze wel in ons belang benut worden, wat niet zal gebeuren zonder democratische controle erop. Dat betekent het in publieke handen nemen van de volledige mediasector, inclusief de sociale mediamultinationals. Informatie en communicatie zijn te belangrijk om over te laten aan Mark Zuckerberg of Elon Musk.

Dat we van de traditionele politiek geen antwoorden moeten verwachten, hebben we de afgelopen jaren al gemerkt. Maar een anekdote uit het boek verdient onze aandacht om dit nog even sterker in de verf te zetten. Van Liefferinge brengt het verhaal van de lancering van VTM en de rol daarin van Jan Merckx (die jarenlang anoniem hoofdartikels schreef in het aartsconservatieve rechtse ’t Pallieterke) en van zowel christendemocraten als liberalen. Daar zat ook persoonlijk gewin in voor enkele liberalen, waaronder de broers Verhofstadt. Zij hadden een deel van de VTM-aandelen in handen, streken er royale dividenden voor op en verkochten uiteindelijk voor een veelvoud van de aankoopprijs. Ons kent ons, met een overlap van politiek en bedrijfswereld.

Verwachten dat de grote bedrijven zichzelf zullen hervormen, is eveneens een illusie. Dat erkent Van Liefferinge die onder meer verwijst naar het boek ‘An Ugly Truth’ geschreven door twee journalisten van The New York Times. Hij schrijft: “De platformen [zoals Facebook] zijn gebouwd op een fundamentele, onoplosbare tegenstelling: ze beweren de maatschappij vooruit te helpen door mensen met elkaar in contact te brengen, maar tegelijkertijd buiten ze de menselijke kwetsbaarheid uit om ‘schandalig rijk te worden’. Het resultaat van het bedrijf heeft altijd voorrang op het welzijn van de burgers. Een betere en rechtvaardige wereld voor allen is onverzoenbaar met het dictaat van de eeuwige groei en de maximalisatie van de winst.”

Meer kritische onderzoeksjournalistiek is zeker nodig. Maar het zal niet volstaan om de fundamentele tegenstellingen op te lossen die eigen zijn aan het kapitalisme. De media staan niet los van het systeem, ze zijn er een onderdeel van. Om tot een kwaliteitsvolle pers te komen, is er nood aan een ander systeem. Die conclusie trekt het boek niet, terwijl de scherpe aanklacht er pagina na pagina argumenten voor aanreikt.

De arbeidersbeweging kan alleszins niet rekenen op de bestaande kapitalistische media om haar belangen te verdedigen. Daarvoor hebben we nood aan eigen media, eigen sociale media maar ook eigen kranten, radiozenders en televisiekanalen. Wij doen alvast een eigen bescheiden bijdrage met deze website en maandblad De Linkse Socialist. Steun dit, abonneer je op onze krant!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie