Is de neoliberale trein in de zorg gestopt?

Regelmatig zie je in de media opiniestukken die stellen dat het met de covidcrisis vanzelfsprekend zou moeten zijn dat de neoliberale besparingspolitici tot inkeer komen. Spijtig genoeg moeten we zoals die bekende Nederlandse zanger vaststellen: ‘dromen zijn bedrog’! Realistischer is om te stellen dat het neoliberalisme ‘even op de pauzeknop moet drukken’. We geven straks twee sprekende voorbeelden.

door Bart Van der Biest, vakbondsafgevaardigde BBTK-SETCa BHV

Sinds de financiële crisis van 2008 hebben besparingen, desinvesteringen en toenemende commercialisering van de zorg geleid tot waar we nu staan: een zorgsector die helemaal uitgekleed is.

Er werd al lang gewaarschuwd voor een zorgcrisis op basis van het dubbele effect van de vergrijzing: toename van de behoeften en complexiteit van de zorg door een verouderende bevolking én de omgekeerde leeftijdspiramide bij het zorgpersoneel. De babyboomers gaan massaal op pensioen en moeten dus op zijn minst vervangen worden. De beleidsmakers stonden erbij en keken ernaar …

De covidcrisis is de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. De beleidsmakers deden heel wat toegevingen onder druk van acties terwijl er aan de grond van het probleem niets gedaan wordt. Ondanks het feit dat zowel de federale als de Vlaamse regering met honderden miljoenen gooiden via sociale akkoorden (respectievelijk 1 miljard federaal en 577 miljoen Vlaams) is het effect amper voelbaar op de werkvloer. In een Brabants ziekenhuis heeft men onlangs de term ‘minimumbezetting’ (van personeel) vervangen door de term ‘optimale bezetting. ’ Dit voorbeeld geeft duidelijk aan waar het schoentje wringt in de zorg: minimale dienstverlening wordt plots als ‘optimaal’ verkocht …

De soap van het Vlaams privatiseringsdecreet

Het is minstens uniek te noemen dat een Vlaams decreet opgesteld wordt op maat/vraag van één bedrijf: Zorgbedrijf Antwerpen. Dit bedrijf wil zijn vleugels uitslaan over heel Vlaanderen. Om deze veroveringstocht te faciliteren, wil men beroep doen op private partners. Het geld van die private partners is nodig om deze grote ambitie te verwezenlijken. Het Antwerps stadsbestuur bespaart de volgende jaren immers fors op de openbare welzijnsvereniging Zorgbedrijf Antwerpen. De dotatie aan het Zorgbedrijf zal dalen van 39,3 miljoen euro in 2020 naar 28,7 miljoen in 2025.

Het betreffende Vlaams decreet is niet minder dan de rode loper uitrollen voor de privatisering van de openbare woonzorgcentra en sociale dienstverlening. Commerciële zorggroepen hebben vandaag ruim een derde van de Vlaamse woonzorgcentra in handen. Wat dat betreft, is Vlaanderen aan een inhaalbeweging bezig: in Brussel en Wallonië is dat aandeel zelfs nog een stuk groter (tot 50%). In Vlaanderen krijgen 107 commerciële woonzorgcentra die gelinkt zijn aan drie zorgvastgoedfondsen (Cofinimmo, Care Property Invest en Aedifica) 250 miljoen euro subsidies. De Morgen berekende recent dat daarvan jaarlijks 93 miljoen euro aan huur wegvloeit naar de vastgoedeigenaars. Belastinggeld in de zorg hoort niet naar de zakken van private aandeelhouders te vloeien; dat is nog steeds de heersende opinie bij de bevolking na 40 jaar neoliberalisme. Echter voor de neoliberale politici is er geen vuiltje aan de lucht: er vloeit immers ook massaal geld van de gemeenschap naar de zuivere privéondernemingen buiten de zorg via allerhande constructies en lastenverlagingen. So: what’s the problem?

Het ontwerp van decreet werd in 2020 gelanceerd en is tot op vandaag niet gestemd vanwege het terechte verzet dat het oproept. Uitstel betekent echter geen afstel.

Nóg goedkopere arbeidskrachten in de zorg?

De discussie over de toekomst van de zorgberoepen die momenteel hevig woedt, geeft op een verholen manier het conflict weer tussen enerzijds de reële behoeften van de bevolking en zorgpersoneel versus anderzijds de winsthonger van de privé en de besparingszucht van het beleid.

VOKA is de grote cheerleader van de elitaire tunnelvisie van de corporatisten op het verpleegkundig zorgdomein. De traditionele beroepsorganisaties wensen een degradatie van de HBO5 verpleegkunde (A2) tot een derde apart zorgberoep tussen de zorgkundige en de verpleegkundige. De uitgesproken neoliberale belangengroep van de werkgevers pleegde hier onlangs een uitgebreide brochure van 23 bladzijden over met als titel: “Radicaal hertekenen van zorgberoepen. Pistes om personeelstekort in welzijn & zorg op te lossen.”

Wat de motieven van VOKA zijn, wordt duidelijk met enkele citaten uit de brochure:

Bij de eerste zin valt men onmiddellijk met de deur in huis: “Welzijn en zorg vormen de groeisectoren op de Vlaamse arbeidsmarkt en vertegenwoordigen vandaag bijna 20% van de totale tewerkstelling. De tewerkstelling neemt elk jaar toe met circa 2%.” Met andere woorden: de ondernemers willen hiervan “een graantje” meepikken – of beter gezegd: een volledige graansilo.

VOKA: “Taakverschuiving kan verschillende vormen aannemen: uitdieping of méér specialisatie, substitutie of delegatie van taken naar lager of anders opgeleide professionals en innovatie. Het is dus niet zo dat taakverschuiving zich vooral richt op het afschuiven van beperkte en eenvoudige taken naar lager opgeleiden.” De hogere, controlerende hiërarchie in de bureau’s mag immers niet vergeten worden.

VOKA pleit verder voor deregulering met uiteraard op het eerste zicht rationeel klinkende argumenten: “Soepele wetgeving. Een mengelmoes aan wetgeving, normen en financiering beperkt een optimale verdeling van taken en inzet van competenties. Dat zorgt niet enkel voor conflicterende belangen tussen zorgberoepen, maar ook voor een gebrek aan transparantie en inefficiëntie. De discussies over het bewaken van kwaliteit of risico’s, draaien in realiteit meer om inkomsten, financiering en barema’s. Onderhandelen over taakverschuiving is vaak competitief of bedreigend omdat opportuniteiten voor een (nieuw) beroep de degradatie van andere beroepen kan inhouden.”

En dan volgt de honing aan de baard van de besparingspolitici: “Je kan niet zomaar zorgverleners bijmaken, maar je kan wel het takenpakket herbekijken. Welke taken kunnen we afsplitsen en bundelen tot een aparte job? Als je uitsluitend naar de technische taken kijkt, dan wordt het tekort aan zorgverleners al véél beperkter. Zorg is veel meer dan alleen inspuitingen geven en wassen. Het is ook instaan voor een propere kamer, een praatje maken en maaltijden bereiden. Niet alles moet per se door hoogopgeleid personeel gebeuren. Je hebt een waslijst aan logistieke en andere taken waarvoor je niet noodzakelijk een diploma nodig hebt.” VOKA pleit dus onomwonden voor de bestendiging van tijdelijke noodmaatregelen tijdens de eerste coronagolf waar taken van zorgpersoneel uit handen genomen werden door andere profielen.

VOKA: “Taken die zorgverleners kunnen schrappen: administratie en registratie, huishoudelijke taken, logistieke taken, transport en … hygiënische basiszorgen” Curieus dat de verpleegkundigen op de werkvloer steeds meer van deze taken op hun boterham gesmeerd krijgen – door de werkgever!

Wat heeft dit alles met neoliberalisme te maken?

Onder druk van het neoliberalisme om zogezegd ‘efficiëntiewinsten te boeken’ wordt de zorg systematisch uiteengerafeld in een reeks van aparte zorgprocessen die het liefst door verschillende functies uitgeoefend worden zoals bij de lopende band in een fabriek. Het principe van een holistische, menselijke benadering van de patiënt wordt hierdoor overboord gegooid. Om ‘het overzicht’ te behouden wordt een reeks van controlemechanismen ingebouwd én installeert zich een hiërarchisch waterhoofd dat de weinige handen aan het bed van de patiënt continu op de vingers staat te kijken. De informatisering – de neverending story van checklists – faciliteert dit proces van ontmenselijking van de zorg. Het beeld van een Mexicaans leger doemt op: meer (dikbetaalde) officieren dan (onderbetaalde) soldaten …

De actiegroep ‘De Zorg in Actie/ La Santé en Lutte’ heeft drie hoofdslogans: méér handen, méér loon én warme zorg. Warme zorg betekent in de praktijk omgeven worden door een betrokken zorgploeg die met genoeg zijn om hun zorgtaken in de breedste zin van het woord uit te voeren en dan hebben we het niet enkel over de technische handelingen die door ‘robotjes aan de lopende band’ uitgevoerd worden zoals de ver-van-mijn-bed hiërarchie en private accreditatie-organisaties het vragen. Of gaan we nieuwe functies introduceren als bijvoorbeeld de patiënt een praatje wil slaan: ‘de aandachtmanager’ die per prestatie – een gesprek van 10 minuten – werkt?

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie