“Veiligheid krijg je enkel door druk van onderuit”

Foto: Wikimedia Commons

Interview met een vakbondsafgevaardigde van BASF Antwerpen

De chemische sector werd al snel als ‘essentiële sector’ beschouwd door de regering en het patronaat. Vanuit het standpunt van de werkenden en hun gezinnen is dat slechts gedeeltelijk het geval. Voor de bazen telt echter enkel de winstgarantie voor de aandeelhouders. We spraken met een vakbondsafgevaardigde van BASF Antwerpen over de situatie daar.

Interview door Alex

Welke discussies en strijd vonden plaats bij BASF Antwerpen als gevolg van Covid?

“De uitdagingen voor de vakbondsafgevaardigden om een veilige werkomgeving te creëren waren het grootst tijdens de eerste Covid-golf in het voorjaar. Toen waren de exacte gevaren grotendeels onbekend en waren er wekenlang geen mondmaskers ter beschikking. Het kwam er ook op aan om te vermijden dat de werknemers de dupe zouden worden van de sanitaire maatregelen.”

“Eerst en vooral hebben we vanuit de vakbonden gesteld dat enkel het essentieel personeel aanwezig moet zijn op de site. En dat onderhoudswerkzaamheden zouden beperkt worden tot wat noodzakelijk is om de veiligheid te garanderen. Thuiswerk werd quasi volledig verplicht voor bedienden en kaderpersoneel. Voor productiemedewerkers en techniekers – die hun job niet van thuis uit kunnen uitvoeren – verliep de discussie heel wat moeilijker.”

“Eén van de voornaamste twistpunten is ontstaan over de zogenaamde “stand-by” regeling. We wilden de productie-installaties continu door een minimumbezetting laten runnen. Dat is het aantal operatoren en techniekers minimaal nodig om de veiligheid te kunnen garanderen. De baas trachtte de arbeiders die in “overtal” waren, thuis te zetten door hen in eerste instantie gepland verlof en recuperatiedagen te laten opnemen. Slechts in tweede instantie kon er gebruik gemaakt worden van de “stand-by” regeling. Dit houdt in dat de werknemer betaald (door de werkgever) thuis blijft, maar wel onmiddellijk opgeroepen kan worden indien er een collega uit zijn/haar ploeg ziek uitvalt.”

“In verschillende afdelingen leidde dit tot heel wat ongenoegen: degenen die dagelijks coronabesmettingsgevaar lopen door de productie draaiende te houden, zouden hun verlof moeten opsouperen om het besmettingsrisico te doen verminderen. Met druk van de werkvloer werd de “stand-by” regeling op meerdere afdelingen veralgemeend doorgevoerd. De directie is ideologisch erg gekant tegen deze regeling omdat ze niet wil dat mensen “betaald worden om niets te doen”. We werden door hen als profiteurs afgeschilderd. Terwijl wij hún winsten garandeerden, terwijl zij veilig van thuis uit konden werken.”

“Veel van de onderhoudswerkzaamheden die dagelijks plaatsvinden aan de productie-installaties gebeuren door werknemers van contractorfirma’s. Om de aanwezigheid van deze zogenaamde “contractoren” tot een minimum te beperken, werden geplande werken uitgesteld. Al waren hiervoor soms ook prikacties van de vloer nodig. Zo weigerden productiemedewerkers op een gegeven moment nog arbeidsvergunningen (toelatingen van BASF uit om werkzaamheden te verrichten) te verschaffen aan de verantwoordelijken van de contractorfirma’s.”

“Vanaf 4 mei beschikte BASF over een voldoende voorraad chirurgische mondmaskers om elke dag twee exemplaren per medewerker te voorzien. Dit terwijl er in de zorg nog altijd een groot tekort aan maskers was. Thuiswerk en de “stand-by”-regeling werd afgebouwd, werken door contractoren terug aangevat. Het chirurgisch mondmasker werd de hoeksteen van het sanitaire beleid, naast tientallen andere maatregelen waarop we met de vakbonden hadden aangedrongen om de werkvloer veiliger te maken.”

“Door de inspanningen die de werknemers dagelijks leveren om alle richtlijnen nauwgezet te volgen, o.a. door het dragen van het mondmasker gedurende de volledige werkdag, blijven de besmettingen op de werkvloer beperkt tot een minimum.”

“We hebben echter een sterk vermoeden dat de realiteit voor de contractorfirma’s heel anders is. Hun jobs zijn vaak veel fysieker van aard, waardoor het dragen van een mondmasker een grotere last vormt. Ook onderling afstand houden is moeilijker voor hen. Vakbonden zijn in deze bedrijven minder sterk aanwezig of zijn zelfs onbestaande. Als vakbondsafgevaardigden van BASF hebben we bovendien minder mogelijkheden om een zicht te krijgen op het aantal besmettingen onder contractorwerknemers. Er bestaan cijfers, maar of deze betrouwbaar zijn…”

“Wat ook nog het vermelden waard is, is de dubbele standaard die gehanteerd wordt wat betreft het uitvoeren van Covid-testen. Enerzijds, wanneer iemand in een team besmet is, moeten we vaak hemel en aarde bewegen om zijn/haar directe collega’s te laten testen op de Medische Dienst van BASF. Voor de directie blijven besmettingen die plaatsvinden op de werkvloer immers beter onder de radar. Dat is slecht voor het imago en kan voor onrust zorgen. Anderzijds worden mensen die in thuisquarantaine geplaatst worden onder druk gezet door de baas om zich te komen laten testen (en dus hun quarantaine te verbreken). Van twee maten en twee gewichten gesproken.”

Welke rol speelde de ABVV-delegatie? Wat waren hun tactieken?

“Veel sanitaire maatregelen werden in overleg – weliswaar soms na hevige discussies – met de werkgever bekomen. We brachten veel problemen vanuit de praktijk, gesignaleerd door leden en militanten, op de tafel van het overleg. De bazen hebben immers vaak geen idee welke maatregelen noodzakelijk én werkbaar zijn.”

“Wat betreft de “stand-by” regeling hebben we als vakbondsafgevaardigden de discussie op de werkvloer op gang gebracht en hebben we geprobeerd – over de ploegen en afdelingen heen – eenheid aan de basis te creëren. Zo brachten we militanten op andere afdelingen op de hoogte wanneer er ergens stappen vooruit werden gezet.”

Waren er verschillen in aanpak tussen de verschillende vakbondsdelegaties?

“Zeker. Het ABVV heeft een heel stuk korter op de bal gespeeld. Neem bijvoorbeeld de aanpak betreffende de niet-veiligheidsrelevante werkzaamheden. De andere vakbondsdelegaties hebben hier amper op gereageerd. Ook legden ze zich in de feiten neer bij de patronale visie op de “stand-by” regeling.”

“Daarnaast brachten we veel meer dan de anderen de verzuchtingen van de vloer aan op de overlegmomenten. We hebben ook verscheidene malen gecommuniceerd naar de achterban via e-mail en affiches over onze kritieken op het coronabeleid van de directie.”

Wat verwacht je van de sociale verkiezingen? Welke invloed zal COVID hebben?

“Historisch gezien is ACV de grootste in ons bedrijf – tegen de 50% – , met het ABVV rond de 30% en het ACLVB ongeveer 20%. Deze laatste is de laatste jaren aan een opmars bezig. Een groei die zeker ook gedreven wordt door maatschappelijke factoren zoals het “collectief” dat in de hoofden van velen moet inboeten voor de “individualisering”.

“Ondanks de moeilijkheden om in de huidige context fysiek campagne te voeren, kunnen we wel stellen dat er bij het ABVV een verjonging aan het plaatsvinden is. Dit is bij de overige vakbonden veel minder het geval. Het is moeilijk in te schatten hoe alle factoren zullen wegen op het verkiezingsresultaat. Het uitbouwen van een strijdbare vakbondsdelegatie, gebaseerd op een actieve basis van militanten, zal de sleutel zijn om de komende jaren sterker en groter te kunnen worden.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie