Regionale opstand in Noord-Afrika en Midden-Oosten

De Britse krant The Guardian had het over “Tien dagen die de wereld schokten”. Van Tunesië over Egypte, Bahrein, Libië, Jemen tot in Djibouti en Marokko verspreidde de revolutionaire golf zich. Deze beweging is nog volop bezig. Het bloedige optreden van het wanhopige regime van Khadaffi in Libië maakt dit duidelijk. Met een grote meerderheid van de bevolking die zich tegen het regime keert, maakt de eenzijdige burgeroorlog van het regime weinig kans. Wat we zien, is een regionale revolutie.

Artikel door Peter Taaffe

De uitgebuite en arme arbeiders en boeren hebben zich gekeerd tegen de dictatoriale regimes van verschillende strekkingen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen koningen of ‘gewone’ dictators. Net zoals de massa’s in de Franse revolutie twee eeuwen geleden, gaan de massa’s de tirannen te lijf met hun aantal.

De vader van een slachtoffer in Bahrein werd op de BBC gevraagd of de moord op zijn zoon nodig was om het regime neer te brengen. De man stelde: “Ja, en als het nodig is wil ik zelf samen met mijn vier andere zonen ook het leven laten indien dit de toekomstige generaties ten goede komt.” Net zoals in alle revoluties hebben de massa’s hun angst verloren, zelfs tegenover de meest brutale dictaturen. Als zoiets gebeurt, kan geen enkele repressie het verdere verloop van de geschiedenis tegenhouden.

Dit wordt erg duidelijk door de opstand in Libië die het leger verdeelt. Het ziet er naar uit dat zelfs een aantal stammen, de belangrijkste steunbasis voor het regime van Khadaffi, overstappen naar de kant van de revolutionairen.

Het klopt natuurlijk dat de situatie in de verschillende landen erg divers is. Maar zijn gemeenschappelijke elementen in de sociale omstandigheden, het gebrek aan democratische rechten en het bijhorende gevoel van ondraaglijk en onaanvaardbare vernedering. Dat is in alle landen van de regio aanwezig en het vormt een belangrijke motor van verzet.

Doorheen de verschillende bewegingen blijken een aantal terugkerende patronen in het verloop van de revolutie en de contrarevolutie. De dictaturen – met inbegrip van de regimes die ten onrechte als minder ‘autoritair’ worden omschreven – reageren op het massale protest op straat met een enorme repressie. Dit vuurt de revolutie enkel verder aan en het stuwt de revolutie vooruit. Iedere aanval door de reactie verdiept de crisis en versterkt het protest en de aantallen die betrokken zijn bij de revolutie.

In Bahrein trekt de monarchie de 30% soennieten in het land voor, er is een discriminatie tegenover de 70% sjiieten. Aanvankelijk was er terughoudendheid om samen te protesteren. Maar na het bloedbad in de hoofdstad Manama schoot het aantal betogers drastisch de hoogte in. Dat leidde tot de bezetting van het Tahrirplein. Een betoger stelde: “Het doet ons niet, ze mogen nog 5.000 betogers afslachten, het regime moet weg.”

De betogers reageerden instinctief op sectaire tegenstellingen. Bij de eerste repressie vielen vooral Sjiietische slachtoffers, maar de betogers trokken de straat op met slogans als: “We zijn geen soenniet, geen sjiiet, maar Bahreini! Weg met Khalifa!” De situatie in Bahrein is bijzonder gespannen als gevolg van het feodale en semifeodale karakter van het regime. Dat wordt aangevuld met repressie en een afhankelijkheid van buitenlandse huurlingen.

In Libië ligt het 42 jaren durende regime van Khadaffi onder vuur. Ook daar wordt gebruik gemaakt van buitenlandse huurlingen uit Tsjaad en andere landen. Dat zal niet volstaan om Khadaffi en zijn zoon te redden. Ze dreigen met burgeroorlog indien het protest blijft duren. Maar de beweging is al te ver ontwikkeld. Het protest blijft niet beperkt to Benghazi, ook in Tripoli zijn er acties. Ook daar zijn de betogers hun angst verloren. Het brutale regime ligt virtueel in de touwen, maar probeert zich alsnog hard op te stellen waarbij niet wordt geaarzeld om op iedereen te schieten.

De ‘besmetting’ van de revolutionaire golf van verzet heeft zowat alle regimes in de regio aangetast. In Algerije zette het regime 30.000 agenten in om betogingen in de hoofdstad Algiers te stoppen. De bloedige burgeroorlog van 14 jaar geleden weegt nog zwaar door in het bewustzijn van de massa’s. Maar ook hier ligt het regime van president Bouteflika onder vuur. In Marokko stelde koning Mohamed dat het regime stabieler was omwille van de democratie die er heerst, maar ook in Marokko is er intussen protest. Maar liefst 18% van de jongeren die afstuderen, zijn werkloos. Het analfabetisme is toegenomen tot intussen 44% van de bevolking.

Het proces van revolutie zal blijven duren, in een aantal landen kan dit mogelijk met wat vertraging het geval zijn. Deze beweging heeft het zelfvertrouwen van de Palestijnse bevolking versterkt en de positie van de heersende klasse in Israël ondermijnd net zoals de broodheren in Washington en Londen.

De Britse minister van buitenlandse zaken, William Hague, probeerde afstand te nemen van de regimes in Libië en Bahrein, maar intussen worden wel Britse wapens ingezet tegen de betogers. De Palestijnse Autoriteit heeft meegewerkt aan de bezetting en belegering van de Palestijnse gebieden. De steun aan Moebarak zal de leiders van de Palestijnse Autoriteit zuur opbreken. De druk van de massa’s op de Westelijke Jordaanoever en in andere Palestijnse gebieden zal de komende periode sterk toenemen.

Het Jordaanse regime staat evenzeer onder zware druk, ook al wordt het regime van koning Abdullah ‘liberaal’ genoemd. Net zoals in de rest van de regio is corruptie hier schering en inslag. De corruptie is overal aanwezig, ook in het koningshuis. Er is een groeiend ongenoegen dat zich organiseert in de roep naar fundamentele verandering. Dit kan het voortbestaan van de monarchie in Jordanië bedreigen.

Het Syrische regime lijkt voorlopig nog niet met georganiseerd protest te moeten afrekenen. Maar het regime is niet zeker dat het aan de revolutionaire golf kan ontsnappen. In het verleden kon het regime beroep doen op massale terreur om de bevolking in de pas te doen lopen. In 1979 werden tienduizend leden van de Moslimbroederschap vermoord in de stad Aleppo. Dat leeft nog steeds sterk onder de bevolking.

Maar net zoals in Egypte, Bahrein en Libië duidelijk werd gemaakt, zal terreur en geweld niet volstaan om de gewijzigde situatie in de regio te stoppen. Dit is een beweging voor democratische rechten, maar ook voor een verandering van de leefomstandigheden van de arbeiders en arme boeren in het bijzonder alsook van de middenklassen die ideologisch en materieel van het keurslijf van de dictaturen af willen geraken.

In Bahrein verklaarde een Soennitische leider van de seculiere linkerzijde van de partij Wa’ad: “Er zullen zeker nog betogingen komen en ik ben er zeker van dat er een algemene staking komt.” De Financial Times stelde al: “Bahrein zal niet meer hetzelfde zijn als voorheen.”

Het repressieve Iraanse regime zit evenmin in een comfortabele positie. Aanvankelijk werd geprobeerd om de beweging voor te stellen als een echo van de Iraanse revolutie van 1979. Maar als de Iraanse massa’s betogen tegen de dictatuur in hun land, krijgen ze te maken met dezelfde repressie zoals deze door andere regimes wordt toegepast. Parlementsleden van het regime riepen al op tot de executie van oppositieleiders. De regering en de revolutionaire garde hebben materiële belangen bij het behoud van dit regime. Zij haalden enorme voordelen uit de massale privatiseringen en ze zullen samen met Ahmadinejad strijden om dit te behouden. Mogelijk is er onder delen van de bevolking vandaag nog wat terughoudendheid tegenover het protest omdat ze vrezen voor een terugkeer van de krachten die door het Westerse imperialisme worden ondersteund.

Maar ook het Egyptische leger had sterke banden met de eigenaars van de industrie en de banken. Het regime van Moebarak had hier en daar nog wat steun, maar dat volstond niet om in te gaan tegen de meerderheid van de bevolking die vastberaden was om verandering af te dwingen.

De revolutie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika verbaast en moedigt ons aan. Het is een inspiratie voor alle werkenden en armen. De sterke beweging van Amerikaanse arbeiders in Wisconsin haalde eveneens inspiratie uit de Egyptische en andere revoluties.

Het omverwerpen van de dictaturen is maar een eerste stap. Het afdwingen van democratische rechten zou een belangrijke stap vooruit zijn. Maar overblijfselen van de oude regimes blijven intussen overeind, in het bijzonder in het vroegere staatsapparaat. Dat blijkt uit de blijvende invloed en de repressie van politie en leger in Egypte en Tunesië.

De revolutie zal enkel volledig geslaagd zijn indien het voorbij het kader van het kapitalisme en grootgrondbezit gaat. Dat stelt sociale thema’s zoals de uitroeiing van werkloosheid, de strijd tegen alle vormen van corruptie, het afdwingen van democratische rechten,… Deze elementen zijn pas mogelijk doorheen een socialistische confederatie van het Midden-Oosten.

Deze beweging is een internationale inspiratiebron, ook daar waar er geen openlijke dictatuur aan de macht is. In Europa hebben we vaak te maken met ‘verkozen dictaturen’. Bovendien is er een groeiend bewustzijn rond het bestaan van een ‘dictatuur van het patronaat’. Deze dictators voeren eveneens een offensief tegen de arbeidersklasse en er wordt evenzeer ingegaan tegen de vakbonden waarbij dit offensief wordt ondersteund door het gerechtelijk apparaat en desnoods met repressie.

We moeten er alles aan doen om de heroïsche strijd van de arbeiders en boeren in het Midden-Oosten te ondersteunen om de fundamentele veranderingen die ze willen ook effectief te realiseren. We moeten hetzelfde bij ons doen om samen een einde te maken aan het kapitalistische systeem dat een meerderheid van de bevolking geen toekomst kan aanbieden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie