De diepe economische crisis, de grote sociale polarisatie en de radicalisering van de armste lagen in Peru kwamen tot uiting in de presidentsverkiezingen met de overwinning van de plattelandsonderwijzer en kandidaat voor de ‘Peru Libre’ partij, Pedro Castillo tegen de ultra-rechtse neoliberale kandidaat, Keiko Fujimori.
Door Marcos Ariel (ISA aanhanger in Argentinië)
Deze triomf is niet alleen een klap voor de rechtse partijen in Peru, maar ook voor de projecten van de rechterzijde in het hele continent. Het is een aanvulling op de radicale wending en het proces van massale strijd die Latijns-Amerika doormaakt met de grondwetgevende verkiezingen in Chili na de volksopstand van 2019 en de enorme strijd van het Colombiaanse volk tegen de regering van Ivan Duque.
De verkiezingen werden niet alleen gehouden te midden van de pandemie die het land zeer hard trof, met zijn zeer precaire gezondheidssysteem na decennia neoliberalisme, maar ook te midden van een grote institutionele crisis en het diskrediet van de traditionele partijen. Dit kwam tot uiting in een electorale versplintering in de eerste ronde met 18 presidentskandidaten. De onbekende Pedro Castillo verraste velen door op de eerste plaats te eindigen.
Zijn verkiezing is een resultaat van de afkeer tegenover de traditionele politici en de status quo. Het is daarnaast een gevolg van de dynamiek die is ontstaan door de massale mobilisaties in Peru in 2020. Met zijn voorstellen voor radicale verandering, zoals het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering om de neoliberale grondwet van 1993 te vervangen, de nationalisering van belangrijke industrieën, een tweede landbouwhervorming, het toewijzen van een groot deel van het BBP aan gezondheid en onderwijs en de verdeling van rijkdom (“geen armen meer in een rijk land” was zijn campagneslogan), naast een eenvoudige taal en een imago van een ‘nederige man’, wist Castillo ook het “diepe Peru” te bereiken. Dat deel van het land bestaat uit boeren en inheemse volkeren, die historisch gezien gedegradeerd en veroordeeld zijn tot armoede.
Op het platteland en in de afgelegen gebieden won hij met overweldigende meerderheid. In de regio Apurimac bijvoorbeeld won hij met 81,4% tegen 18,5% voor Keiko, hetzelfde in Ayacucho met 82,2% tegen 17,7%, en ook in Cusco, Arequipa, enz. Zijn overwinning vertegenwoordigde echter ook de verontwaardiging van andere lagen van de bevolking, zoals de steeds meer verarmde arbeiders in de steden.
In de tweede ronde kreeg hij een impuls door de afwijzing van het “Fujimorismo” (Keiko is dochter en politieke erfgenaam van voormalig dictator Alberto Fujimorir) die tot uiting kwam in de #NOAKEIKO-beweging. Hij kreeg de steun van Verónica Mendoza van Juntos por el Perú (een andere linkse kandidaat die in de eerste ronde had meegedaan), het Frente Amplio en andere organisaties van links, evenals van de vakbonden.
Kapitalisten: eerst verbaasd, dan geschrokken
Het establishment was eerst verrast en toen bang. Het organiseerde een angstcampagne in de tweede ronde. Met een spervuur van aanvallen in de trant van dat als Castillo wint ‘de communisten uw huis zullen innemen’ wilden ze de bevolking bang maken. Ze gebruikten zelfs het bloedbad in de streek van Vraem (een gebied dat gedomineerd wordt door drugshandelaars) om Castillo in een kwaad daglicht te stellen. Deze McCarthy-campagne werd aangemoedigd door alle grote media, die zelfs zo ver gingen dat journalisten werden ontslagen als ze weigerden campagne te voeren voor Keiko.
De gevestigde orde wilde tevens de indruk wekken dat Keiko Fujimori de verdediging van de democratie vertegenwoordigde, tegenover de ‘communist’ Pedro Castillo. Zodra de verkiezingen voorbij waren, manoeuvreerden ze door een exit poll te publiceren waarin Keiko als winnaar werd aangewezen. Maar de campagne mislukte. De miljoenen die werden uitgegeven waren niet genoeg om de wil te breken van een volk, dat genoeg had van rechtse regeringen en vastbesloten was de verkiezingen te gebruiken om politieke verandering af te dwingen.
Overwinning als resultaat van massamobilisatie
Geconfronteerd met de politieke crisis die in november 2020 begon door massamobilisaties die de onwettige president Manuel Merino ten val brachten, reageerde de burgerij met het uitschrijven van presidentsverkiezingen voor 2021. Dit was een poging om de woede van het volk af te wenden en een einde te maken aan de crisis. De burgerij hield er geen rekening mee dat het volk niet alleen een verandering van president wilde, maar ook een verandering van het systeem. De overwinning van Castillo is een resultaat van de mobilisaties. Het is niet het directe gevolg van de massale acties, maar het geeft wel een uitdrukking aan de zoektocht van de massa’s naar radicale verandering. Dit gebeurde door te stemmen voor de kandidaat die de meest radicale voorstellen leek te brengen.
De mobilisatie eindigde niet met de verkiezingen, maar werd op een andere manier voortgezet in de massale campagnebijeenkomsten van Pedro Castillo. Ook op de zondag zelf van de verkiezingen gingen de mensen niet alleen massaal naar de stembus. Toen de stemlokalen sloten en er de mogelijkheid was van verkiezingsfraude om Keiko te doen winnen, ontstonden er spontane marsen naar de bureaus waar de stemmen geteld werden. Deze mobilisaties gingen door tot de overwinning van Castillo zeker leek. Deze actiebereidheid – voorheen om een president te verdrijven, nu om een andere aan te stellen – is de enige garantie opdat Castillo de beloofde radicale maatregelen zou uitvoeren.
Laten we niet vergeten dat het Peruaanse volk een ervaring heeft gehad met voormalig president Hollanta Humala, die miljoenen mensen hoop gaf maar er uiteindelijk niets van realiseerde. Castillo zal nu regeren te midden van een wereldwijde crisis waarin hij niet veel economische manoeuvreerruimte heeft. Ofwel voert hij snel de beloofde politieke en economische veranderingen door, ofwel zal zijn regering nog sneller in een crisis belanden dan die van Humala, vooral omdat hij regeert dankzij de massamobilisatie.
Geen toegevingen! Bouw massamobilisatie op voor radicale verandering
Helaas wijzen de eerste signalen in een teleurstellende richting. Castillo doet er alles aan om de burgerij gerust te stellen. Hij verklaarde dat hij de “dialoog met alle sectoren van de zakenwereld wil onderhouden” en dat zijn regering de privé-eigendom zal respecteren, waarbij alle veranderingen binnen de huidige grondwet zullen blijven.
Er waren soortgelijke verklaringen van adviseurs van Castillo, zoals Pedro Francke, die herhaaldelijk zei dat “we in ons economisch plan niet denken aan nationalisaties, onteigeningen, inbeslagneming van spaargeld, wisselkoerscontroles, prijscontroles of invoerverboden.” Andres Alencastre verklaarde dat de geplande landbouwhervorming niet voorziet in landonteigeningen.
Het door Pedro Castillo gepropageerde economische model, dat een “volkseconomie met marktwerking” wordt genoemd en niet ingaat tegen de belangen van de multinationals en het nationale grootkapitaal, zal meer ten goede komen aan de markt dan aan het volk. Zoals de bekende Peruaanse socialist Carlos Mariátegui zei: “de nationale burgerij ziet in samenwerking met het imperialisme de beste bron van haar winsten.”
Naast deze belangrijke politieke beperkingen is het noodzakelijk om kritiek te leveren op de zeer problematische standpunten van Castillo met betrekking tot kwesties zoals het recht op abortus en het LGBT+ huwelijk. Hij heeft zich openlijk verzet tegen beide. Alleen door in te zien dat de legitieme eisen van alle onderdrukten verdedigd en gebundeld moeten worden, rond een programma om de samenleving te veranderen, zal het mogelijk zijn een nieuwe samenleving op te bouwen.
Castillo’s overwinning is een stap vooruit voor de hoop van de bevolking en opent de mogelijkheden om grote veranderingen door te voeren. Daarvoor mag hij niet toegeven aan of vertrouwen op de burgerij of het imperialisme, zoals Che Guevara stelde “zelfs geen klein beetje.” Hij moet in de eerste plaats oproepen tot een revolutionaire grondwetgevende vergadering om de oude neoliberale grondwet te begraven. Dit was een van de belangrijkste eisen die uit de protesten van november 2020 naar voren kwamen en het zou de boeren, de inheemse bevolking, de arbeiders, de feministische beweging, de LGBT-rechtenbeweging en alle delen van de arbeidersbeweging de kans geven om een stem te krijgen in een nieuwe grondwet.
Daarnaast is strijd nodig voor de noodzakelijke economische veranderingen, zoals de nationalisatie van alle strategische sectoren van de economie die in handen zijn van de burgerij, om deze onder arbeiderscontrole te laten functioneren. Dat is de enige manier om een echte herverdeling van de rijkdom te garanderen, die meer jobs, gezondheidszorg en onderwijs inhoudt. En ook om een einde te maken aan het productiemodel van mijnbouw dat de natuur vervuilt en plundert.
De situatie in Peru biedt revolutionairen enorme uitdagingen en kansen om een echte linkse organisatie op te bouwen die, zonder sektarisme maar ook zonder opportunisme, de volksmobilisatie, de eenheid van de arbeidersklasse en de massabewegingen bevordert. Zo’n linkse kracht voert niet alleen een politieke strijd tegen de rechterzijde, maar gaat ook in tegen reformisten die een rem zijn op radicale verandering. Alle energie van de Peruaanse massa’s moet worden georganiseerd om verder te gaan dan de door Pedro Castillo voorgestelde hervormingen. Zij moet zich richten op de vernietiging van deze kapitalistische staat en op de opbouw van een arbeidersregering en van het socialisme in Peru en de rest van Latijns-Amerika. Onze internationale organisatie ISA (International Socialist Alternative) wil daar een actieve rol in spelen.