Gebrek aan middelen is nefast voor onderwijs

Het onderwijs is de diverse tekorten gewoon: van aftakelende infrastructuur over personeelstekort tot ondermaatse gebouwen. De overstromingen van midden juli in Wallonië doen daar nog een schep bovenop, wat nog lang zichtbaar zal blijven. Naast duizenden gezinnen die dakloos werden, zijn 134 scholen getroffen. De meeste scholen kunnen opnieuw starten, maar voor sommige leerlingen en leraars zal het nieuwe schooljaar nog harder zijn dan anders. 

Artikel door Jérémiah (Luik) uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’ die vrijdag van de drukker komt

Omgaan met waterschade

Dit is het geval voor de scholen in Angleur, in de buurt van de Ourthe. Angleur is één van de meest getroffen buurten in Luik. Sommige leerlingen zullen les volgen in klaslokalen zonder verwarming of in vochtige lokalen. Anderen zullen in prefabs ondergebracht worden in afwachting van de voltooiing van de werkzaamheden. Het gaat om dezelfde containerklassen die al jarenlang in veel scholen worden gebruikt wegens chronische onderfinanciering.

Na de overstromingsramp is er een buitengewone solidariteit aan de dag gelegd, of het nu ging om het vrijmaken van klaslokalen, maar ook om het schenken van computermateriaal, koelkasten voor de keuken, enz. Maar dit is niet genoeg om de getroffen scholen weer op te bouwen. Het is aan de overheid om het heft in handen te nemen! 

Wat de politiek betreft, is tot dusver slechts 5 miljoen euro tegen 0% rente geleend voor de directe kosten van schade aan de scholen, maar dit bedrag moet ooit terugbetaald worden! De schoolbudgetten stonden ook voor deze ramp al onder druk en daar komt nu dus een deel van de rekening voor de overstromingen bij. De rest zal betaald worden door verzekeringsmaatschappijen en door de gemeenschap via het rampenfonds (zie pagina 2). 

Er moet directe, publieke en onvoorwaardelijke steun komen voor de getroffen scholen. Daarnaast is er nood aan meer publieke middelen voor alle scholen, ongeacht het net of de regio. Dat is nodig om gebouwen te renoveren, goed te isoleren, nieuwe lokalen te bouwen … Dat is onder meer nodig om het tekort aan plaatsen in het eerste middelbaar op te lossen.

Pandemie is niet voorbij

Wat de pandemie betreft, zullen het personeel en de directies hun schooljaar opnieuw moeten aanpassen. In Vlaanderen en Wallonië zal dit minder restrictief zijn, aangezien de leerlingen hun mondmasker kunnen afzetten in de klas of tijdens de pauze, maar het blijft verplicht tijdens verplaatsingen van en naar school. Deze versoepeling zal niet van kracht zijn in Brussel wegens de veel lagere vaccinatiegraad bij jongeren (20% tegenover 53% in Wallonië), waardoor het mondmasker overal verplicht blijft. Deze maatregelen alleen nemen de bezorgdheid van de collega’s natuurlijk niet weg; zij effenen zelfs de weg voor een mogelijke vierde golf in de scholen.

De delta-variant is dominant geworden en is twee tot drie keer besmettelijker. Epidemioloog Antoine Flahault van de universiteit van Genève: “Voor zover de jongeren onder de 12 jaar de enigen blijven die niet voor vaccinatie in aanmerking komen en de jongeren van 12-17 jaar nog steeds slecht of althans minder vaak dan hun ouders gevaccineerd zijn, worden zij het voornaamste reservoir en de motor voor nieuwe besmettingen.” Zolang we het vaccin in handen van de multinationals laten, kunnen we niet sneller gaan in de campagne die wereldwijd nodig is. 

Met andere woorden, deze lapmiddelen zijn potentieel gevaarlijk voor het personeel dat ondanks het vaccin niet 100% beschermd is. In klassen van 25 tot 30 leerlingen is de kans op clusters in de klaslokalen zeer groot. Ook al hebben jongeren minder kans om ernstig ziek te worden dan ouderen, toch is dit geen risico dat we mogen aanvaarden voor zowel de jongeren als het personeel. Maar wat kan er dan wel gebeuren? 

De beschermende uitrusting moet door de organiserende of toezichthoudende autoriteiten gratis aan de leerlingen en het personeel worden verstrekt. Deze moeten van voldoende kwaliteit en kwantiteit zijn.

Kleinere klassen

Bij hybride onderwijs (afstands- en fysiek onderwijs) konden sommige collega’s lesgeven aan halve klassen (15 studenten of minder), wat de kwaliteit van hun onderwijs aanzienlijk verbeterde. Ze konden meer tijd doorbrengen met elke leerling. Helaas ging dit ten koste van de kwaliteit voor wie digitaal volgde. Het gaf echter wel aan dat minder leerlingen per klas zowel de fysieke afstandsregels vergemakkelijkt als de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. 

Aan het einde van het vorige schooljaar waren er langs Franstalige kant vakbondsacties tegen het gebrek aan effectieve en efficiënte maatregelen. Er waren slechts een paar acties, maar ze werden zeer goed opgevolgd en genoten veel steun. Het onderwijspersoneel en de leerlingen verdienen meer dan de gebruikelijke kruimels voor deze sector. 

Het is tijd voor een echt actieplan om meer publieke middelen af te dwingen, waarbij deze afgestemd zijn op de reële behoeften op de werkvloer. Dit betekent het aanwerven van extra personeel, de bouw van nieuwe scholen en de renovatie van bestaande gebouwen. Kleinere klassen van maximaal 15 leerlingen zijn essentieel om gratis, kwaliteitsvol en democratisch onderwijs te garanderen dat rekening houdt met elk kind en elke jongere.

 


 

De school is geen fabriek!

Koen Pelleriaux, de nieuwe afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs (GO!), pleitte bij het begin van het nieuwe schooljaar voor een grotere efficiëntie door personeel te specialiseren. “Je vraagt mensen die een auto bouwen toch niet om met z’n allen de banden, motor en elektronica te maken? Neen, ieder heeft zijn eigen specialisatie. Waarom zou een leerkracht die graag voor de klas staat niet 26 uur kunnen lesgeven in plaats van de 24 uur die het statuut nu als maximum oplegt? De vrijgekomen uren zouden we kunnen geven aan iemand die zich specialiseert in het opstellen van valide toetsen of examens.” Jongeren zijn geen auto’s! Meer samenwerken kan inderdaad efficiëntiewinst opleveren. Lesmateriaal en ervaring delen prima! Maar overleg vergt ook tijd. Wie de examenvragen opstelt kent best ook de leerlingen aan wie ze gesteld worden en heeft bij voorkeur zelf de leerstof gegeven. De school is geen fabriek met een lopende band waar kant-en-klare gedisciplineerde arbeidskrachten afrollen.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist