Aan de Universiteit Antwerpen loopt een lezingen- en debatcyclus over “transgenderisme,” op zich al een transfobe term die niet meer gebruikt wordt. De cyclus omvat een – om het mooi uit te drukken – divers samengestelde sprekerslijst.
door Cat (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Begrijp het niet verkeerd: praten over gender en transitie is belangrijk. Trans mensen worden disproportioneel onderworpen aan armoede, dakloosheid, fysiek en verbaal geweld en doodslag. Om nog niet te spreken over gender-affirmerende behandelingen die voor de mentale gezondheid levensreddend kunnen zijn, maar voor de persoon in kwestie onbetaalbaar. Om enkele cijfers uit de VS te geven: 29% van trans volwassenen leeft daar in armoede. Onder people of colour stijgt dit naar 39% voor zwarten en zelfs 49% voor mensen van Latijns-Amerikaanse afkomst.
Voor sommige van de sprekers aan de UAntwerpen gaat het echter niet om een stem te geven aan, het ondersteunen of zelfs slechts het aanvaarden van de trans gemeenschap. Het gaat om het genereren van controverse in het beste geval, het verspreiden van haat in het ergste geval.
De schrijfster en columniste Griet Vandermassen is daarbij een vaste klant. Deze filosofe praat meer over feminisme dan het bijdragen of ondersteunen hiervan. In haar boek ‘Dames voor Darwin’ schrijft ze meerdere (lees: zowat alle) feministische bewegingen af wegens het “niet in rekenschap brengen van biologie en evolutie.” In haar artikel “Als extremisten het debat kapen” pent ze de transgenderbeweging neer als de oorzaak van de ‘Don’t say gay’-wet in Florida.
Een andere deelnemer aan de debattenreeks is Michaël Maerten, auteur van het boek “De schaduw van het feest. Een kritische bezinning op de LGBT+ Pride.” Dat boek gaat onder meer over “de gevaren van het transgenderisme.”
Er is een opgang van transfobie. Haat wordt daarbij vaak verpakt onder het mom van het ‘willen beschermen van …’ Dat is niet nieuw. Vrouwen zouden ‘beschermd’ moeten worden tegen queer vrouwen in de toiletten en kleedkamers. Of de stelling dat homoseksualiteit en het homohuwelijk zouden leiden tot pedofilie. Die ‘argumenten’ klinken maar al te vertrouwd in het ‘transgenderdebat’.
Hoe progressief of ‘simpelweg sceptisch’ deze mensen zichzelf achten, maakt niet uit. Dit heeft niets met vrije meningsuiting te maken, het is normalisering van haatspraak. De identiteit, validiteit en kortweg het bestaan van trans mensen wordt gereduceerd tot een ‘debat’. Dit is niet hoe een gezond politiek klimaat praat over hun mensen.
Voor de trans mensen die je kent, hebt gekend, en zal kennen – maar ook voor de LGBTQIA+ community en elke minderheid: vecht tegen transfobie.
