Vijf maanden na de invasie van Oekraïne. De oorlog en zijn gevolgen

Edito uit Socialist World nummer 8, het magazine van ISA – contacteer ons als je een papieren versie van dit magazine wil kopen

De oorlog in Oekraïne gaat nu zijn zesde maand in. Hele steden, zoals Marioepol en Severodonetsk, zijn verwoest. Duizenden burgers en tienduizenden soldaten aan beide zijden zijn gedood, terwijl er waarschijnlijk tien keer zoveel gewonden zijn gevallen. Hoewel sommigen nu zijn teruggekeerd, zijn meer dan acht miljoen vluchtelingen, voor het overgrote deel vrouwen en kinderen, naar het buitenland gevlucht. Nog eens zoveel mensen zijn ontheemd binnen Oekraïne.

De hoop van het Kremlin om het hele land te bezetten werd snel van tafel geveegd toen het op hevig verzet stuitte. Het werd gedwongen zich terug te trekken uit de omgeving van Kiev, Tsjernihiv en Charkov, om zijn troepen te concentreren op Donbas. Dit is het gebied van ongeveer 400 bij 200 km dat de industriële regio’s Donetsk en Loehansk in Oost-Oekraïne omvat. In 2014 werd een deel van Donbas ingenomen door de zogenaamde “volksrepublieken” Donetsk en Loehansk (DNR/LNR) en sindsdien zijn de gevechten voortgezet. Nu vechten Russische en Oekraïense troepen om elke kilometer land in een uitputtingsslag die waarschijnlijk vele maanden zal duren, en mogelijk langer.

De oorlog is een product van een nieuwe periode van toenemende spanningen tussen de imperialistische mogendheden als gevolg van de economische crisis, de terugtocht van de mondialisering en het neoliberalisme en de daaruit voortvloeiende pogingen om de mondiale invloedssferen, met andere woorden, de gebieden voor uitbuiting, opnieuw te verdelen. Naarmate de nieuwe Koude Oorlog tussen de twee grote imperialistische mogendheden – de VS en China – zich verdiept, worden militaire en diplomatieke blokken herschikt en regionale evenwichten verstoord. Het kamp onder leiding van de VS ziet de oorlog duidelijk als een kans om Rusland te verzwakken en ook als een waarschuwing voor en generale repetitie voor een militair conflict met China in een later stadium.

Het Russische imperialisme heeft zijn eigen agressieve agenda, waarbij Oekraïne geen recht heeft om als onafhankelijke staat te bestaan. De realiteit is ook dat de VS en de imperialistische regeringen van het Westen, ondanks al hun beloften aan het Oekraïense volk, Oekraïne zien als een pion in hun mondiale conflict.

Biden verandert van toon

In het begin van de oorlog voelde de Amerikaanse president Biden zich gesterkt door de Russische tegenslagen en de eensgezinde reactie van de NAVO. Hij riep met zoveel woorden op tot de omverwerping van Poetin. Hij en andere Amerikaanse leiders steunden het idee dat Rusland van het hele Oekraïense grondgebied zou worden verdreven in een beslissende nederlaag. Terwijl Poetin een ernstige misrekening maakte toen hij opdracht gaf tot de invasie, lijkt het er sterk op dat Biden sindsdien een misrekening heeft gemaakt. Dit is vooral omdat het Westen de kosten van de oorlog in ruimere zin heeft zien escaleren.

Maar we moeten ook realistisch zijn over de militaire krachtsverhoudingen. Ondanks de eindeloze Westerse propaganda aan het begin van de oorlog over het Russische leger dat op instorten stond, is dit verre van waar. Zonder westerse steun zou het Oekraïense leger na de invasie snel ineengestort zijn. De VS stuurden bijvoorbeeld 7.000 Javelin antitankraketten. Rusland zou het echter onmogelijk hebben gevonden om geheel Oekraïne of zelfs het grootste deel ervan permanent te bezetten tegen de vastberaden weerstand van de bevolking in.

In de nieuwe fase van de oorlog in de Donbas geeft Rusland er de voorkeur aan om met langeafstandsartillerie Oekraïense steden te bombarderen. Terwijl de Russische strijdkrachten nog steeds grote verliezen lijden, worden de Oekraïense verliezen ondraaglijker. Het Westen heeft Oekraïne meer hoogtechnologische militaire systemen beloofd. De waarheid is dat de enige manier om het Russische leger militair te verslaan en het uit Oekraïne te verdrijven op dit moment zou zijn dat de NAVO haar eigen strijdkrachten zou sturen, wat de wereld zou leiden naar de rand van een totale oorlog tussen Rusland en de NAVO. De westerse imperialisten hebben duidelijk gemaakt dat ze dat niet willen en de oorlog willen beperken tot Oekraïens grondgebied om zo meer controle te behouden.

Het westerse imperialisme stelt de verwachtingen nu naar beneden bij, wat ook de illusies van gewone Oekraïeners de kop indrukt. Dit kan nog erger worden wanneer de Westerse imperialisten Zelenski uiteindelijk dwingen een deal te ondertekenen waarin de opdeling van het land en de feitelijke annexatie van een groot deel van of de hele Donbas bij Rusland wordt aanvaard.

Intussen vertonen de Westerse mogendheden spanningen en verdeeldheid over hun volgende stappen, gezien de mogelijke gevolgen. De oorlog heeft de wereldwijde voedsel- en energiecrises, de inflatie en de schuldencrisis in veel arme landen al dramatisch verergerd. Dit kan aanleiding geven tot massale omwentelingen, zoals we nu al zien in Sri Lanka.

Maar de economische en sociale gevolgen zullen niet beperkt blijven tot de arme landen. Van de grootmachten is Duitsland bijzonder kwetsbaar omdat zijn economisch model gebaseerd is op goedkope Russische energie en export naar China. In de westerse media heerst grote ongerustheid over de vraag of Rusland op het punt staat de Nord Stream-aardgaspijpleiding te sluiten. Duitsland is voor 35% van zijn gasleveringen afhankelijk van Rusland, waarmee de verwarming van de helft van de huishoudens in het land wordt gedekt, terwijl Frankrijk 19% van zijn gas uit Rusland betrekt. Naarmate de oorlog langer aansleept, zou de verdeeldheid in het westerse kamp kunnen verscherpen: de ene vleugel wil het conflict sneller beëindigen door een of andere vorm van schikking met Rusland, de andere wil het conflict laten voortslepen.

Hoe het Oekraïne-conflict is ontstaan

Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie hebben de westerse kapitalisten de goedkope arbeidskrachten van Oost-Europa uitgebuit voor hun toeleveringsketens, en zijn zij afhankelijk van de energie, mineralen en voedselgrondstoffen van de regio. Militair gezien heeft de NAVO zich over de regio uitgebreid. Tot de wereldwijde crisis van 2008 beschouwden zowel het Westen als Rusland hun relatie als een ‘partnerschap in ontwikkeling’. Poetin suggereerde zelfs dat Rusland zich uiteindelijk bij de NAVO kon aansluiten. Maar toen de globalisering begon te vertragen en Rusland profiteerde van de gestegen olie-inkomsten, namen de conflicten toe.

Zowel de “Oranjerevolutie” in Oekraïne in 2004 als de Euromaidan-crisis in 2013-2014 waren het resultaat van het conflict tussen pro-Russische en pro-EU-belangen binnen de oligarchische heersende elite van Oekraïne. In beide gevallen zegevierden de pro-EU krachten die steunden op massaprotesten. Het Kremlin reageerde door de Krim te annexeren en militaire en politieke steun te verlenen aan de afgescheiden regeringen van de ‘Volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk (DNR/LNR) in het oosten. De daaruit voortvloeiende oorlog in Donbas van 2014-21 eiste meer dan 15.000 levens. Nu de imperialistische belangen van de VS en de EU in de hele regio zijn versterkt, is de elite van het Kremlin zich daar steeds agressiever tegen gaan verzetten.

Bij het ontketenen van deze brute oorlog beweerde het Kremlin dat het doel was Oekraïne te ‘denazificeren’ en te ‘demilitariseren’. Reeds in de referendumcampagne op de Krim in 2014 voerde Rusland propaganda over hoe de regering in Kiev was overgenomen door fascisten. Het is zeker waar dat extreemrechts in Oekraïne een sleutelrol heeft gespeeld in de Euromaidan-crisis en in de gevechten tegen pro-Russische troepen in 2014-6, hoewel sinds Euromaidan de electorale steun voor extreemrechts is afgenomen van 7% tot 2,2%. Een deel van de oligarchen zag extreemrechts tijdens de presidentiële periode van Viktor Porosjenko (2014-19) als een nuttige aanvulling op het gebruikelijke repressieve staatsapparaat, en veel extreemrechtse activisten, onder meer in het beruchte Azov-regiment, zijn op verschillende niveaus in hen geïntegreerd.

Wij zijn het niet eens met de manier waarop het Zelenski-regime wordt gekarakteriseerd, zowel door de pro-Russische stemmen die het regime als extreemrechts of fascistisch bestempelen, als door zijn aanhangers die het regime rooskleuriger proberen voor te stellen als een verdediger van de ‘democratie’ tegen het ‘autoritarisme’. Zelenski werd in 2019 gekozen als een buitenstaander en won de steun van al diegenen die walgden van de vorige door oligarchen gedomineerde regimes van Porosjenko en Janoekovitsj. Hij beloofde een einde aan de oorlog in Oost-Oekraïne en een strijd tegen corruptie. Hij stuitte al snel op verzet van uiterst rechts, dat zich verzette tegen zijn pogingen om over vrede te onderhandelen. Tegelijkertijd bleef hij een pro-kapitalistisch, neoliberaal economisch beleid voeren, soms met een lichte dekmantel van populisme – bijvoorbeeld met enkele voorstellen van maatregelen tegen de oligarchen.

Voor de oorlog was de populariteit van Zelenski tanend. Zijn weigering om het land te verlaten en de wijze waarop hij gezien wordt als standvastig tegenover Rusland zorgen voor een boost. Toch gaat zijn regering door met een asociaal beleid met onder meer een verbod op stakingen, nieuwe wetten die ontslag gemakkelijker maken en plannen om de pensioenhervormingen door te zetten. De oorlog heeft de militarisering uiteraard versterkt en het stelt Zelenski in staat om zijn politieke tegenstanders harder aan te pakken, onder meer met een verbod op pro-Russische partijen. Wat de uitkomst van de oorlog ook zal zijn, bij gebrek aan een links alternatief is het duidelijk dat de Russische acties zullen leiden tot een dramatische toename van nationalistische en extreemrechtse standpunten. Om zich hierop voor te bereiden is het van essentieel belang dat de arbeidersklasse tijdens de oorlog een eigen georganiseerd politiek alternatief ontwikkelt voor Zelenski’s pro-kapitalistische en pro-imperialistische politiek.

Als het Kremlin werkelijk ‘het fascisme wil bestrijden’ zou het moeten beginnen met zijn eigen kamp. Onder degenen die de eerste regeringen van de DNR/LNR oprichtten waren er veel leden van de neofascistische “Russische Nationale Eenheid”, hoewel zij ondertussen grotendeels zijn vervangen door figuren die veiliger zijn voor het Kremlin. Onder de Russische troepen bevinden zich groepen als “Rusich”, die voornamelijk gerekruteerd zijn uit neonazistische groeperingen in Sint-Petersburg en de beruchte Wagner-huurlingen die door het Kremlin gebruikt worden als ‘ontkenbare activa’, en van wie velen nazistische en fascistische symbolen dragen.

De aard van de oorlog

Sommigen ter linkerzijde steunen internationaal ten onrechte het Poetin-regime in een of andere mate op grond van het feit dat het de zwakkere imperialistische macht is en ze herhalen dat het Oekraïense regime pro-fascistisch is.

In het Westen is er echter een nog wijdverbreider verkeerd standpunt onder brede lagen van de linkerzijde, dat zich uitstrekt van Podemos in Spanje tot AOC in de VS. Dat verkeerd standpunt bestaat erin geloof te hechten aan Joe Biden’s bewering dat de NAVO vecht voor “democratie tegen dictatuur.” Dit leidt tot steun voor de enorme militaire uitgaven van de Westerse imperialistische mogendheden in naam van het tegengaan van Russische agressie. Dit wordt ook herhaald door sommige radicaal linkse krachten, waaronder groepen die zich op het trotskisme baseren. Zij combineren steun voor de Westerse wapenopbouw met algemene anti-imperialistische retoriek. Maar in werkelijkheid is de wapenopbouw onlosmakelijk verbonden met de bredere Westerse imperialistische agenda. Door het één te steunen, steun je het ander.

ISA is volledig gekant tegen alle imperialistische mogendheden. Oekraïne staat nu voor een langdurige uitputtingsoorlog. Zelenski’s aanpak bestaat erin steeds meer wapens van het Westen te eisen, in de hoop Rusland militair uit Donbas te verdrijven. Als dat zou lukken, zou dat alleen maar ten koste gaan van een enorm aantal slachtoffers en een enorme verwoesting van huizen, scholen, ziekenhuizen en werkplaatsen. Het zou waarschijnlijk een veel directer ingrijpen van de NAVO vergen, waardoor een veel groter conflict kan ontstaan. Dit zou Oekraïne volledig afhankelijk maken van het westerse imperialisme, dat zelf op elk moment zijn aanpak zou kunnen wijzigen en onaanvaardbare concessies van Oekraïne zou kunnen eisen. De realiteit is dat het Oekraïense volk in deze situatie voor de keuze staat om ofwel als vazallen van Rusland te eindigen, ofwel als vazallen van het westerse imperialisme. Tenzij, natuurlijk, de arbeidersklasse, door zich tegen de Russische bezetting te verdedigen, nieuwe strijdmethoden kan ontwikkelen die steunen op solidariteit van de arbeidersklasse.

ISA staat volledig achter het recht van de arbeidersklasse in Oekraïne om zich te verdedigen tegen de Russische agressie, uiteraard ook met militaire middelen. In door de Russen bezette gebieden, zoals Cherson, ontwikkelt zich al een ontluikende partizanenbeweging. Maar al vroeg in de oorlog waren er voorbeelden van een bredere mobilisatie tegen de bezetting. In de kerncentrale van Zaporizja kwamen arbeiders en plaatselijke bewoners massaal naar buiten om de oprukkende Russische troepen tegen te houden, terwijl in het nabijgelegen Energodar brandweerlieden een betoging in hun voertuigen organiseerden nadat hun brandweercommandant door de Russen was vervangen.

De revolutionaire methoden die Trotski uit de revolutie van 1917 veralgemeende, zouden in het Oekraïne van vandaag betekenen dat dit zou worden uitgebreid door de massamobilisatie van de Oekraïense bevolking. Maar in zo’n mobilisatie moet de arbeidersklasse haar politieke onafhankelijkheid bewaren van alle pro-kapitalistische krachten.

Terwijl dit artikel wordt geschreven, heeft Zelenski aangekondigd dat een leger van “een miljoen mannen” wordt samengesteld om de bezette gebieden in het zuiden rond Cherson terug te nemen. Als dit zou gebeuren, en het niet bij een opschepperige bewering zou blijven, valt moeilijk in te zien hoe het Russische leger de controle over het zuiden kan behouden.

Deze van bovenaf opgelegde en naar alle waarschijnlijkheid eenmalige mobilisatie is echter niet hetzelfde als een mobilisatie gebaseerd op en georganiseerd door de arbeidersklasse. Door de mobilisatie te koppelen aan de levering van wapens door westerse imperialisten, laat Zelenski in feite de beslissingsmacht over aan de imperialisten. Na een herovering zou de regio worden teruggegeven aan de oude eigenaars, die verantwoordelijk waren voor de uitbuiting van Oekraïense arbeiders en landarbeiders voor de oorlog. Dit zou de weg openlaten voor een terugkeer van een beter voorbereid Russisch leger in een later stadium.

Een mobilisatie gecontroleerd en georganiseerd door de werkende klasse zou een ander resultaat hebben. Dat zou een mobilisatie zijn die vertrekt van de werkplaatsen en wijken, beroep doet op stakingen, boycots en opstanden in de bezette gebieden, gecombineerd met een directe klassenoproep aan de Russische soldaten. Dit zou de bezetting onmogelijk maken. Dit zou de arbeidersklasse in staat stellen haar eigen belangen te verdedigen en te bevechten – door de oligarchen uit de fabrieken te schoppen, waardoor zij haar eigen politieke partij zou kunnen oprichten om te strijden voor de politieke macht. Als dit gebeurt, zou de solidariteit van de arbeidersklasse in de hele wereld, en ook in Rusland, een enorme impuls krijgen, waardoor het voor het regime veel moeilijker zou worden om de oorlog voort te zetten.

Maar het Zelenski-regime, dat zich baseert op burgerlijk nationalisme en neoliberale ideologie, keert zich volledig tegen deze weg en vertrouwt in plaats daarvan volledig op het westerse imperialisme.

Repressie in Rusland

Nu verandert de nadruk in de propaganda van het Kremlin. De beweringen dat het Oekraïne “denazificeert” en “demilitariseert” hebben geen weerklank gevonden in de publieke opinie. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt nu dat Oekraïne een “proxy-oorlog in het belang van de VS” voert tegen Rusland.

De door de staat gecontroleerde opiniepeilingen zijn, net als de Russische verkiezingen, vervalst. Het is nu zelfs een strafbaar feit om de “militaire operatie” een “oorlog” te noemen. Toch is het duidelijk dat er geen sterke stemming is voor oorlog. Een meerderheid van de ondervraagden wil niet dat zij of hun familie erbij betrokken raken. Terwijl de steun voor de oorlog het grootst is bij de welgestelden en de ouderen, is de meerderheid van de jongeren en de arbeiders tegen de oorlog.

De anti-oorlogsprotesten in Rusland zijn voorlopig tot stilstand gekomen nadat ze op grote schaal werden onderdrukt. Tot dusver is er echter sinds het begin van de oorlog slechts één dag geweest waarop niemand werd gearresteerd wegens anti-oorlogsprotest. Veel soldaten weigerden naar Oekraïne te gaan, anderen hebben bevelen genegeerd, en sommigen die al in Oekraïne hebben gevochten, weigerden om er opnieuw naartoe te gaan. Er waren brandstichtingen in rekruteringscentra. Het verzet tegen de oorlog is echter spontaan en sporadisch, en heeft nog geen georganiseerde vorm aangenomen.

Voor een deel is dit te wijten aan de afwezigheid van oppositiepartijen of -organisaties die de latente ontevredenheid omzetten in actieve oppositie. De zogenaamde “systeempartijen”, die in overleg met het Kremlin opereren om de oppositie in veilige kanalen te leiden, steunen allemaal de oorlog. De ‘Communistische’ Partij is wellicht nog de meest oorlogszuchtige van hen. Zij hebben actie ondernomen om de druk op het Kremlin te verlichten. In de beginfase circuleerden veel geruchten over oppositie binnen de heersende elite, het leger en de veiligheidsdiensten. Vooraanstaande generaals zijn naar verluidt ontslagen en in een paar gevallen zelfs gearresteerd. Maar nu het conflict een nieuwe slepende fase is ingegaan, en de oppositie op het moment van schrijven onder de oppervlakte blijft, is de druk op figuren dichtbij Poetin om actie tegen hem te ondernemen verminderd.

Hoewel Poetin op korte termijn zijn dictatoriale heerschappij over de Russische samenleving heeft versterkt, gaat dit ten koste van de ondermijning van de basis van het oligarchische regime op de langere termijn. Zelfs als Poetin erin slaagt om wat Macron een ‘gezichtsreddende’ overeenkomst met Oekraïne noemt, tot stand te brengen op basis van het feit dat Rusland ten minste een deel van Donbas, zo niet de hele Donbas, behoudt, zal dit tegen een zeer hoge prijs komen. De Russische economie is voor een groot deel geïsoleerd van de wereldeconomie. Het land wordt nu in de kou gezet door voormalige bondgenoten. Zelfs de Wit-Russische dictator Loekasjenko heeft de aanvallen op Oekraïne niet openlijk kunnen steunen. Geen van de Centraal-Aziatische republieken heeft de afgescheiden republieken in Oekraïne erkend, en de president van Kazachstan, Kassym-Jomart Tokajev, durfde dit zelfs openlijk tegen Poetin te zeggen op het recente economische forum van Sint-Petersburg.

Ondanks het in januari aangekondigde ‘onbegrensde’ samenwerkingsakkoord tussen China en Rusland, stelt ook China zich in dit stadium terughoudend op ten aanzien van al te openlijke steun aan het Kremlin. Ondanks zijn vermeende verzet tegen elke aanval op de territoriale integriteit van een natie, duidelijk met het oog op Taiwan, dat het als een deel van China beschouwt, heeft het geen woord van kritiek op de invasie laten horen. Het geeft de VS en zijn bondgenoten de schuld van het aanslepen van de oorlog en verzet zich tegen de sancties die zijn ingesteld. Maar het vermijdt alles wat geïnterpreteerd kan worden als rechtstreekse hulp aan Rusland, hetzij militair, hetzij om sancties te vermijden, aangezien Xi Jinping in de aanloop naar het CCP-congres van dit jaar wereldwijde stabiliteit nodig heeft.

Chinese banken en hightechbedrijven als Huawei trekken zich zelfs terug uit de Russische markt. Een gezamenlijk Chinees-Russisch project om een breedrompvliegtuig te ontwerpen en te bouwen dat met Airbus en Boeing moet concurreren, lijkt ook definitief van de baan. Het is waar dat China en India profiteren van de overtollige Russische olievoorraden door deze tegen grote kortingen aan te kopen, maar zelfs een hoge regeringsfunctionaris van Biden vertelde onlangs anoniem aan Reuters: “We hebben niet gezien dat de VRC (Volksrepubliek China) zich systematisch bezighoudt met ontduiking of militaire uitrusting aan Rusland levert.”

Het effect van sancties

De imperialistische mogendheden van het Westen waren aanvankelijk eensgezind in het opleggen van ongekende economische sancties tegen Rusland. Meer dan 1.000 bedrijven hebben zich teruggetrokken of hun activiteiten teruggeschroefd, terwijl de EU en de VS olie-aankopen hebben verboden. Daarbij moet opgemerkt worden dat de maatregelen de komende acht maanden geleidelijk zullen worden ingevoerd.

Het Kremlin verkneukelt zich nu dat de sancties het Westen meer schade berokkenen in termen van inflatie en de energie- en voedselcrises. De roebel is dit jaar inderdaad de “best presterende” munt geweest – op 24 februari bedroeg de wisselkoers dollar-roebel 85, hij daalde tot 139, maar is sindsdien aangesterkt tot meer dan 60.

De redenen hiervoor zijn drieledig. Ten eerste is de olieprijs, ondanks de daling van de uitgevoerde olievolumes, spectaculair gestegen, namelijk met 60%. Dit betekent dat de EU nu meer geld naar Rusland stuurt dan zij als steun aan Oekraïne heeft toegezegd! Daardoor bedroeg het overschot op de lopende rekening van Rusland in de eerste vijf maanden van 2022 110 miljard dollar – 3,5 keer meer dan in 2021. Ten tweede heeft de regering onmiddellijk kapitaalcontroles ingevoerd, waarbij de uitvoer van contant geld werd beperkt en de bankrente tot meer dan 20% werd verhoogd. Hoewel deze beperkingen sindsdien zijn versoepeld, droegen zij bij tot de versterking van de roebel. En ten derde leidden de sancties natuurlijk tot een snelle daling van de invoer, waardoor er opnieuw deviezen in Rusland bleven en de lopende rekening werd versterkt. De roebel is nu zo sterk dat de Centrale Bank probeert hem te verzwakken.

Maar het stabiliseren van de financiële markt is niet hetzelfde als de economie in ruimere zin, wat voor de meerderheid van de bevolking de dagelijkse realiteit is. De inflatie bedraagt momenteel 17%, de op twee na hoogste onder de G20-landen – na Turkije en Argentinië. Zelfs volgens de overheidsstatistieken zal de werkloosheid tegen het einde van het jaar stijgen van 4,5% tot 7%, terwijl het statistiekbureau RosStat meldt dat het aantal Russen dat in armoede leeft in de eerste vijf weken van de oorlog is verdubbeld. Er zijn nu 21 miljoen mensen die in armoede leven – wat, gezien de fluctuerende wisselkoers, neerkomt op 100 tot 200 dollar per maand. De werkloosheidscijfers worden altijd te laag geschat, omdat werkgevers door de regering worden overgehaald geen mensen te ontslaan – in plaats daarvan worden hun lonen verlaagd. Bovendien zijn naar schatting ongeveer een miljoen Russen het land ontvlucht sinds het begin van de oorlog.

Het is duidelijk dat er een recessie dreigt. Sommige sectoren dreigen te worden weggevaagd – vorige maand waren slechts twee van de 22 Russische autofabrieken nog in bedrijf. Zelfs de Russische fabrikanten, die hun prijzen met 30% hebben verhoogd, kunnen niet produceren omdat de markt is ingestort en zij bovendien de benodigde onderdelen, zoals microchips, niet uit het buitenland kunnen krijgen. De autoproductie is in juni met 97% gedaald. De regering is van plan een aantal verlaten fabrieken over te nemen, maar de modellen die daar zullen geproduceerd worden, zijn volgens een deskundige van de Centrale Bank “technologisch gedegradeerd.” Ze zullen geen airbags, GPS of navigatiesystemen hebben. Hetzelfde zien we in tal van andere sectoren. Zo verwachten de Russische luchtvaartmaatschappijen dat ze de komende jaren tot een derde van hun vloot zullen moeten opofferen voor onderdelen om de andere vliegtuigen in de lucht te houden. Zelfs wapenproducenten ondervinden moeilijkheden. Werknemers van een fabriek in de Oeral zijn onlangs in staking gegaan omdat zij al twee maanden geen loon hebben ontvangen. De directeur waarschuwde hen kortaf dat de arbeiders tijdens de Tweede Wereldoorlog geen loon verwachtten.

De voorspellingen van de Centrale Bank dat Rusland in een recessie terechtkomt en dat het een decennium zal duren voor het land zich herstelt, zijn waarschijnlijk vrij realistisch.

Oorlog en de wereldeconomie

De oorlog in Oekraïne, die nu al vijf maanden aan de gang is, heeft een aantal processen op wereldschaal in een stroomversnelling gebracht. In de eerste plaats zijn dat de gevolgen voor de wereldeconomie, vooral omdat de oorlog een enorme energie- en voedselcrisis heeft veroorzaakt. Honderden miljoenen mensen worden geconfronteerd met voedselonzekerheid en hongersnood, deels omdat graan uit Oekraïne en Rusland en belangrijke leveringen van meststoffen uit de regio niet op de wereldmarkt geraken. De stijgende energiekosten verergeren de landbouwcrisis.

De energie- en voedselcrises wakkeren op hun beurt de inflatie aan, die in de VS en het VK op het hoogste punt in 40 jaar staat. In veel andere landen is de inflatie zelfs nog hoger. Het is belangrijk te benadrukken dat de inflatie geen gelijke gevolgen heeft voor alle bevolkingsgroepen. De stijging van de voedselprijzen treft arme gezinnen het hardst omdat voedsel een veel groter deel van hun huishoudbudget uitmaakt. Dit geldt ook in geavanceerde kapitalistische landen zoals de VS, waar miljoenen hun toevlucht nemen tot voedselbanken, maar de crisis is veel wanhopiger in grote delen van Zuid-Azië, het Afrikaanse continent en Latijns-Amerika.

In een poging de inflatie te beteugelen gaan de centrale banken in de geavanceerde kapitalistische landen nu over tot een sterke verhoging van de rentevoeten. De officiële verklaring is dat het verhogen van de rente de kosten van lenen voor het bedrijfsleven en de particulieren duurder maakt en de uitgaven zal drukken. Dit verhult de brutale waarheid dat het vooral tot doel heeft om de lonen laag te houden en zo nodig de werkloosheid te verhogen, zelfs indien dit een risico van een recessie inhoudt. De Bank of International Settlements verklaarde onlangs dat centrale banken in de strijd tegen inflatie “niet bang moeten zijn om op korte termijn pijn en zelfs recessies te veroorzaken.” De voormalige Amerikaanse minister van Financiën, Larry Summers, verklaarde onlangs zelfs nog botter: “We hebben vijf jaar werkloosheid van meer dan 5% nodig om de inflatie te beteugelen – met andere woorden, we hebben twee jaar van 7,5% werkloosheid nodig of vijf jaar van 6% werkloosheid of één jaar van 10% werkloosheid.”

Op deze manier proberen de kapitalisten, zoals altijd, de werkende mensen te laten betalen voor de crisis van hun systeem. Maar het effect van de renteverhoging door de Federal Reserve en de ECB zal niet alleen worden gevoeld door de arbeiders in de VS en West-Europa. Schulden van arme landen aan instellingen als het IMF of aan particuliere geldschieters zijn grotendeels in dollars aangegaan. Een stijging van de rentevoeten zal het onmiddellijk moeilijker maken om deze schulden af te lossen. Het gevolg van het feit dat een groter deel van het nationaal inkomen wordt besteed aan de aflossing van schulden aan buitenlandse banken en financiële instellingen, is dat plaatselijke kapitalistische regeringen zullen besparen op onderwijs en gezondheidszorg voor de werkende bevolking, waardoor de crisis nog nijpender wordt.

De combinatie van inflatie, onbetaalbare schulden en de corruptie van de plaatselijke kapitalistische elites heeft Sri Lanka al aan de rand van de afgrond gebracht. Meer landen zullen dit grimmige pad volgen. Nu grote delen van de bevolking in het ene land na het andere in de ellende zijn gestort en er massale honger dreigt, is sociale onrust onvermijdelijk.

Het IMF voorspelt economische vertraging in 143 landen, die vier vijfde van de wereldeconomie vertegenwoordigen. We staan voor de tweede keer in twee jaar tijd aan de rand van een wereldwijde recessie, slechts een jaar nadat de kapitalistische media nog vol lof spraken over een door stimuleringsmaatregelen gevoed herstel.

Natuurlijk weet iedereen dat de inflatie niet begon met de oorlog. De stijging van de wereldwijde inflatie begon met de chaos in de toeleveringsketen die door de pandemie werd veroorzaakt. Maar op een dieper niveau is het ook het resultaat van het beleid van goedkoop geld dat de belangrijkste centrale banken sinds de diepe recessie van 2008-09 voeren. Daarbij hebben de centrale banken triljoenen in de financiële markten gestort om een volledige ineenstorting te voorkomen. Een van de onvermijdelijke neveneffecten was het opnieuw opblazen van verschillende activazeepbellen, waaronder in onroerend goed en cryptomunten, omdat de kapitalisten het geld in het financiële casino investeerden in plaats van in het uitbreiden van de productie, het herbouwen van de infrastructuur, enz.

Bizar genoeg betekende dit ook dat het inherente inflatoire effect van deze liquiditeitsuitbreiding gedurende een hele periode buiten de ‘reële economie’ werd gehouden, waardoor de lage inflatie, lage renteomgeving die een belangrijk onderdeel van het neoliberalisme was, werd voortgezet. Maar de pandemie veranderde dat, aangezien de crisis niet in de eerste plaats door de financiële markten werd aangedreven, maar door een ineenstorting van de vraag. De stimuleringspakketten van 2020-1 omvatten meer astronomische bedragen die in de financiële markten werden gepompt, maar ook enorme bedragen die rechtstreeks aan bedrijven en, in veel mindere mate, aan gewone mensen werden gegeven. Dit droeg onvermijdelijk bij tot het leggen van de basis voor een inflatoire piek.

Kortom, de kapitalistische klasse slingert van de ene crisis in de andere, waarbij de maatregelen die worden genomen om de ene situatie te “verhelpen” rechtstreeks bijdragen tot de volgende fase.

Het effect op de Koude Oorlog in ruimere zin

Sommigen dachten misschien dat de oorlog in Oekraïne en de reactie van de VS betekende dat de VS zich weer op Europa concentreerde en zich niet meer op de Indo-Pacific richtte. Dit is duidelijk onjuist. In werkelijkheid zien we een aanzienlijke escalatie van het nieuwe wereldwijde Koude Oorlog-conflict. De oorlog in Oekraïne heeft dit proces versneld en maakt er ook deel van uit.

Eind mei ging Biden naar Japan en Zuid-Korea. Tijdens deze reis verklaarde hij dat de VS Taiwan militair zouden verdedigen als het door China zou worden binnengevallen. Hoewel dit gedeeltelijk werd teruggenomen door Amerikaanse functionarissen en de media spraken van een nieuwe “blunder” van Biden, maakt het deel uit van een patroon waarbij Biden ‘de geest uit de fles laat’.

Tijdens de reis had Biden een ontmoeting met de leiders van de “Quad”, een veiligheidsalliantie met India, Japan, Australië en de VS. Hij lanceerde ook het Indo Pacific Economic Framework met 12 landen in de Stille Oceaan. Dit is deels bedoeld als vervanging voor het door Barack Obama gestarte Trans Pacific Partnership, dat bedoeld was om China te isoleren, maar dat Trump heeft laten vallen. Het is echter geen traditionele vrijhandelsovereenkomst en is gericht op vrijwillige samenwerking op gebieden als technologiestandaarden.

Eind juni werd de NAVO-top in Madrid voor het eerst bijgewoond door de premiers van een aantal belangrijke Indo-Pacifische naties, waaronder Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. Zoals de Financial Times kopte, betekende deze bijeenkomst een “terugkeer naar de missie van de ‘koude oorlog’.” Vervolgens vatten zij de conclusies samen: “Een doel van zevenvoudige toename van NAVO-troepen in hoge staat van paraatheid; de eerste permanente Amerikaanse basis op de oostflank van de alliantie [in Polen], een uitnodiging aan Finland en Zweden om toe te treden, en een nieuwe 10-jarige leidende strategie die elke illusie van partnerschap met Moskou laat varen. De nieuwe missieverklaring van de NAVO verklaart ook dat China een systematische ‘uitdaging’ is.”

Dit is de eerste keer dat de NAVO als orgaan rechtstreeks naar China verwijst. Samen met de aanwezigheid van vertegenwoordigers van belangrijke Indo-Pacifische landen toont dit aan hoe het Westerse imperialisme verdere conclusies trekt over een conflict op lange termijn met een door China geleid blok. Er wordt nu openlijk gespeculeerd over een ‘Aziatische NAVO’. Dit is misschien nog niet aan de orde, maar de ontwikkeling van de Quad en de Top van Madrid wijzen duidelijk in deze richting.

In aanvulling hierop heeft de G7 onlangs toegezegd 600 miljard dollar bijeen te brengen om de wereldwijde investeringen in infrastructuur in “ontwikkelingslanden” uit te breiden. Dit is geen daad van welwillendheid, maar duidelijk een verlate poging om het enorme Belt and Road Initiative (BRI) van China terug te dringen, dat door China is gebruikt om nauwe banden aan te knopen met regimes in Azië, Afrika en zelfs Latijns-Amerika. Hoewel dit geen bijzonder groot bedrag is, gezien het feit dat het over een periode van vijf jaar wordt gespreid, is het meer een erkenning van het feit dat er tegenover de groeiende invloed van het Chinese imperialisme in de neokoloniale wereld nood is aan een ‘zachte macht’ en niet alleen aan hogere militaire budgetten.

Natuurlijk staat het Chinese regime niet werkeloos toe te kijken. Xi Jinping promootte zijn eigen “mondiale veiligheidsinitiatief” op de recente BRICS-bijeenkomst, waar naast China ook Brazilië, Rusland, India en Zuid-Afrika deel van uitmaken. Het CCP-regime blijft ook agressief ijveren voor de ontwikkeling van veiligheidsafspraken met eilandstaten in de Stille Oceaan. Een goed voorbeeld hiervan is de recente overeenkomst met de Salomonseilanden, die het plaatselijke regime de mogelijkheid biedt Chinese ‘veiligheidstroepe’” in te zetten om de plaatselijke onrust de kop in te drukken, in ruil voor wat de New York Times omschreef als “een uitvalsbasis tussen de VS en Australië, die gebruikt kan worden om het scheepsverkeer over de Stille Zuidzee te blokkeren.”

De tendens tot deglobalisering heeft zich verscherpt. De duidelijkste uiting hiervan is de radicale ontkoppeling tussen het Westen en Rusland, de elfde grootste economie ter wereld. De ontkoppeling tussen de VS en China gaat ook door, zij het in een veel langzamer tempo. We zagen een zekere verschuiving van de productie uit China en enige tekenen van “reshoring” en “nearshoring” van de productie, d.w.z. het dichter bij de belangrijkste imperialistische landen brengen van kritieke sectoren waar zij ‘veiliger’ zijn.

Er is veel gesproken over de investering van grote bedragen door de Amerikaanse regering in geavanceerde technologieën, met name de productie van microprocessoren, maar er is nog maar heel weinig van terecht gekomen. Maar hoewel de resultaten mager zijn, is de wending naar een nationalistisch ‘industriebeleid’, een vorm van door de staat gestuurd kapitalisme, inherent aan de situatie.

De Amerikaanse regering legt steeds meer beperkingen op aan investeringen in China, zelfs indien er sprake is van enige versoepeling van de invoertarieven. Zowel in Europa als in de VS heeft de energiecrisis ertoe geleid dat regeringen elke resterende pretentie om af te stappen van fossiele brandstoffen hebben laten varen ten gunste van de ontwikkeling van olie, aardgas en zelfs steenkoolvoorraden. Dit toont hoe de Koude Oorlog alle andere crises verergert.

Oorlog en politiek

Aan het begin van de oorlog was er in de westerse landen een golf van sympathie voor het Oekraïense volk. Dit werd door de westerse regeringen gemanipuleerd om een militaristische agenda te steunen, waaronder het verhogen van de militaire uitgaven en, in het geval van Zweden en Finland, toetreding tot de NAVO.

In veel andere delen van de wereld, waaronder het Midden-Oosten, Afrika bezuiden de Sahara en een groot deel van Latijns-Amerika, was er echter veel minder steun voor de agenda van de NAVO, gezien de volkomen terechte argwaan jegens Biden’s beweringen dat dit een strijd was tussen ‘democratie en autocratie’.

Het is velen niet ontgaan hoe hypocriet het is dat Biden Poetin een dictator noemt, terwijl hij tegelijkertijd de Saoedische monarchie gunstig gezind is om de olietoevoer te vergroten. Biden bracht in juli een bezoek aan Saoedi-Arabië en liet alle kritiek vallen op de wrede rol die zij hebben gespeeld in Jemen, een nog ergere humanitaire ramp dan Oekraïne. De retoriek over de leidende rol van de VS in de strijd voor democratie klinkt behoorlijk hypocriet in de nasleep van de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof om de 50 jaar oude uitspraak Roe v Wade, dat het recht op abortus garandeerde, in te trekken terwijl een meerderheid van de bevolking dat recht steunt. De Amerikaanse samenleving gaat er zelf op achteruit inzake fundamentele mensenrechten.

Wij stelden van bij het begin dat de steun voor militaire escalatie zelfs in de imperialistische hartgebieden zou afnemen naarmate de gevolgen van de oorlog, in het bijzonder voor de economie, meer zichtbaar zouden worden. Midden mei klonk zelfs de Biden-getrouwe New York Times bezorgd, en waarschuwde in een officieel hoofdartikel voor het gevaar van een “totale oorlog met Rusland”, waarbij de steun van de bevolking “niet gegarandeerd is.” De krant merkte nog op dat “inflatie voor Amerikaanse kiezers een veel groter probleem is dan Oekraïne.” De dalende populariteit van Biden bevestigt deze punten volledig. Het is straf, maar op dit punt van zijn presidentschap is Biden minder populair dan Trump was!

De eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen in juni was ook een waarschuwingsteken voor de NAVO. Een meerderheid van de kiezers steunde ofwel uiterst rechtse kandidaten ofwel kandidaten die links staan van de sociaaldemocratie. Terwijl Macron zich presenteerde als een “Europese staatsman” die een oplossing voor de oorlog probeerde te vinden binnen het kader van het westerse imperialisme, concentreerden de Franse kiezers zich op de hoge prijzen en gaven zij het burgerlijke “centrum” een vernietigende berisping.

De oorlog verergert alle aspecten van de crisis van het kapitalisme. Terwijl het volk van Oekraïne lijdt, worden beide imperialistische kampen met ernstige problemen geconfronteerd. Poetin lijkt aan de oppervlakte alle oppositie de kop te hebben ingedrukt, maar alleen als dat ten koste gaat van een verdere uitholling van de fundamenten van het regime. Ruslands bondgenoot China kampt met een enorme economische en sociale crisis. En hoewel de agressieve en aanvankelijk eensgezinde reactie van de VS en de NAVO ogenschijnlijk krachtig was, stapelen naarmate de maanden verstrijken de complicaties in hun positie zich op.

Het is onvermijdelijk dat het inter-imperialistisch conflict, dat voortvloeit uit de diepere tegenstellingen van het kapitalisme, de binnenlandse crises binnen de imperialistische staten zelf zal verergeren. Maar de grootste slachtoffers zullen de massa’s van de neokoloniale wereld zijn, die te maken krijgen met een drastische toename van voedselonzekerheid en harde besparingen omdat regimes proberen hun schulden af te betalen. Terwijl de mensen letterlijk met de hongerdood worden bedreigd, zullen de imperialisten elkaar de schuld proberen te geven van de catastrofe. Maar de waarheid is dat het hele systeem van imperialistisch kapitalisme schuldig is en omver geworpen moet worden om verdere en nog ergere catastrofes te voorkomen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie