Franstalig onderwijs in opstand tegen tekorten

Foto: Maxime (Luik)

Op 10 februari kwam de Franstalige onderwijssector op straat voor de grootste mobilisatie sinds 11 jaar. Er waren maar liefst 10.000 betogers om de minister van Onderwijs van de federatie Wallonië-Brussel Caroline Désir (PS) tot de orde te roepen. Sommigen hoopten dat de rode, groene en blauwe vloed van onderwijswoede voor een politieke schok zou zorgen. Het antwoord van de politici was echter weinig verrassend. Verder dan de gewoonlijke ‘blah blah blah’ kwamen ze niet.

Deze mobilisatie was het gevolg van twee jaar pandemie. De gezondheidscrisis eiste een hoge tol van het personeel, dat zich vaak in de steek gelaten voelde door de politiek. Bovendien kwamen deze problemen bovenop de al veel langer durende malaise in het onderwijs door een gebrek aan middelen, terwijl tegelijk in sneltreinvaart allerhande managementhervormingen worden opgelegd. Scholen moeten met elkaar concurreren en de leraars kregen steeds meer taken op hun schouders.

Geïnterviewd door de RTBF zei Jérémiah, een leraar en LSP-lid: “Meer dan 45% van de jonge leerkrachten stopt na 5 jaar. Hieruit blijkt dat er onder jonge leerkrachten een echte malaise heerst. Die komt voort uit verschillende redenen. De eerste die ik zie is de jobonzekerheid. Er zijn veel jonge leraars die moeten jongleren met uren in verschillende scholen en niet weten waar ze het jaar nadien aan de slag kunnen. Bovendien was er verbaasd dat we als leerkrachten zoveel vakjes moeten aankruisen, zoveel administratieve taken moeten uitvoeren die soms volkomen overbodig lijken en veraf staan van de concrete voorbereidingen die we nodig hebben voor onze lessen en voor de ontwikkeling van de jongeren.”

De actiedag op 10 februari was indrukwekkend. Elise, een leerkracht uit de provincie Henegouwen, zei ons achteraf: “Zoals voor veel jonge leerkrachten was dit voor mij de eerste onderwijsbetoging. Wat een verademing om in deze grote menigte leraars, professoren, opvoeders … te zien met eisen voor meer middelen voor onze scholen, kleinere klassen van maximaal 15 leerlingen, betere infrastructuur … kortom, goede voorwaarden voor degelijk onderwijs. Het is duidelijk dat de mensen hier niet waren om hun kleine ‘privileges’ te verdedigen, maar om te vechten voor de toekomst van de schoolgaande jeugd. We zijn er ons terdege van bewust dat dit nog maar het begin was. Er zullen nog acties nodig zijn, waarbij we terug op straat komen en nog meer collega’s op de been brengen.”

De belangrijkste vraag na de actiedag is hoe het verder moet met deze strijd. Zoals David, een leraar uit Luik, ons zei: “Eén van de grote problemen met onderwijsacties is dat we veel te braaf zijn. Er zijn andere sectoren waar het personeel er beter in slaagt om zich te laten opmerken. We worden in het gezicht uitgelachen terwijl de besparingen en hervormingen gewoon doorgezet worden.”

Het succes van de staking en de betoging van 10 februari was mee te danken aan het feit dat er vooraf personeelsvergaderingen werden gehouden. Deze dynamiek van personeelsvergaderingen moet doorgezet worden om de vakbondsbasis te blijven mobiliseren en om een echt actieplan uit te werken dat democratisch wordt besproken en uitgevoerd, in plaats van eenmalige acties die van bovenaf aangekondigd worden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie