Theorie. Welk programma naar voor brengen?

Een dynamisch organisatie en een goede analyse van de situatie volstaan niet om tussen te komen in de strijd. Zelfs indien het vandaag gemakkelijker is om mensen te overtuigen van het slecht functioneren van het kapitalisme, dan nog blijven de noodzaak en de mogelijkheid van een socialistisch alternatief een utopie voor de meeste arbeiders.

Nicolas Croes

Individuele discussies bieden de mogelijkheid om sommige onderwerpen wat diepgaander uit te spitten, de wensen van iemand te achterhalen en in te schatten waar hij/zij voor vreest. Voor een organisatie die wil tussenkomen in de arbeidersbeweging, moet die dialoog echter ook op een andere schaal gevoerd worden: tussen de revolutionaire organisatie en de massa’s. Dat is de rol van een eisenplatform.

In onze oproepen mogen we ons niet beperken tot wat we een minimumprogramma noemen, een programma dat volledig realiseerbaar is binnen de kapitalistische maatschappij. Dat doen zou immers betekenen dat we net zoals de sociaal-democratische partijen de revolutionaire inhoud van het socialisme zouden vergeten. De voorbije jaren, onder de heerschappij van de sociaal-democratie, hebben aangetoond dat niets definitief verworven is onder het kapitalisme, dat de verworvenheden slechts behouden blijven zolang de krachtsverhoudingen gunstig zijn voor de arbeiders. Dat betekent niet dat we die eisen niet moeten ondersteunen.

Uiteraard zijn wij voor het beschermen van ieder recht van de arbeiders, maar het is essentieel om dat in het kader van een revolutionair perspectief te plaatsen. De tegengestelde houding zou zijn om zich strikt te houden aan het maximumprogramma, de vervanging ergens in de toekomst van het kapitalisme door het socialisme. Dat is evenmin de meest constructieve methode. Het gaat er hem niet om onze visie over een toekomstige maatschappij bevrijd van onderdrukking te verstoppen, maar integendeel om het op een zo begrijpelijk mogelijke wijze naar voor te brengen. In iedere maatschappij is de heersende ideologie die van de heersende klasse. Die beschikt over overheidsinstellingen, de pers,… In die omstandigheden zou het neerstrijken aan een stakerspiket om er fier de overgang naar socialisme te bepleiten als oplossing voor alle problemen, eerder beschouwd worden als een klucht dan als een voorstel om ernstig over na te denken.

Eigenlijk doen de voorstanders van beide standpunten, of ze nu reformistisch of gauchistisch zijn, niets anders dan in woorden en in daden de revolutie op de lange baan te schuiven. De twee, het minimumprogramma en het maximumprogramma zijn onafscheidelijk.

Over dat aspect van het programma heeft Trotski lang nagedacht op het ogenblik van de oprichting van de IVe Internationale. In die periode was het verraad van de tweede Socialistische Internationale algemeen bekend, de schandalige manier waarop ze de arbeiders in de de eerste wereldoorlog had gegooid, betekende een breuk met alle principes van het socialisme. Nieuw was de oriëntatie van de IIIe Communistische Internationale. Bureaucratisch gedegenereerd en onder de autoritaire leiding van Stalin, had die onder meer Hitler aan een verkiezingsoverwinning geholpen door haar pijlen te richten tegen de « sociaal-fascisten » (de benaming die de stalinisten aan de sociaal-democratie gaven) in plaats van tegen de nazis. Tegenover deze organisaties die een rem betekenden op de verzuchtingen van de arbeiders, stelde Trotski aan de IVe Internationale het overgangsprogramma voor. De sterkte ervan is dat het een brug creëert tussen de onmiddellijke eisen van de arbeiders, het minimumprogramma, en de nood van een socialistische omvorming van de maatschappij, het maximumprogramma.

Het bestaat uit een geheel van eisen die toestaan de meest bewuste arbeiders te mobiliseren omdat ze terecht en noodzakelijk lijken. Tegelijk stellen ze echter het privé-bezit van de productiemiddelen en de kapitalistische maatschappij in haar geheel in vraag, wanneer men erover nadenkt hoe ze in de praktijk om te zetten.

Die methode is volgens ons de meest geschikte om de tegenstelling op te lossen tussen de huidige toestand van de maatschappij (voortdurende crisissen, groeiende massawerkloosheid,…) en de wensen van de arbeidersbeweging in het algemeen. Die zijn verminderd door de nederlagen als gevolg van de fouten van de vakbondsleiders of de reformistische partijen, en door het ideologisch offensief van de burgerij dat versterkt werd door de instorting van het stalinisme in het Oostblok.

> Leon Trotski: Het overgangsprogramma

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie