Mali. President Keïta omvergeworpen, maar de problemen van de werkende massa’s blijven

Op 18 augustus werd president Ibrahim Boubacar Keïta van Mali door een militaire staatsgreep omvergeworpen. Maandenlang hebben arbeiders en de arme massa’s betoogd om zijn ontslag te eisen, maar deze staatsgreep verandert niet veel meer dan dat een deel van de heersende elite plaatsmaakt voor een ander deel.

Door Per-Åke Westerlund

De militaire staatsgreep in Mali zal geen antwoord bieden op de noden van de massa’s, die al maandenlang betogen om het aftreden van president Keïta te eisen. De staatsgreep onderstreept veeleer de diepe crisis in het land en in het hele Sahelgebied.

De officieren achter de staatsgreep, gegroepeerd onder het “Nationaal Comité voor de redding van het volk”, hebben onmiddellijk gezegd dat zij verkiezingen zouden organiseren. Afgelopen weekend werd echter een plan voorgesteld voor een driejarige overgangsregering onder leiding van het leger.

Op de dag van de staatsgreep werd Ibrahim Boubacar Keïta (IBK) opgepakt. Keïta was president sinds 2013. Ook zijn premier Boubou Cisse werd opgepakt en nam meteen ontslag. Afgelopen weekend hebben de leiders van de staatsgreep samen met de voormalige Nigeriaanse president Goodluck Jonathan een ontmoeting met vertegenwoordigers van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS). Ze beloofden Keïta vrij te laten.

De staatsgreep werd gepleegd vanuit hetzelfde militaire kamp in Kati als de staatsgreep in 2012 die de toenmalige president Amadou Toumani Touré ten val bracht. De leiders zijn ditmaal echter hooggeplaatste officieren en kolonels, waaronder de plaatsvervangend stafchef van de luchtmacht. Er wordt gespeculeerd dat er steun was van een leidende generaal. Verscheidene van hen zijn getraind door het Amerikaanse en Franse leger en waren bondgenoten van die legers in de imperialistische militaire acties tegen de islamitische strijdkrachten. “Kolonel Assimi Goita, een Malinese militaire officier die zichzelf tot voorlopig leider van het land heeft verklaard, heeft deelgenomen aan door de VS geleide militaire oefeningen en trainingen om extremistische groeperingen die in het Sahelgebied opereren tegen te gaan,” meldt de Amerikaanse website foreignpolicy.com. Goita is hoofd van de speciale strijdkrachten van Mali.

Massabetogingen

De staatsgreep werd verwelkomd door betogingen in de hoofdstad Bamako, waaraan opmerkelijk veel jongeren deelnamen. De Washington Post schreef: “Het kantoor van de onlangs aangestelde minister van Justitie, Kassoum Tapo, werd geplunderd en in brand gestoken. Hij stelde onlangs dat betogers van de zogenaamde 5 juni-beweging tegen armoede, toenemende onveiligheid en corruptie in de gevangenis zouden gezet worden.”

De massale betogingen om het ontslag van de president te eisen, begonnen op 5 juni. De aanleiding waren de parlementsverkiezingen in maart en april, die haastig werden uitgeschreven op het moment dat Covid in het land aankwam. Slechts ongeveer een derde van de kiezers stemde. Toen de regeringspartijen slechts een minderheid van de stemmen haalden, verwierp het Grondwettelijk Hof de uitslag voor 31 zetels.

De betogingen weerspiegelden niet alleen de woede over de verkiezingen, maar ook over het toegenomen geweld en de moorden door de jihadisten en de mislukte oorlog tegen hen door de imperialistische strijdkrachten en het nationale leger. “In de eerste zes maanden van dit jaar werden meer dan 1.800 mensen gedood in gevechten met jihadistische groeperingen en etnische milities, ongeveer evenveel als vorig jaar”, zo schreef The Economist. In 2019 werden 200.000 mensen tot interne vluchtelingen gemaakt en werden meer dan 1.000 scholen gesloten als gevolg van gewapende gevechten. Er zijn ook meldingen van staatstroepen die betrokken waren bij slachtpartijen. Het ontbreekt de imperialistische krachten aan steun van de bevolking, met een groeiend verzet tegen met name de Franse strijdkrachten.

Een andere belangrijke factor is de economische ontbering tegen de achtergrond van de corruptie van de elite, waaronder de zoon van de president. Mali staat op 169 van de 191 landen op de lijst van de Verenigde Naties voor het BBP per hoofd van de bevolking (822 USD, tegen 54.043 USD voor Zweden op de 13e plaats). De sociale crisis, met massale werkloosheid en prijsstijgingen, is door de pandemie nog verergerd. Dit gaat gepaard met de exploitatie van de goudmijnen door multinationals en de ondertekening door de regering van overeenkomsten met het Chinese “Belt and Road Initiative” voor de aanleg van grote spoorwegprojecten.

Binnen de krijgsmacht is er sprake van een toenemende demoralisatie over de oorlog tegen de islamisten, naast ontevredenheid over de lonen.

Repressie

De betogingen werden georganiseerd door de “Movement 5 Juni-Rally of Patriotic Forces” (m5-rfp). Ze werden voor het eerst met brute repressie beantwoord. Op 10 juli doodden de staatstroepen 10 mensen en raakten 85 mensen gewond die deelnamen aan wat begon als een vreedzame betoging. De betogers bezetten vervolgens het gebouw van de staatstelevisie en probeerden ook de het parlementsgebouw te bezetten. Zoals bij veel andere bewegingen in de wereld in 2019-20, heeft repressie de beweging niet tegengehouden.

De leidende figuur in de m5-rfp is een populistische Iman: Mahmoud Dicko. Ondanks de betogingen die het aftreden van de president eisten, hield Dicko steeds de mogelijkheid open van een deal met Keïta. Onmiddellijk na de staatsgreep verklaarde Dicko dat hij zich niet langer zou bezighouden met politiek, terwijl andere leiders van de m5-rfp verklaarden dat de staatsgreep aan de eisen van het volk voldeed en opriepen tot feestvieren.

De leiders in de buurlanden maakten zich grote zorgen over de massabeweging en probeerden sinds half juli te bemiddelen. Zij stelden nieuwe verkiezingen voor de 31 parlementszetels voor, maar zowel de regering als de m5-rfp waren hiertegen gekant.

Imperialisme

De staatsgreep is overal veroordeeld door regeringen – van de VN-Veiligheidsraad, met inbegrip van China en Rusland, de Afrikaanse Unie, de vijftien landen van de ECOWAS en alle grote Europese mogendheden onder leiding van Frankrijk, de koloniale macht tot 1960 die de regio tot op vandaag domineert.

De staatsgreep, en nog meer de diepe crisis, vindt plaats in een land dat een topprioriteit was voor de oorlog van het imperialisme tegen de islamisten. De VN-macht in het land (MINUSMA) telt meer dan 12.000 soldaten, waaronder 400 uit China en 142 uit Zweden. In Mali worden meer VN-soldaten gedood dan waar dan ook. Frankrijk heeft dit jaar zijn aanwezigheid vergroot, met meer dan 5.000 manschappen. Ook de VS, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België hebben troepen in het land.

Deze interventie begon in 2012-13 toen jihadistische troepen het noorden van het land overnamen na de militaire staatsgreep. “Ondanks bijna een decennium van internationale antiterrorisme-operaties en hulpprogramma’s, hebben deze groepen hun greep op delen van centraal Mali behouden en zich verder naar het zuiden verspreid in het naburige Burkina Faso en Niger,” vat foreignpolicy.com samen.

Het geweld is toegenomen. De islamisten van Jama’a Nusrat ul-Islam wa al-Muslimi, verbonden aan Al Qaeda, en de Islamitische Staat in de Grotere Sahara hebben beiden hun acties opgevoerd. Er zijn ook verschillende criminele milities die zich bezighouden met handel en drugssmokkel.

De imperialistische mogendheden en de buurlanden willen vooral stabiliteit en vrezen zowel massabewegingen als militaire staatsgrepen die zich in de regio verspreiden. ECOWAS heeft onmiddellijk de grenzen met Mali gesloten en alle handel stopgezet, terwijl het zijn vertegenwoordigers heeft gestuurd om met de leiders van de staatsgreep te praten.

Wat nu?

Maar noch het imperialisme, noch de leiders van de staatsgreep zullen enige stabiliteit bereiken. De hooggeplaatste militaire leiders hebben geen enkele tegenstand ondervonden bij het innemen van de macht, maar ze hebben geen programma of beleid om aan de verwachtingen van de massa’s te voldoen. Ze hebben nu wel steun, maar voor hoe lang?

Hun eerste prioriteit na de staatsgreep was het uitspreken van de ambitie om de samenwerking met Frankrijk en de regeringen van de ECOWAS voort te zetten. Ze hebben ook een ontmoeting gehad met de leiders van de regerende partij.

Een voormalige Amerikaanse ambassadeur in Nigeria, John Campbell, die deel uitmaakt van de denktank Council on Foreign Relations, rekende niet op grote veranderingen: “Het was geen staatsgreep tegen degenen die het land bestuurden, maar min of meer onder degenen die het land bestuurden.”

Als dat het geval is, kan deze militaire machtsovername vergelijkbaar zijn met wat er in november 2017 in Zimbabwe gebeurde. Toen werd Mugabe door het leger gedwongen om te vertrekken, maar het regime bleef intact. Tot nu toe hebben de coupplegers in Mali weinig beloftes gedaan, afgezien van het feit dat er algemeen gesproken wordt over een nieuwe grondwet en verkiezingen.

De crisis in het Sahelgebied en de dreiging van rechts-islamitische krachten kunnen niet door militairen worden opgelost. Zelfs de BBC opmerkte: “Het wordt steeds duidelijker dat het probleem waarmee Tsjaad, Niger, Mali, Burkina Faso en Mauritanië, bekend als de G5 Sahel, worden geconfronteerd, niet alleen de aanwezigheid van gewapende groepen is, en dat er meer dan alleen militaire actie nodig is.”

De regels worden bepaald door het wereldwijde kapitalistische systeem. Mali heeft, net als de meeste andere Afrikaanse staten, van het imperialisme en zijn instellingen zoals het IMF de opdracht gekregen om de export te privatiseren en daar prioriteit aan te geven. Het is een van de grootste goudproducenten in Afrika, hoewel dit de massa van de arbeiders en de armen niet ten goede komt. In plaats daarvan heeft het imperialisme zich gericht op het gebruik van militair geweld om de staat intact te houden. In 2016 heeft de Europese Unie een overeenkomst met Mali gesloten om vluchtelingen tegen een kleine vergoeding te blokkeren.

De islamitische groeperingen zijn uit de ineenstorting van de toch al zwakke economieën en staten gegroeid en hun steun neemt toe naarmate de staatsrepressie toeneemt. De arbeiders en de armen in Mali en in de hele Sahel moeten zich democratisch organiseren, het goud, de landbouwproducten en de natuurlijke grondstoffen in eigen handen nemen en de regio wegtrekken van het imperialisme en het kapitalisme.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie