Alle regeringen in ons land staan zwak en zijn verdeeld. Na de ergste zorgcrisis in decennia, die bovendien nog niet afgelopen is, volgen de andere crises elkaar in razendsnel tempo op. Het hele systeem kraakt langs alle kanten en de traditionele politici hebben er geen antwoord op, of alleszins geen dat ook maar een beetje tegemoet komt aan de noden van de meerderheid van de bevolking. De tekorten en toenemende sociale spanningen maken dat gebrek aan antwoord enkel duidelijker.
door Geert Cool
Het centrum smelt weg
Niet alleen de ijskappen smelten weg, ook het politieke centrum ondergaat dit lot. Volgens De Stemming wordt CD&V met 8,7% kleiner dan alle andere in het parlement vertegenwoordigde partijen. Deze peiling luidde het einde in van voorzitter Coens en Vlaams minister Beke. Historisch bouwde de christendemocratie in Vlaanderen een quasi ongenaakbare positie op. De CVP was in staat om verschillende standen en bevolkingsgroepen aan zich te binden, onder meer door sociale vrede af te kopen. De afgelopen jaren werd dat onmogelijk: het besparingsfundamentalisme liet er geen ruimte meer voor. Ook bij het politiek personeel van CD&V namen de besparingsmanagers het over. Het beleid dat daarmee gepaard ging, krijgen ze niet meer uitgelegd aan brede lagen van de bevolking.
Het is een illusie te denken dat CD&V er met betere ‘communicatie’ bovenop kan geraken. Het jarenlange besparingsbeleid heeft niet alleen de sociale, maar ook de politieke stabiliteit ondergraven. Wouter Beke leek er bij zijn ontslag oprecht van overtuigd dat hij het goed had gedaan en wees met een vingertje naar de media. Er valt veel te zeggen over de rol van de traditionele media – inclusief de door de Vlaamse regering en CD&V-minister Dalle kapot bespaarde openbare omroep. Maar hoe wereldvreemd kan je zijn om na de rampzalige toestanden in de woonzorgcentra en de kinderopvang niet door te hebben dat mensen dat niet vergeten?
Alle onderdelen van het departement welzijn botsen op tekorten. Een beetje schuiven met middelen en hier en daar wat oplapwerk veranderen niets aan het globaal beeld van ellende. Waar CD&V vroeger sterk stond bij zowel verantwoordelijken als personeel van de zorgsector, kan dit vandaag niet meer verwacht worden. Dat heeft niets met communicatie te maken, maar alles met het gevoerde beleid van de afgelopen decennia. Daarmee breken, kan enkel door zich op de arbeidersbeweging te richten. De CD&V-kopstukken volgen echter aandachtiger wat er bij N-VA gebeurt dan bij het ACV. De falende managers Beke en Coens vervangen door een communicatief sterkere manager als Sammy Mahdi zal dit niet keren. Het kan hoogstens een Conner-effectje teweegbrengen: op basis van welgemikte optredens in de media een breder publiek op een voornamelijk apolitieke wijze aanspreken. De houdbaarheidsduur van dergelijke operaties is echter bijzonder klein.
Ook de PS is bang
Bij de PS worden de politieke ontwikkelingen in Frankrijk angstig gevolgd. Tien jaar geleden won de Franse PS alle verkiezingen, nu haalde PS-kandidate Anne Hidalgo amper 1,74% in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Voor de parlementsverkiezingen moest de Franse PS wel een akkoord sluiten met La France Insoumise van Mélenchon. In Wallonië en Brussel, maar ook steeds meer in Vlaanderen, kent de PVDA een sterke opgang. Het is dus niet zonder redenen dat de PS zenuwachtig wordt.
De PS nam afstand van haar standpunt dat het aanpassen van de loonwet onvermijdelijk de index in vraag zou stellen. Sinds 1 mei pleit de PS voor het behoud van de index én een aanpassing van de loonwet. De partij kwam met een eigen voorstel van miljonairstaks om de superrijken te laten betalen. Op papier wordt het verschil tussen de programma’s van de PS en de PVDA flinterdun.
Het verwijt dat de PS steevast maakt aan de PVDA is dat deze geen bestuursverantwoordelijkheid opneemt. De keerzijde van dat verwijt is dat de PS zich in de regeringen met handen en voeten laat binden aan de liberalen. Hoe denkt de PS de liberalen te overtuigen van de invoering van een vermogenskadaster om een miljonairstaks mogelijk te maken? Of hoe denkt de PS met deze Vivaldi-regering de loonwet van 1996 te herzien, laat staan af te schaffen? Een ‘linkse oppositie’ binnen de regering vormen is misschien goed voor het imago in de media, maar het brengt geen brood op tafel bij de vele gezinnen die gebukt gaan onder de koopkrachtcrisis.
Alleszins zal de PS het moeilijk krijgen nu de discussies effectief gaan over het belasten van de overwinsten van Engie, de loonwet van 1996 en de koopkracht. ABVV-voorzitter Bodson waarschuwt dat de PS een probleem kan krijgen. Als voor de burgerij betrouwbaar politiek instrument zal de PS echter niet zomaar een regering laten vallen, al zeker niet rond sociale kwesties die de PVDA centraal in de campagne zouden zetten.
Oppositie niet aan extreemrechts overlaten
Langs Nederlandstalige kant probeert het Vlaams Belang garen te spinnen bij de koopkrachtcrisis. Ten onrechte probeert het zich een sociaal imago aan te meten. Nochtans zijn alle sociale verworvenheden afgedwongen door strijd van de arbeidersbeweging waarbij extreemrechts telkens aan de andere kant van de barricaden stond.
Toen we tegen de verhoging van de pensioenleeftijd en de indexsprong staakten in 2014, voerde het Vlaams Belang actie tegen het vakbondsprotest… In 2019 nodigde De Wever het Vlaams Belang uit voor onderhandelingen over een Vlaamse regering. In een recent interview met Humo bevestigde Tom Van Grieken nogmaals dat zijn partij meteen de basisnota van De Wever ondertekende. Die nota vormde nadien de basis voor de regering-Jambon met CD&V en Open Vld, een regering gekenmerkt door sociale rampen in de ouderenzorg en de kinderopvang en door tekorten en verdere besparingen op onderwijs en zorg.
Extreemrechts achterna lopen, maakt het enkel aanvaardbaarder. Dat is wat Macron in Frankrijk en de N-VA bij ons aantoonden. De Molenbeek-uitspraken van Conner Rousseau helpen ons geen stap vooruit, integendeel. De discussie beperken tot een cordon in de media, zoals enkele Franstalige partijen doen, raakt evenmin aan de kern van de zaak. Zolang de voedingsbodem voor de groei van extreemrechts niet aangepakt wordt, kan het in diverse varianten scoren.
Extreemrechts kan zich enkel ‘sociaal’ voordoen als het abstract blijft. Het verschil maken, zal niet met woorden maar met daden gebeuren. Dat betekent de sociale strijd organiseren en perspectief bieden voor reële vooruitgang. Dat is noodzakelijk voor onze koopkracht en het is ook de wijze waarop extreemrechts kan bestreden worden. De politieke kaart in 2024 is vandaag nog geen uitgemaakte zaak. De spectaculaire opgang van Mélenchon in de Franse presidentsverkiezingen toont wat mogelijk is. Sociale strijd kan de kaarten grondig herschikken.
Linkerzijde moet strijd tegen systeem aangaan
Heel het systeem loopt vast: van het milieu over de economie tot de vele bijhorende sociale problemen. Telkens weer komt het neer op de vraag naar middelen om tot verandering te komen. Vandaag verdwijnt de door ons geproduceerde rijkdom voor een groot deel in de zakken van een klein groepje aandeelhouders. Zij worden steeds rijker op de kap van onze miserie. Om tot verandering te komen, moet het volledige systeem in vraag gesteld worden. Dat betekent de private eigendom van de productiemiddelen betwisten en met de samenleving de eigendom en controle ervan overnemen.
De PVDA is heel terughoudend om een programma van maatschappijverandering als onderdeel van de dagelijkse strijd voor verbeteringen te zien. Nochtans is dat nodig als alternatief op het falende systeem. Dit betekent niet dat we vragen dat gewacht wordt op het einde van het wereldkapitalisme om overwinningen te boeken, zoals Raoul Hedebouw het karikaturaal stelde in Knack (17 mei). Wel dat de dagelijkse strijd versterkt wordt door het perspectief van maatschappijverandering, wat enthousiasme en hoop kan versterken en bovendien nodig is om elke stap vooruit te consolideren.
LSP heeft op dat vlak een meningsverschil met PVDA. Maar we zullen bij de verkiezingen van 2024 actief campagne voeren voor een PVDA-stem en meer linkse parlementsleden. We zijn ervan overtuigd dat de arbeidersbeweging niet kan rekenen op de traditionele partijen. Ze moet zelf haar belangen verdedigen en politieke eisen op de agenda zetten voor de koopkracht van de werkende klasse, massale publieke investeringen in openbare diensten (als zorg, onderwijs, openbaar vervoer, sociale huisvesting …) en een rationeel geplande groene transitie om de planeet leefbaar te houden. Een socialistisch alternatief is niet iets voor een heel verre toekomst, maar een urgente noodzaak vandaag.