De mens “als vlees, bloed en hersenen, maakt deel uit van de natuur en leeft midden in de natuur”
Friedrich Engels
Het leven op aarde bevindt zich midden in de zesde uitstervingsgolf. Eén op de tien planten en dieren zou tegen 2050 kunnen zijn uitgestorven, en tegen 2100 zelfs één op de vijf. Dit is de context van de VN-conferentie over biodiversiteit die van 7 tot 19 december in Montreal plaatsvond onder de naam COP15. Net als de recente conferentie over klimaatverandering, COP27, heeft deze conferentie mooie woorden opgeleverd, maar een jammerlijk ontoereikend actieplan.
Artikel door Julien Daigneault, Hubert Grenon (Alternative Socialiste, ISA in Québec) en Bill Hopwood (Socialist Alternative, ISA in Canada)
Het strategisch plan voor biodiversiteit 2011-2020 werd in 2010 vastgesteld tijdens COP10. Tien jaar later is geen enkele doelstelling volledig bereikt. Het eerste internationale verdrag inzake biodiversiteit werd in 1992 tijdens de Earth Summit in Rio de Janeiro, Brazilië, gesloten – maar het tempo van uitsterving en verlies van ecosystemen wordt steeds hoger.
In de afgelopen 50 jaar is 17 procent van het Amazonewoud gekapt, voornamelijk voor de veeteelt, maar ook door mijnbouw. Veel van de regenval in het bos is te wijten aan verdamping binnen het bos. Als het bos wordt gekapt, is er minder verdamping en onderzoekers hebben betoogd dat als 20 tot 25% van het bos wordt vernietigd, de afname van de regen het zal veranderen in een grasland-savanne.
Koraalriffen hebben één van de hoogste niveaus van biodiversiteit op de planeet. Ze worden bedreigd doordat de oceanen opwarmen en zuurder worden, beide als gevolg van CO2 in de atmosfeer. Tegen 2030 zal 90% van de koraalriffen bedreigd zijn. Riffen worden ook bedreigd door overbevissing, vervuiling en overmatig toerisme. Riffen voorzien mensen van voedsel en helpen kusten beschermen tegen stormen.
Veel ecosystemen worden bedreigd door de klimaatverandering. Het noordpoolgebied warmt vier keer sneller op dan het wereldgemiddelde. Dit bedreigt zowel individuele dieren- en plantensoorten als de hele ecologie en het leven van de mensen die ervan afhankelijk zijn.
Insecten verdwijnen
Als we het hebben over verdwijnende soorten, zijn het vaak de grote dieren die de aandacht krijgen – ijsberen, walvissen, tijgers en dergelijke. Ecosystemen zijn echter veel meer dan hun emblemen. Ongeacht het karakter (planten, dieren, schimmels, bacteriën) van de bedreigde soorten, zou hun uitsterven ernstige gevolgen hebben. Het verdwijnen van soorten onderaan de voedselketen kan zich door een heel ecosysteem verspreiden.
Insecten zijn de meest voorkomende diersoort op aarde en ze verdwijnen in een angstaanjagend tempo. Ze sterven acht keer sneller uit dan zoogdieren, vogels en reptielen. In sommige delen van de wereld is de aanwezigheid van insecten met 50% afgenomen. De totale massa van insecten daalt elk jaar met 2,5%. Dit dreigt te leiden tot een “catastrofale ineenstorting van de ecosystemen in de natuur.”
Insecten zijn de belangrijkste bestuivers van planten, en ze ruimen enorme hoeveelheden organisch afval op, beluchten de bodem en leveren voedsel voor een groot aantal andere dieren.
Insecten worden voornamelijk met uitsterven bedreigd door de landbouwmethoden van de agro-industrie, die leiden tot verlies van habitat, het grootschalige gebruik van giftige pesticiden (vooral neonicotinoïden), de grootschalige productie van één gewas zonder variatie, en de klimaatverandering.
Veel van het voedsel dat mensen eten is afhankelijk van insecten voor bestuiving. Bijen zijn verantwoordelijk voor de bestuiving van ongeveer een derde van de wereldvoedselvoorraad, waaronder chocolade, koffie, de meeste vruchten en noten en veel groenten. Het aantal bijen, zowel wilde als gedomesticeerde, gaat sterk achteruit. In de VS gaat elke winter 30% van de honingbijenkolonies verloren.
Als de bestuivers verdwijnen, wie of wat zal dan de bestuiving van ecosystemen en gewassen overnemen? Het is ondenkbaar dat landarbeiders dit handmatig zouden doen, hoewel dit op sommige plaatsen wel gebeurt door het verlies van insecten. Minidrones zouden onbetaalbaar zijn en waarschijnlijk niet werken. De enige realistische oplossing is het beschermen van insecten en de ecosystemen die hen ondersteunen.
30 x 30
De meest in het oog springende overeenkomst van COP15 is de bescherming van zowel 30% van het landoppervlak als 30% van het oceaanoppervlak tegen 2030 door middel van ‘gebiedsgebonden instandhoudingsmaatregelen’, zoals parken. Canada heeft gezegd dat het dit doel zal bereiken, hoewel momenteel slechts 13,5% van het land- en zoetwatergebied en 13,9% van het zeegebied wordt beschermd.
Voor deze overeenkomst moest op verschillende Afrikaanse landen sterke druk worden uitgeoefend om deze te aanvaarden. Aanvankelijk verklaarde de Democratische Republiek Congo, die het grootste deel van het op één na grootste tropische regenwoud ter wereld herbergt, niet akkoord te gaan. Vertegenwoordigers van Kameroen zeiden dat het “bedrog” was en Oeganda sprak van een “staatsgreep.” Hun bezwaar was dat zij geacht worden hun bossen te beschermen zonder enige steun van de rijke landen die in veel gevallen veel van hun vroegere bossen hebben gekapt. Uiteindelijk werden ze overgehaald om in te stemmen.
Het behoud van leven en ecosystemen is echter niet zo eenvoudig als 30% van het land of de oceaan. Als Canada 30% van de boreale bossen beschermt, doet dat niets voor het leven in de andere ecosystemen. Sommige van de voorheen meest diverse ecosystemen in Canada zijn getransformeerd. Het Carolinian Forest ecosysteem, in zuid Ontario, bestaat nu bijna alleen maar uit steden en boerderijen. Canada’s enige woestijn buiten de Noordpool, in het zuidelijke Okanagan, bestaat nu voornamelijk uit boerderijen en huizen.
Ook al wordt het landoppervlak van het boreale woud beschermd, het ecosysteem is dat niet, want het noorden van Canada warmt verscheidene malen sneller op dan het wereldgemiddelde. De Canadese regering is van plan de productie van fossiele brandstoffen op te voeren, waardoor de bedreiging voor de ecologie van het noorden nog groter wordt.
Inheemse gemeenschappen hebben grote kritiek op dit voorstel. Er is een vals geloof dat de natuurlijke wereld wildernis was, onaangeroerd door de mens. Alle landschappen op aarde, behalve Antarctica, werden beïnvloed door de mens. Mensen hebben bijvoorbeeld de ecologie van het Amazone regenwoud gevormd. Het idee van ‘wildernis’ leidde ertoe dat de inheemse bevolking werd verdreven uit het eerste nationale park van de VS, Yellowstone, hoewel ze daar duizenden jaren hadden geleefd.
Het ‘behoud van het fort’, het beschermen van ecosystemen door het instellen van beschermde gebieden, zet de lange geschiedenis van misbruik van de inheemse bevolking voort.
Geld
Een grote verdeeldheid op COP15 ging over geld. “Het gaat echt over ontwikkelde landen versus ontwikkelingslanden. De dynamiek onder de oppervlakte gaat over macht, gaat over invloed, gaat over geld en gaat over voordelen,” aldus Tim Hodges, een Canadese veteraan in onderhandelingen over biodiversiteit.
Landen met een grote biodiversiteit willen compensatie van de rijkere landen voor de exploitatie van hun biodiversiteit en om landgebieden te beschermen. De VN schat dat er 200 miljard dollar per jaar nodig is. Tegelijk wordt er 500 miljard dollar per jaar aan subsidies uitgedeeld die leiden tot milieuschade. Het gaat om subsidies voor grote bedrijven die hun winsten halen uit fossiele brandstoffen, destructieve mijnbouw en intensieve landbouw. Er is geld om het milieu te vernietigen, maar niet om het te beschermen of de mens te helpen.
Op 14 december verlieten afgevaardigden uit meer dan 60 landen de conferentie uit protest tegen het gebrek aan vooruitgang op financieel gebied. De uiteindelijke overeenkomst bevat vage verklaringen om subsidies te verminderen en geld in te zamelen, maar geen harde toezegging om jaarlijks 200 miljard dollar in te zamelen, alleen dat de ontwikkelde landen tussen de 20 en 30 miljard dollar per jaar zullen inzamelen tegen 2030.
Vage hoop
De COP15-overeenkomst stelt dat landen ervoor zullen zorgen dat bedrijven rapporteren over biodiversiteit. Er zullen mechanismen worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat landen met een grote biodiversiteit enige voordelen krijgen wanneer private bedrijven zoals farmaceutische bedrijven grote winsten maken met de exploitatie van natuurlijke producten. De overeenkomst beoogt het ‘risico’ van pesticiden te verminderen. COP15 kwam overeen dat landen moeten “werken aan de uitbanning van plasticvervuiling,” maar er zijn geen doelstellingen.
De uiteindelijke overeenkomst erkent de rechten van de inheemse bevolking. BC en Canada hebben echter beide wetten aangenomen om de Verklaring van de Verenigde Naties over de rechten van inheemse volkeren uit te voeren, maar negeren voortdurend de rechten van de inheemse bevolking.
Er is geen methode om één van de doelstellingen, verwachtingen of streefdoelen af te dwingen. Dit in tegenstelling tot internationale handelsovereenkomsten die bedrijven het recht geven om landen zelfs voor het verlies van potentiële winsten aan te klagen. Geen van de afspraken is verplicht: het blijft bij hoop.
Hoe verandering bekomen?
Nu het verlies aan biodiversiteit en de klimaatverandering steeds sneller gaan en er niet genoeg wordt gedaan, groeit het debat over de vraag hoe verandering kan worden bewerkstelligd. Er is een groeiend besef dat veel van de praatjes van de overheid en de grote bedrijven greenwashing zijn. Sommige activisten richten zich op directe actie, zoals het blokkeren van wegen of het gooien van verf naar beroemde schilderijen. Deze strategieën zijn erop gericht veel media-aandacht te trekken om politieke en economische elites onder druk te zetten het roer om te gooien.
Veel grote milieugroeperingen proberen politici over te halen tot actie. De Canadese minister van Milieu, Steven Guilbeault, is hiervan de belichaming. Hij was een activist, gearresteerd voor opvallende acties met Greenpeace. Nu zit hij aan de onderhandelingstafel. De prijs om aan die tafel te zitten is echter om ermee in te stemmen dat Canada meer fossiele brandstoffen gaat produceren, wat de klimaatverandering en de aanslag op de biodiversiteit verder zal aanjagen.
Een meer positieve en realistische stap is de oprichting van het COP15-collectief, bestaande uit 103 groepen uit het maatschappelijk middenveld, waaronder drie grote vakbondsfederaties uit Québec met samen meer dan een miljoen leden. Dit collectief heeft een enorm potentieel om de basis te leggen voor een democratische structuur waarmee een krachtige beweging kan worden opgebouwd die het klimaat en de belangen van werknemers met elkaar verbindt. Het collectief beperkt zich echter tot het willen “aanzetten van regeringen tot ambitieuze en concrete acties” voor de “bescherming van het leven.”
Het is niet realistisch om te eisen dat beleidsmakers en mondiale elites de nodige stappen zullen zetten. Steeds vaker vallen regeringen inheemse en jonge mensen aan die voor de planeet vechten en beschermen zij in plaats daarvan grote bedrijven die vervuilen. Oliepijpleidingen lekken regelmatig; de laatste was de Keystone pijpleiding in Kansas, waarbij ongeveer 14.000 vaten wegstroomden. De Canadese regering betaalt minstens 21,4 miljard dollar voor de aanleg van een pijpleiding langs 500 rivieren en stromen in BC op weg naar de haven van Vancouver. Meer dan 220 mensen, vooral inheemsen en ouderen, zijn gearresteerd in een poging de Trans Mountain pijpleiding, die verwoestende gevolgen kan hebben, tegen te houden.
Er is een massabeweging nodig om verandering af te dwingen. Directe acties kunnen krachtige middelen zijn, als ze samen met stakende arbeiders worden georganiseerd. Zij vallen de winsten aan die werkgevers maken door het milieu en de arbeiders uit te buiten. Zulke massale klimaatacties vereisen organisatie door vakbondsactivisten aan de basis.
Jongeren leiden vaak de strijd om de klimaatverandering te stoppen en de biodiversiteit te beschermen. Jongeren, arbeiders en inheemse volkeren, verenigd in een gezamenlijke strijd, hebben de macht om verandering teweeg te brengen.
Internationaal zijn er steeds meer tekenen dat activisten naar de arbeidersbeweging kijken. In Groot-Brittannië hebben Just Stop Oil en Extinction Rebellion stakende spoorwegarbeiders gesteund. In Oostenrijk heeft de groep Lobau Bleibt vorig jaar geld ingezameld om de gederfde lonen van de arbeiders op de door de groep bezette bouwplaats te dekken.
Duidelijkheid over de echte schuldigen
Het Internationaal Panel voor Biodiversiteit van de VN wees er in juli 2022 op dat “kortetermijnwinsten en economische groei” wereldwijd voorrang krijgen op de gezondheid van de ecosystemen. De secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, verklaarde aan het begin van COP15 dat de grote multinationals “hun bankrekeningen vullen terwijl ze onze wereld van haar natuurlijke rijkdom beroven.”
Toch waren er op COP 15 honderden vertegenwoordigers van diezelfde grote bedrijven die lobbyen om hun belangen te beschermen.
De logica van het kapitalisme stelt winst boven de mens en de planeet. De winsten komen voort uit het beroven van de natuur en het uitbuiten van arbeiders. Als het roven en uitbuiten ophield, zouden er geen winsten zijn, dus is het onlogisch om te verwachten dat kapitalisten en hun politieke woordvoerders de weg naar milieurampen zullen omkeren.
De vakbonden winnen voor een programma om de biodiversiteit te beschermen en de klimaatverandering aan te pakken is een cruciaal onderdeel van de strijd voor het menselijk welzijn. Nog te veel vakbondsleiders accepteren de valse bewering dat het een keuze is tussen jobs en milieu. Ze zijn ook vaak niet bereid om te vechten voor de lonen en voorwaarden van werknemers, zoals blijkt uit het feit dat veel Canadese vakbondsleiders lonen onder de inflatie aanbevelen die de levensstandaard verlagen. Werknemers hebben vakbonden nodig die strijden voor zowel jobs als het milieu. Maatregelen zoals het COP15-collectief in Québec en de Britse vakbondsgroep Campaign against Climate Change, die campagne voert voor een miljoen goede jobs door de klimaatverandering aan te pakken, zijn belangrijke stappen voorwaarts.
Milieuactivisten die een programma voorstellen dat goede jobs combineert met de bescherming van het klimaat en de biodiversiteit in de wereld, kunnen een sterke band opbouwen met vakbondsactivisten.
Democratische controle
Het obstakel voor een ecologische overgang en het waarborgen van de biodiversiteit is niet technisch of wetenschappelijk. Het is geen kwestie van ‘bewustzijn’. Het is voor miljoenen mensen duidelijk dat het kapitalisme klimaatverandering, vervuiling en massaal biodiversiteitsverlies veroorzaakt. Het obstakel is de controle die kleine kapitalistische elites over de hele wereld hebben over het beheer van grondstoffen en gebieden.
Meer dan 100 jaar geleden bereikten de Russische bolsjewieken onder leiding van Lenin en Trotski de eerste arbeidersrevolutie in de geschiedenis. Binnen twee dagen na de machtsovername, in een land dat verwoest was door de Eerste Wereldoorlog, nationaliseerden de bolsjewieken water, bossen en mineralen. Tijdens de burgeroorlog (1918-1921) beschermden de bolsjewieken enorme gebieden tegen houtkap en jacht. Zij stichtten natuurreservaten voor wetenschappelijk onderzoek (zapovedniks), een wereldprimeur.
Om de gezondheidsproblemen en de mogelijk onomkeerbare schade aan ecosystemen aan te pakken, moet het bankwezen, het vervoer, de energie, de mijnbouw en de bosbouw in publieke handen komen, met democratische controle. Dit betekent onvermijdelijk de strijd tegen de Canadese petro-staat en belastingparadijs voor ’s werelds mijnbouwbedrijven.
De strijd is internationaal. Het verlies van biodiversiteit en de dood van soorten is wereldwijd. International Socialist Alternative bouwt aan de wereldwijde strijd voor de toekomst van de mensheid.