Recensie. Achter het schild van extreemrechts

De wederopstanding of hergeboorte van extreemrechts, zoals Fraihi en Bogaerts het noemen, zorgt voor een hernieuwde aandacht voor het reilen en zeilen in die kringen. Natuurlijk zijn er antifascisten zoals wij bij Blokbuster die ook in de periode dat het Vlaams Belang electoraal minder scoorde waakzaam bleven en acties organiseerden. Het is echter nuttig dat er vandaag meer aandacht is voor de dreiging van extreemrechts. Dit vlot leesbare boek met sprekende foto’s – ‘mooi’ kregen we niet uit ons klavier, daarvoor staat er net iets teveel fascistisch gespuis op – draagt daaraan bij.

Recensie vanop blokbuster.be

De journalisten Hind Fraihi en Bas Bogaerts volgden extreemrechts twee jaar, vanaf de mars tegen Marrakesh in december 2018 (eigenlijk vanaf de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018) tot eind 2020. Ze zagen terecht het belang van die betoging in: zowel de grotere opkomst dan normaal voor extreemrechts als de samenstelling van de voortrekkers met een grotere rol voor de zogenaamde ‘identitaire’ beweging waar Schild & Vrienden een uitdrukking van is. Het laatste jaar volgden ze vooral online, waarbij ze met valse profielen meelazen in de donkerste krochten van Facebook. Als we de bagger zien die daar sowieso dagelijks doorheen spoelt, kunnen we enkel met medeleven naar het werk van Fraihi en Bogaerts kijken. Ze erkennen dat ze het soms moeilijk hadden.

Het resultaat is een beeld van de verschillende gezichten van extreemrechts: van de nette mannen in maatpak voor de buitenwereld tot de meest ranzige racistische commentaren in de interne wereld van extreemrechts en alles daartussen in. Zo berichten ze over het zorgvuldig in scène gezet overwinningsfeest van het Vlaams Belang in mei 2019 – waarbij het dermate afgelikt was dat de cateraars hun gebrek aan band met de organisatoren lieten blijken met een buffet dat meer exotische dan ‘Vlaamse kost’ aanbood. Niet dat de VB’ers daarom maalden. Wie iets verder inzoomde op dat evenement kon overigens niet naast enkele ranzige kantjes kijken. Chef-ordedienst was zoals steeds Luc Vermeulen van Voorpost. Op het podium onder de jongeren met wit polootje en gele leeuwenvlag bevond zich G. Verreycken, die nauwelijks enkele maanden later in opspraak kwam nadat hij de Hitlergroet bracht in Breendonk. De auteurs zagen er de vader van Carrera Neefs met een tatoeage van een nazi-skinheadgroep. De blog Antifascista Siempre merkte overigens op dat Pieter Neefs present was op het allereerste concert van Blood&Honour in ons land in 1994.

Op de zorgvuldig geënsceneerde evenementen is het al zichtbaar, maar in de geheime groepen op sociale media worden alle remmen losgelaten. Zonder dat er kritiek op komt, ook niet van VB-mandatarissen in deze groepen, verschijnen er brutale racistische opmerkingen en zelfs oproepen tot geweld. De VB-mandatarissen gebruiken deze groepen om militanten bijeen te brengen. Vrolijk word je niet van de voorbeelden die Fraihi en Bogaerts aanhalen: alle racistische clichés worden er nog eens uitvergroot, tot en met oproepen tot geweld.

Veel namen worden niet genoemd in het boek. Wel merken de auteurs op dat Barbara Pas lid is van de groep ‘she-wolves’, opgezet door vrouwelijke extreemrechtse activisten en sympathisanten. In die groep worden niet alleen nazistische en plat-racistische berichten gedeeld, maar ook gemobiliseerd om samen naar VB-activiteiten te gaan. In opspraak gekomen (ex-) VB’ers als Carrera Neefs of Karina Langlet zijn thuis in deze kringen. Neefs trok van N-VA naar het Vlaams Belang, waar ze aan de deur werd gezet omdat ze te openlijk met het nazisme koketteerde. Langlet raakte bekend toen foto’s uitlekten waarop de Hitlergroet bracht. Ze genieten steun van andere she-wolves zoals districtsraadslid Sandra Wintershoven (Deurne) of gemeenteraadslid Els Van Puyvelde (Aalst) die in tegenstelling tot Barbara Pas wel actief bijdragen aan de groep.

Het onderzoek van Fraihi en Bogaerts toont dat er tussen de door VB’ers gedomineerde groepen en gekende neonazi’s zoals Tomas Boutens geen Chinese Muur staat, zelfs geen kleine buxusstruik. Op de IJzerwake bijvoorbeeld werd enkel met het oog op mogelijke media-aanwezigheid gevraagd om geen al te openlijke neonazi-propaganda aan te bieden. Een boek door Tomas Boutens, de ex-militair die veroordeeld werd voor het opzetten van een neonazi-netwerk, kon wel door de beugel. Acties opgezet door Boutens en co worden eveneens gedeeld in de door VB’ers gedomineerde geheime groepen.

Extreemrechts zet in op sociale media, zowel het publiek gezicht waarin honderdduizenden euro’s van ons belastinggeld worden geïnvesteerd, als de gesloten groepen waar de activisten bijeengebracht worden. Sociale media zijn natuurlijk een verwrongen uitdrukking van wat leeft in de samenleving. Bovendien is het gemakkelijk om via deze weg passieve steun voor racisme de vrije loop te laten. Extreemrechts probeert die steun om te zetten in actievere betrokkenheid bij acties, zoals de autokaravaan naar de Heizel in september 2020. Het actiemiddel was gekopieerd van het neofascistische VOX in Spanje, dat hebben Fraihi en Bogaerts goed opgemerkt. Samen met de ‘Mars tegen Marrakech’ in 2018 vormde dit een hoogtepunt van fysiek activisme van extreemrechts. Het geeft aan dat het gevaar groeit en zich niet beperkt tot een ‘klavierstrijd’. Antifascisten zijn maar beter gewaarschuwd!

De verschillende gezichten van extreemrechts leken allemaal samen te komen in Ninove, waar VB-kopstuk Guy D’Haeseleer in oktober 2018 een monsterscore neerzette met zijn ‘Forza Ninove’. Bas Bogaerts volgde die campagne en was op de verkiezingsdag in het café waar extreemrechts verzamelde. Zijn foto’s werden in alle media gepubliceerd en staan in het collectief geheugen gegrift. De beschrijving van die verkiezingsavond in Ninove is erg nuttig. Het toont hoe de score van de poging tot deftig gezicht naar buiten uit – ‘poging’, het blijft immers chocomousse D’Haeseleer – alle andere gezichten van extreemrechts eveneens versterkt, tot en met de meest extreme neonazi’s.

Terecht merken Fraihi en Bogaerts op dat racisme een erg verschillende invulling kent naargelang van uit welke hoek het komt. Voor wie uit de boot valt, is het een afzetten tegen het asociale karakter van het kapitalisme. Voor kleine ondernemers is het een uitdrukking van zowel een strijd tegen concurrenten van vreemde afkomst als het zoeken van een zondebok voor de reële dreiging om niet mee te kunnen met de grote kapitalisten. Fraihi en Bogaert merken op hoe racisme wordt gebruikt: “De aandacht wordt afgeleid van klassentegenstellingen naar vermeende ras- en volksvijanden. Het is een afleiding waarvoor een kwetsbare onderlaag in onze samenleving zeker vatbaar is. Voor de fragiliteit van die onderlaag waren wij niet ongevoelig.”

Ze trekken die aanzet tot klassenbenadering niet door. Nochtans zit daar het begin van een effectief antwoord op extreemrechts. Offensieve strijd rond wat de werkende klasse verenigt, is noodzakelijk om sociale verworvenheden af te dwingen. Het staat helemaal haaks op alles waar extreemrechts voor staat. Het asociale karakter van de extreemrechtse politiek verdwijnt niet als er een laagje liefdadig vernis over gespoten wordt, hoe welkom die liefdadigheid ook is voor wie uit de boot valt.

In een interview met De Tijd (5 mei) merkte Fraihi op dat het misschien best is om het Vlaams Belang in 2024 ‘mee in bad te trekken’. Ze zei: “In mijn ogen zal dat leiden tot een soort duivelsuitdrijving die je nodig hebt om tot een catharsis te komen. Enkel zo kan je de partij demystificeren.” Regeringsdeelname is gevaarlijk voor de werkende klasse omdat extreemrechts meer ruimte krijgt om een beleid van haat en verdeeldheid te voeren. Zonder voldoende sterk antwoord vanuit de arbeidersbeweging komt het niet noodzakelijk verzwakt uit regeringsdeelname. Zolang extreemrechts de agenda van het publieke debat bepaalt, kan het blijven scoren. Het is niet op het terrein van politiek politicienne, maar in de klassenstrijd dat extreemrechts kan gestopt worden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie