Ecuador: rechts lijdt nederlaag, een kans voor radicaal links

De eerste ronde van de verkiezingen in Ecuador op 7 februari toonde een momentopname van de politieke situatie in het land en is een uitdrukking van de terugkeer van de linkerzijde na de opstand van oktober 2019 met een belangrijke rol van de inheemse bevolking, feministen en de LGBTQI+-beweging. De tweede ronde van de verkiezingen is op 11 april.

Door Mauro Espínola, Alternativa Socialista (ISA in Mexico)

Groeiende politieke crisis voor de verkiezingen

De verkiezingsresultaten zijn een politiek gevolg van de gebeurtenissen in Ecuador de afgelopen 15 jaar. Er was in het bijzonder de verschuiving naar rechts van Lenin Morena, een aanhanger van de voormalige president Rafael Correa en kandidaat in de verkiezingen van 2017. Onder Moreno werd het door het IMF geëiste beleid uitgevoerd met een vermindering van de overheidsuitgaven en een liberalisering van de brandstofprijzen. Dit vormde de aanleiding voor de mobilisaties van oktober 2019 onder leiding van de inheemse beweging en de Confederatie van Inheemse Nationaliteiten van Ecuador (CONAIE).

De door Covid-19 veroorzaakte gezondheidscrisis was een hel in Ecuador. Het was één van de zwaarst getroffen Latijns-Amerikaanse landen aan het begin van de pandemie, niet alleen inzake het aantal besmettingen (dat volgens de New York Times vijftien maal hoger lag dan de officiële telling) maar ook inzake het aantal coronadoden. De ineenstorting van de gezondheidszorg in mei 2020 was van dien aard dat in Guayaquil, de economische hoofdstad van het land, tientallen lijken op straat werden achtergelaten omdat de mortuaria overstelpt waren.

Uiteraard was deze ineenstorting het gevolg van jarenlange besparingen volgens de richtlijnen van het IMF om de publieke schulden af te lossen. Terwijl deze taferelen zich in Guayaquil afspeelden, verrichtte Lenin Moreno een afbetaling van 320 miljoen dollar aan schulden. De situatie vandaag is niet meer zo dramatisch als aan het begin van de pandemie, maar Ecuador bevindt zich nog steeds in een proeffase voor de vaccinatie terwijl andere landen als Chili, Argentinië of Mexico al bezig zijn met het vaccineren van risicogroepen. Rond de vaccinatie zijn er overigens heel wat schandalen. Minister van Volksgezondheid Juan Carlos Zevallos moest aftreden omdat hij ervoor had gezorgd dat hijzelf, zijn familie en enkele bevriende academici eerst aan de beurt zouden komen.

De verkiezingen vonden dus plaats op een ogenblik dat het regime van Ecuador enorm gediscrediteerd was. In mei 2020 was er al een abrupte daling van de populariteitscijfers van Morena. In mei 2017 trad hij aan met een algemeen goedkeuringscijfer van 63% volgens de peilingen. In mei 2020 zakte dit tot op 14,7%. De regering van Lenin Moreno zal wellicht eindigen met een goedkeuring van minder dan 10%. Dat is meteen de reden waarom Lenin Moreno zich geen kandidaat stelde voor een tweede ambtstermijn.

De zwakte van het establishment in Ecuador leidde ertoe dat er maar liefst 16 kandidaten waren in de presidentsverkiezingen. Ximena Peña, de enige vrouw en de kandidaat van het Moreno-regime, bleef steken op amper 1,53% van de stemmen. In tegenstelling tot de retoriek van een deel van de aanhangers van Correa, is het niet Lenin Moreno die als verrader verantwoordelijk is voor deze crisis. De crisis komt voort uit het beleid van Rafael Correa zelf. Die stelde niet alleen Lenin Moreno als zijn opvolger aan, maar gaf bijvoorbeeld toelating voor de ontginning van schaliegas in inheemse gebieden van het Amazonegebied.

Dit leidde tot een groeiend onbehagen bij de inheemse volkeren van het land, die zagen hoe hun grond werd bezet en geplunderd. Dit ging niet gepaard met een verbetering van de levensomstandigheden. Integendeel: de vervuiling en aantasting van het milieu zorgden voor achteruitgang. Dit was een belangrijke bron van ongenoegen tegenover de regering van Correa, terwijl de inheemse beweging hem nochtans had gesteund in de hoop hun gebieden te beschermen tegen ontginningsprojecten.

Onverwacht resultaat en nederlaag voor rechts

De verkiezingen van 7 februari vonden plaats in deze context van besparingen en een crimineel gezondheidsbeleid als antwoord op de pandemie. Andres Arauz, een kandidaat uit de stroming van het Correisme, haalde 32,7%. Daarna volgen de inheemse kandidaat Yaku Perez en de rechtse kandidaat en bankier Guillermo Lasso die elk net geen 20% haalden. De rechterzijde is eigenlijk de grootste verliezer: in 2017 haalde het in de eerste ronde nog 28,07% van de stemmen en in de tweede ronde zelfs 47,6%. Nu bleef rechts steken op 19,74%.

Guillermo Lasso gaat bijzonder nipt naar de tweede ronde op 11 april. Hij haalde slechts 0,36% of 33.000 stemmen meer dan Yaku Perez. De eerste twee kandidaten gaan door naar de tweede ronde. De rechterzijde moest op het laatste moment overgaan tot manoeuvres om de sociale basis van Yaku Perez te demobiliseren. Hij brak nadien de overeenkomst die met Yaku Perez had gesloten om een hertelling te vragen van alle stemmen in Guayas, de grootste provincie, en de helft van de stemmen in 16 van de 24 provincies van het land.

De rechterzijde heeft zich in bochten moeten wringen om naar de tweede ronde door te stoten. Tegelijk is het duidelijk dat Andres Arauz medeplichtig heeft gezwegen over de beschuldigingen van verkiezingsfraude die geuit werden door CONAIE, Pachakutik en Yaku Perez met betrekking tot regio’s als Guayas, Manabi, Pichincha, Los Rios, Esmeraldas, El Oro en Bolivar. Natuurlijk is het voor Correisme en Arauz voordeliger om het op te nemen tegen de bankier Lasso die duidelijk banden heeft met de heersende klasse, in plaats van het op te nemen tegen Yaku Perez die, ondanks zijn bochten vooral een vertegenwoordiger is van mensen die ontevreden zijn over het beleid van het Correisme inzake het milieu en het gebied van de inheemse volkeren, het recht op abortus en de feministische agenda en de rechten van de LGBTQI+-gemeenschap. Een hertelling van de stemmen is een democratisch recht.

Yaku Perez werd de grote verrassing van de verkiezingen. De inheemse kandidaat heeft een belangrijke electorale doorbraak bereikt door de rechten van inheemse volkeren, vrouwen en de LGBTQI+-gemeenschap op te eisen en tegelijkertijd kritiek te leveren op het economische beleid van Correa en Lenin Moreno. De hoger genoemde overeenkomst met Lasso weerspiegelt de tegenstrijdigheden van Yaku en zijn politieke bochten die soms naar rechts uitwijken. In 2017 riep hij in feite openlijk op om voor Lasso te stemmen. Onlangs ontkende hij dit, maar hij steunde staatsgrepen en couppogingen in Bolivia, Brazilië en Venezuela. Bovendien deelt hij een deel van het economisch beleid van rechts, zoals de afschaffing van de belasting op de uitstroom van buitenlandse valuta zoals hij op 16 januari via Twitter voorstelde.

Ondanks deze politieke problemen is het resultaat van Yaku Perez en zijn beweging Pachakutik ongetwijfeld een vooruitgang die de mogelijkheden toont om een linkerzijde op te bouwen die onafhankelijk staat van het Correisme, met een bijzonder rol voor de inheemse beweging, feministen en de LGBTQI+-gemeenschap. Het is ook een teken dat het mogelijk is een links alternatief op te bouwen voor de ‘progressieve’ reformistische partijen en regeringen die in de jaren 2000 in Latijns-Amerika een dominante rol zijn gaan spelen. Deze partijen en regeringen propageerden een anti-neoliberaal beleid, maar zonder de grenzen van het kapitalisme en het electorale terrein te overschrijden. De economische crisis heeft hard toegeslagen in de regio, wat deze linkerzijde in het defensief duwde en de rechterzijde ruimte gaf voor een nieuw offensief tegen de werkende klasse, vrouwen en onderdrukten.

De linkerzijde en de sociale bewegingen versterken

De tweede ronde van de presidentsverkiezingen op 11 april wordt belangrijk voor de linkerzijde in Ecuador. De overwinning van Arauz lijkt een bijna-zekerheid te zijn. Tegelijk is de vooruitgang van Pachakutik een teken dat het mogelijk is om links van de reformisten een kracht uit te bouwen die actief opkomt voor verworvenheden zoals de gelijkheid van het huwelijk, het recht op abortus, de verdediging van het milieu en de grondgebieden van de inheemse volkeren. Dit moet gekoppeld worden aan een programma van radicale maatschappijverandering: een socialistisch programma dat moedig en ondubbelzinnig in het offensief gaat tegen het kapitalisme en de rechterzijde. In een context van economische crisis, ecologische catastrofe en pandemie dreigen de reeds erbarmelijke levensomstandigheden van de onderdrukten immers nog te verergeren.

Daartoe is het onontbeerlijk een democratische organisatie op te bouwen, waarin de politieke beslissingen worden genomen door de organisatie als geheel en niet door deze of gene leider die uiteindelijk de te volgen politiek bepaalt. De eisen van vrouwen, de inheemse bevolking en de LGBTQI+ gemeenschap verdedigen, zoals Pachakutik deed, is belangrijk in de strijd tegen rechts en speelt steeds een rol in Latijns-Amerika, maar het volstaat niet. In Ecuador, en in het hele continent, is de eenheid in strijd van de inheemse bevolking met de arbeidersbeweging een strategische voorwaarde voor de ontwikkeling van een beweging die in staat is om het systeem te verslaan.

Deze eenheid moet in het centrum van een nieuw linkerzijde worden geplaatst. Het is ook onontbeerlijk om de eisen van de arbeiders van het platteland en de stad aan de orde te stellen en met hen een programma op te bouwen dat de concrete strijd voor hun eisen koppelt aan de radicale verandering van de maatschappij, voor een socialistische omwenteling. Dit zou op zijn beurt een grotere politieke samenhang van de organisatie en een grotere controle van de leden over haar kandidaten mogelijk maken, waardoor betreurenswaardige blunders als die van Yaku Perez vermeden kunnen worden.

De strijd tegen de ontginningsprojecten en voor de verdediging van het milieu mag niet beperkt blijven tot een aanklacht, maar vereist een plan en een project voor economische verandering om de ketenen van afhankelijkheid te doorbreken waaraan het wereldkapitalisme Latijns-Amerika heeft onderworpen, waardoor het een leverancier van grondstoffen en goedkope arbeidskrachten is geworden. Dit impliceert niet alleen dat de arbeiders de teugels van de economie in Ecuador in handen nemen, maar ook een regionaal en mondiaal programma. De strijd tegen ontginningsprojecten is niet mogelijk in één enkele gemeenschap, noch in één enkel land: zij vereist de alliantie en solidariteit van arbeiders op internationaal niveau.

Deze strijd is geen lokaal probleem, maar maakt deel uit van de arbeidsverdeling van het mondiale kapitalisme. Daarom is het enige alternatief hiertegen (dat niet alleen inheemse gebieden maar ook het milieu bedreigt) het opbouwen van een internationalistisch alternatief dat deze kwestie aan de orde stelt als onderdeel van zijn programma, door deze eis te koppelen aan de eisen van arbeiders op het platteland en in de steden, inheemse mensen, vrouwen, de LGBTQI+ gemeenschap en de onderdrukten in het algemeen langs socialistische lijnen. Dit is precies waar wij voor staan met International Socialist Alternative.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist