Hoe de militaire junta in Myanmar omverwerpen?

Na meer dan twee maanden massaal verzet tegen de militaire staatsgreep in Myanmar, is de junta nog niet verdreven. Dit leidt tot discussie over hoe het verder moet en op welke bondgenoten kan gerekend worden. International Socialist Alternative meent dat de heldhaftige massa’s die de junta in het nauw gedreven hebben de kracht zijn die het werk moet afmaken.

Door Geert Cool

Algemeen offensief van de massa’s nodig

De afgelopen maanden toonden de massa’s dat ze vastberaden zijn om de macht van de legerleiding te breken. Die macht is niet alleen politiek: er zitten economische belangen achter, in het bijzonder met de door het leger gecontroleerde bedrijven maar ook met een economisch systeem gericht op uitbuiting en onderdrukking van de werkende bevolking en de armen.

Het is logisch dat in de bescherming tegen het geweld van het leger wordt uitgekeken naar efficiënte methoden, waaronder medische hulp en zelfs naar bewapening tegen de terreur van de junta. Na deze logische eerste stap volgt de coördinatie van verdedigingsgroepen onder de democratische controle van diegenen die de revolutie maken: de werkenden, jongeren en armen. Textielarbeiders, zorgpersoneel, leerkrachten … hebben er met hun stakingen voor gezorgd dat de militaire leiders niet wegkwamen met hun staatsgreep. Zij mogen het initiatief nu niet uit handen geven. De verdediging van de beweging is geen louter militaire kwestie. Moest dit het geval zijn, dan had het leger de beweging al lang neergeslagen. De beweging houdt vol omwille van de brede steun in de samenleving: dat is een politieke kwestie.

Stakingen zetten de toon en wijzen op de belangrijke rol van de werkende klasse in het paralyseren van het volledige systeem. Intuïtief wordt naar eenheid gezocht in de strijd tegen de legerleiding, waarbij ook naar de vele minderheidsbevolkingsgroepen wordt gekeken. Toch is de macht van het leger nog niet gebroken. De repressie slaat om zich heen, de dodentol loopt op.

Het is indrukwekkend dat de beweging het al ruim twee maanden volhoudt. Er zal echter een algemeen offensief nodig zijn om duidelijk te maken de junta steeds meer geïsoleerd staat en om te vermijden dat de legerleiding tijd krijgt om zich te reorganiseren om nadien des te repressiever toe te slaan.

Strijd is niet enkel militair, maar ook politiek

Een algemeen offensief vereist samenwerking en een politiek programma dat de doelstellingen van de beweging omschrijft. Het breken van het leger, betekent ook de economie van het land hertekenen. Het verdedigen van de eigen economische belangen van het leger was een belangrijke reden achter de staatsgreep. Een programma om de rijkdom van het land te gebruiken in het belang van de meerderheid van de bevolking is essentieel. Zo kan bovendien aangetoond worden dat de generaals niet de belangen van de soldaten en hun families verdedigen, om hen los te weken van het huidige regime.

Een politiek programma van maatschappijverandering moet de volledige ontmanteling van de Tatmadaw (het leger) omvatten, naast het in publieke handen nemen van de sleutelsectoren van de economie om een democratische planning mogelijk te maken gericht op de noden van de meerderheid van de bevolking, het erkennen van de rechten van alle minderheden met het recht op zelfbeschikking, inclusief het recht op afscheiding, en het verwerpen van elke inmenging door buitenlandse regeringen die elk hun economische belangen van uitbuiting van de Myanmarese bevolking verdedigen. Dat is noodzakelijk om te vermijden dat een regimewissel slechts een ‘democratisch masker’ oplevert, zoals Orwell het in 1929 omschreef in een artikel over het toenmalige koloniale Birma.

Deze revolutie zullen de massa’s niet winnen door barricade per barricade heldhaftig te vechten, maar door een alternatief voor de organisatie van de samenleving te verdedigen. Dat is waarmee ze een antwoord kunnen bieden op alle vormen van onderdrukking. Het is bovendien de manier waarmee de beweging een grotere aantrekkingskracht zal uitoefenen op gewone agenten en soldaten die het beu zijn om op hun broeders en zusters te schieten, maar pas de oversteek naar de beweging zullen maken als ze er de basis voor een alternatieve samenleving in zien.

Geen vertrouwen in gelijk welk establishment: lokaal, nationaal of internationaal

Heel wat betogers hopen dat de VN zal tussenkomen om orde op zaken te stellen. De woede tegen het Chinese regime wordt versterkt door het feit dat dit regime een sterker VN-standpunt blokkeert. Het is echter een illusie te denken dat de VN een ‘neutraal’ orgaan zou zijn, dat los staat van de belangen van de verschillende grootmachten.

Bovendien moet opgemerkt worden dat er bij de veranderingen in Myanmar vanaf 2010 actief werd samengewerkt met figuren uit VN-kringen waarbij een programma van opening naar het westen werd uitgevoerd. Het resultaat was een economische ontwikkeling, maar ook een enorme ongelijkheid met elementen van maffiakapitalisme waar zowel het leger als een aantal etnische legers volop aan deelnamen.

Als er vanaf 2010 veranderingen kwamen, was dit niet ingegeven door de belangen van de bevolking. Het was een zelfverdediging van minstens een deel van de legerleiding tegen de dreiging van compleet verval van het systeem en massaprotest dat een einde kon maken aan het regerende establishment. Het ging om liberale hervormingen van bovenaf om revolutie van onderuit te vermijden.

Tien jaar later zien we het falen van dit beleid: de internationale kapitalistische crisis en de gezondheidscrisis hebben de bestaande ongelijkheden en spanningen verscherpt en op een kookpunt gebracht. Waarom zou de VN het vandaag anders aanpakken? Neen, voor verandering moeten we niet naar het establishment in eigen land of in andere landen kijken, maar naar de massa’s. Zij hebben de potentiële kracht om alles plat te leggen, maar ook om de samenleving zelf in handen te nemen waarbij de winsthonger van big business, multinationals en maffiosi wordt uitgeschakeld.

Betogers stellen heel wat hoop in een alternatief leger, samengesteld uit de strijdkrachten van etnische legers. Met meer dan honderd etnische minderheden en heel wat brandhaarden kent Myanmar al decennia elementen van burgeroorlog. Grote delen van het land worden in de praktijk niet gecontroleerd door het officiële regime. Pogingen om tot akkoorden te komen, werkten tot op zekere hoogte. Vooral als het gesmeerd werd met inkomsten uit al dan niet officiële handel. Economische crisis zet dit alles onder druk en zorgt ervoor dat voorheen bestaande spanningen terug sterker op de voorgrond treden.

Heel wat arme mensen die deel uitmaken van etnische minderheden steunen het protest tegen de militaire staatsgreep. Etnische legers doen dit ook, ze hopen op een meer federaal systeem indien de junta verslagen wordt. De Nationale Liga voor Democratie (NLD) van Aung San Suu Kyi, en de door de NLD geleide parallelregering CRPH, lijkt daarop in te spelen en reikt de hand naar de etnische legers.

Werkende klasse staat centraal in de strijd

Het is belangrijk dat de beweging zich richt op de werkenden en armen om tot verandering te komen en hun actieve steun mobiliseert rond een programma van sociale verandering en het recht op zelfbeschikking. Hoop vestigen op de etnische legers, althans op de leiders van die legers, omvat grote gevaren zowel op een escalatie van etnisch geweld en burgeroorlog als op vormen van maffia-kapitalisme. In het noorden van Myanmar gingen voormalige ‘communistische’ rebellengroepen zonder problemen over tot drugsproductie en -handel op grote schaal, het bouwen van casinosteden om een stroom van goktoerisme uit China aan te trekken, handel in exotische dieren en de bijzonder lucratieve handel in edelstenen zoals het mineraal Jade. Dit kan enkel vermeden worden indien de georganiseerde zelfverdediging onder democratische controle van de werkende massa’s en de armen staat.

Na twee maanden massaprotest zijn de barsten in het staatsapparaat nog relatief beperkt, of komt er alleszins weinig van naar buiten. Het lijkt erop dat het regime hoopt dat het zich kan versterken door Russische steun te gebruiken om het Chinese regime volledig aan boord te houden. Op de verhouding met China zitten er historisch spanningen. Dat komt onder meer door Chinese steun aan groepen in het noorden van Myanmar. Het blokkeren van de Chinese plannen voor de bouw van de Myitsone Dam in 2011 onder Thein Sein kwam hard aan. De beslissing was deels ingegeven door angst voor protest en deels door een poging om de invloed van de grootmachten in Myanmar evenwichtiger te maken met een grotere rol voor het Westen.

Huidig juntaleider Min Aung Hlaing werd in 2010 gepromoveerd in het leger na een militair offensief tegen de Myanmar National Democratic Alliance Army in Kokang, een leger van etnische Han-Chinezen. Niet dat dit hem ervan weerhield om meteen daarna met het Chinese regime te onderhandelen in een poging om een akkoord te sluiten rond het conflict in Kachin.

Voor zowel het Chinese regime als de junta van Myanmar is de economische inzet belangrijker dan de verschillende standpunten omtrent de autonomie van etnische minderheden in het noorden van Myanmar. Dat blijkt onder meer uit de welwillende opstelling van de legerleiding tegenover het United Wa State Army, dat Chinese steun geniet en een deel van de drugshandel controleert, maar met Yangon Airways ook een belangrijk deel van het binnenlandse luchtverkeer bezit. Het United Wa State Army is met 30.000 strijders de sterkste etnische militie in het land en het semi-autonome Wa sluit vandaag eerder bij de Chinese provincie Yunnan aan dan bij Myanmar. Onder het gezamenlijk bewind van de NLD en de legerleiding vanaf 2015 was er een sterke toename van Chinese investeringen in Myanmar.

Rol van de NLD

De spanningen tussen de legerleiding en de NLD zijn deels symbolisch. Zo speelt Min Aung Hlaing al jarenlang een belangrijke rol in het tegenhouden van de grondwetswijziging die gevraagd werd door de NLD van Aung San Suu Kyi. Nu voorziet de grondwet dat iemand met directe familie in het buitenland geen president kan worden. Vooraleer Aung San Suu Kyi de door haar beoogde functie van president kan uitoefenen, is er dus een grondwetswijziging nodig. Het verklaart wellicht waarom de NLD vandaag de eis om de bestaande grondwet te verwerpen zo snel opneemt. Voor echte verandering zal er echter meer nodig zijn dan een aanpassing van het grondwetsartikel dat maakt dat ASSK geen president kan worden…

De belangrijkste factor in het groeiende conflict tussen de NLD en de legerleiding in de aanloop naar de staatsgreep van 1 februari is ongetwijfeld de strijd om toegang tot lucratieve delen van de economie.

De NLD was in 1988 een massapartij met betrokkenheid van onderuit, maar daar bleef het afgelopen decennium niet veel van over. Er bleef een sterke electorale steun die ging van enthousiasme tot vooral een stem tegen het leger. De NLD werd ondertussen vooral de politieke uitdrukking van die delen van de burgerij en de kleinburgerij die niet aan hun trekken kwamen bij de legerleiding.

De VS, Europa, Japan en anderen zagen in de NLD een meer betrouwbare partner om hun belangen te verdedigen, maar aarzelden eerder evenmin om samen te werken met het leger. Een voorbeeld van dergelijke samenwerking werd eind maart bekend: de Nederlandse pensioenfondsen APG en PGGM deden voor 2,3 miljard dollar aan dergelijke investeringen.

Het Chinese regime deed zaken met zowel het leger als de NLD, maar stond wantrouwig tegen de ‘openingen’ vanaf 2010 die zorgden voor een grotere rol van de VS en tevens voor problemen als het opschorten van het project rond de Myitsone Dam. Op dit ogenblik wil het Chinese regime ongetwijfeld vooral stabiliteit in Myanmar en geen massale protestbewegingen, die wel eens een bron van inspiratie in de hele regio kunnen worden.

De anti-Chinese gevoelens onder de bevolking, uit protest tegen de Chinese steun aan de junta op een ogenblik dat er een zichtbare Chinese aanwezigheid in de economie en het land is, worden maximaal benut door de junta om de beweging voor te stellen als een marionet van de VS en om China sterker in het eigen kamp te duwen. Tegelijk was het voor het bewind nuttig dat er op de nationale ‘Dag van de Strijdkrachten’ vertegenwoordigers waren van Amerikaanse bondgenoten als India en Thailand. Het uitspelen van deze regimes tegen elkaar kan tijd winnen voor de junta, maar zal geen stabiliteit brengen.

Mogelijk hoopt Min Aung Hlaing terug te keren naar de situatie van voor 2010. Dat is echter niet mogelijk. Er was een reden waarom het regime toen tot veranderingen moest overgaan: het was dat of aan protest onderuit gaan. Een poging om daar deels op terug te komen in de context van een nieuwe koude oorlog, is een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening waarvan het uiteindelijke resultaat zal bepaald worden door het massaprotest op straat.

Het zijn de revolutionaire massa’s die de revolutie maken

De massa’s in Myanmar hebben potentiële bondgenoten in het buitenland: werkenden, jongeren en armen die opkomen voor hun belangen en daarvoor strijden tegen hun bazen en regeringen. Werkenden in strijd voelen dit instinctief aan: de solidariteit van activisten in de campagne voor vakbondsrechten bij Amazon in de VS werd beantwoord met solidariteit door steun door de Burma Federation of Trade Unions. Een offensief in Myanmar op basis van een algemene staking van onbepaalde duur, moet gekoppeld worden aan internationale solidariteitsacties vanuit de arbeidersbeweging. International Socialist Alternative zal er alles aan doen om dit te versterken, onder meer via haar Facebook-pagina ‘Revolutionary Workers’ Solidarity with #နွေဦးတော်လှန်ရေး’

De werkende klasse en de armen hebben niets te winnen bij de machtsstrijd van internationale grootmachten. Het gaat immers om een strijd wie de massa’s van Myanmar het meest mag uitbuiten. Zowel de NLD als de junta stellen een groot deel van hun hoop in deze machtsstrijd. De massa’s hebben een eigen agenda nodig die zich verzet tegen inmenging door buitenlandse kapitalistische machten en tegen een strijd op basis van binnenlandse marionetten van die machten. Een onafhankelijke klassenpositie is mogelijk: dat is de afgelopen twee maanden aangetoond met de heldhaftige strijd in de steden en op het platteland.

Op basis van de enorme solidariteit en vastberadenheid van onderuit kan de beweging winnen. De toenemende repressie, in het bijzonder de vreselijke dodentol op de ‘Dag van de Strijdkrachten’, is een waarschuwing: de beweging moet zelf in het offensief gaan om een eigen agenda op te leggen. Een oproep tot een nieuwe algemene staking van onbepaalde duur, georganiseerd door stakerscomités die zich lokaal, regionaal en nationaal coördineren en een scherp omlijnd eisenplatform uitwerken, is hoe een stap vooruit kan gezet worden.

Dit kan de basis vormen om tot een grondwetgevende vergadering te komen waarmee niet gewoon verandering aan de top maar verandering van de maatschappij wordt georganiseerd. De revolutie vandaag wordt van onderuit gevoerd door de werkenden, jongeren en armen van diverse etnische achtergronden. Zij moeten bepalen hoe de samenleving er moet uitzien en controle uitoefenen op alle instrumenten daartoe: van de zelfverdediging van de beweging tot het organiseren en beheren van de natuurlijke rijkdommen en de sleutelsectoren van de economie zodat een echte vrijwillige federatie van volkeren en etnische groepen op gelijkwaardige basis mogelijk wordt. International Socialist Alternative pleit voor een socialistische samenleving waarin de beschikbare middelen op democratische wijze worden ingezet in het belang van de meerderheid van de bevolking.

Volg de analyses, voorstellen en standpunten van International Socialist Alternative via deze link: https://www.facebook.com/RevWorkersSolidarityMyanmar
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie