Jarenlang al wordt er geprobeerd om een stabiele extreemrechtse formatie langs Franstalige kant op te zetten. Er is potentieel hiervoor: peilingen naar de populariteit van Franse politici geven een grote steun voor Marine Le Pen aan. Toch blijft Franstalig extreemrechts aanmodderen van de ene instabiele groep naar de andere kibbelpartij. Hoe valt dit te verklaren?
Reactie door Blokbuster
Afgelopen woensdag kregen we een onderdeel van het antwoord op die vraag. De aankondiging van verschillende extreemrechtse figuren dat ze samen een nieuwe partij zouden vormen, met name ‘Chez Nous’, leidde meteen tot antifascistisch protest. Hierdoor kon de geplande bijeenkomst in Herstal niet doorgaan en werd noodgedwongen uitgeweken naar een makke online conferentie die volgens de vrienden van het Anti-Fascistisch Front gekenmerkt werd door een korte duur en slechte geluidskwaliteit. Gelukkig deden zij de moeite om het te volgen: zelfs al stamelde Van Grieken slechts zes minuten in schabouwelijk Frans (om vervolgens vertaald te worden), dat zijn er nog steeds zes te veel voor onze gemoedsrust.
‘Chez Nous’ slaagde erin om twee extreemrechtse partijvoorzitters te strikken voor een oprichtingscongres: Tom Van Grieken van het Vlaams Belang en Jordan Bardella van het Rassemblement National (de nieuwe naam van het Front National van Le Pen in Frankrijk). De partij zelf wordt geleid door figuren uit diverse kleine rechtse groepen, van de Parti Populaire tot ‘Liste Destexhe’ (rond de voormalige liberale verkozene Alain Destexhe). Het resultaat is een partijprogramma dat racisme koppelt aan een harde liberale besparingsdrift. Waar extreemrechts zich in Vlaanderen of Frankrijk minstens qua retoriek ‘sociaal’ probeert voor te doen, is daar bij ‘Chez Nous’ geen sprake van. Dat het voor het VB en het RN slechts een kwestie van retoriek is, blijkt uit hun uitdrukkelijke steun aan ‘Chez Nous’. Het gedeelde racisme weegt zoals steeds zwaarder dan pogingen om de ‘framing’ van de partij wat socialer te maken.
Het congres van ‘Chez Nous’ kon niet fysiek plaatsvinden omwille van antifascistisch protest. Deze druk maakte dat het gemeentebestuur van de geheimgehouden locatie van het congres de bijeenkomst verbood. Het ging om de arbeidersgemeente Herstal met een PS-bestuur en grote PTB-aanwezigheid. Het feit dat extreemrechts niet zomaar fysiek kon bijeenkomen om de haat tegen migranten, andersdenkenden, syndicalisten, LGBTQI+mensen en anderen te organiseren, is een uitstekende zaak. Het verhoogt de drempel om in die kringen actief te worden en het maakt het moeilijker om de haat effectief te organiseren op straat.
De oproep om te protesteren tegen extreemrechts werd actief ondersteund door het ABVV en nationaal voorzitter Thierry Bodson, die eerder ook aan verschillende antifascistische acties in onder meer Brussel deelnam. De arbeidersbeweging kan voldoende antifascistisch gewicht in de schaal werpen om extreemrechts te stoppen. Dat is uiteraard gemakkelijker waar extreemrechts erg zwak staat, maar het schept tegelijk precedenten die ook in het noorden van het land kunnen gevolgd worden. De vakbonden zijn niet alleen in staat een groot maatschappelijk gewicht in de antifascistische strijd te brengen, maar zijn ook goed geplaatst om sociale eisen op een offensieve wijze te verdedigen. Dat is het beste alternatief op de wanhoop die sommige mensen tot de kortzichtige non-antwoorden van extreemrechts brengt.