Nieuw schandaal van sociale dumping bij Borealis
Op een bouwwerf van chemiebedrijf Borealis, vorig jaar goed voor 1,4 miljard euro winst, werden 174 slachtoffers van mensenhandel aangetroffen. Dat aantal kan nog verder oplopen. Het ging onder meer om Filipijnse en Bengaalse arbeiders die als moderne slaven met Hongaarse werkvisa voor een hongerloon werkten en in krotten ondergebracht werden. Ze werkten zes dagen op zeven voor 650 euro per maand op een bouwwerf in de Antwerpse haven.
De verantwoordelijkheid voor de slavenarbeid werd doorgeschoven. Borealis wist uiteraard van niets, zelfs de onderaannemer die de papieren regelde probeerde dat argument boven te halen. Alsof het mogelijk is om niet op te merken dat 174 arbeiders in slavencondities op een bouwwerf voor je bedrijf werken! Tien jaar geleden werd Carestel terecht veroordeeld voor het inzetten van Oost-Europese slavenarbeid bij de onderaannemer van de toiletservice in zijn wegrestaurants. De rechter oordeelde dat het niet mogelijk was dat Carestel niets had opgemerkt en bijgevolg werd het bedrijf samen met de onderaannemer veroordeeld. Dat Borealis van niets wist, houdt geen steek. Een voormalig arbeidsauditeur en oud-rechter die de familie van een Oekraïense arbeider opving, merkte op dat de man slechts 8 euro per uur verdiende. Hij maakte reeds in mei informatie over aan zowel de sociale inspectie als de HR-dienst van Borealis.
In de bouwsector is het niet uitzonderlijk dat een kluwen van onderaannemers wordt opgezet om te verdoezelen dat er uiteindelijk onder de geldende lonen en arbeidsvoorwaarden wordt gewerkt. Dat leidt niet alleen tot een neerwaartse spiraal die ons zo terugbrengt naar 19e eeuwse slavenarbeid, het is bovendien een gevaar voor de veiligheid. In de zomer van 2021 stortte een gebouw in op de werf voor een nieuwe school in de Antwerpse wijk Nieuw Zuid. Daarbij kwamen vijf bouwvakkers om het leven. Nu blijkt dat er 249 onderaannemers actief waren op die site. Gebrekkige communicatie en onveilige werkomstandigheden – om de prijs te drukken – speelden wellicht een centrale rol in dat dodelijke ongeval. Ook in dat geval wees de opdrachtgever voor de werf, de stad Antwerpen, alle verantwoordelijkheid af. In Brussel vielen er dit jaar al minstens zes doden bij ongevallen op grote bouwwerven.
De winsthonger drijft bedrijven ertoe om zo goedkoop mogelijke arbeiders in te zetten. De wettelijke bepalingen zijn zo opgesteld dat er steeds achterpoortjes gevonden worden om dat mogelijk te maken. Bij onwettelijke constructies is er bovendien amper controle. De diensten van sociale en economische inspectie die daarvoor instaan, zijn kapot bespaard door opeenvolgende regeringen. Zelfs voor de opvang van de slachtoffers van mensenhandel zijn er tekorten. Hulpcentrum Payoke verklaarde dat het financieel onderuit dreigt te gaan als gevolg van de kosten van de opvang van de 174 slachtoffers op de werf van Borealis. Klaus Vanhoutte van Payoke verklaarde over het schandaal bij Borealis: “We weten al lang dat dergelijke wantoestanden bestaan, ook op zulke grote schaal. Het uitzonderlijke is dat iemand aangifte heeft gedaan en dat de situatie daardoor ontdekt is. Als we echt zouden speuren naar mensenhandel, zou er nog veel meer aan het licht komen. Over het hele land werken bij de sociale inspectie slechts 39 inspecteurs. Dan is het moeilijk om misstanden te ontdekken.”
Er moeten dringend meer middelen komen voor de sociale en economische inspectie. De hoofdaannemer en opdrachtgever moeten volle verantwoordelijkheid dragen voor de arbeidsvoorwaarden en veiligheid op een bouwwerf. Als er dan nog problemen van slavenarbeid opduiken, moet de volledige bouwsector in publieke handen genomen worden zodat controle van het personeel en de gemeenschap op de arbeidsvoorwaarden en lonen kan gevestigd worden.
Borealis is een bedrijf met een miljardenwinst en het kreeg een Vlaamse miljoenensubsidie om mensen te werk te stellen. Laat Borealis opdraaien voor de kosten van dit schandaal van mensenhandel: volledige uitbetaling van de lonen van de 174 slachtoffers (aan de voorwaarden die hier gelden) naast een volledige vergoeding voor de opvang en begeleiding van de slachtoffers.