Gerommel aan de top van het ABVV. Voor een strijdbare vakbond met democratie van onderuit

De meeste ABVV-leden vernamen via de traditionele media dat hun voorzitter, Robert Vertenueil, was afgezet en vervangen werd door Thierry Bodson. Dit gebeurde nadat Vertenueil solo slim speelde in een ontmoeting met Georges-Louis Bouchez, de voorzitter van de liberale MR en langs Franstalige kant het gezicht van de rechterzijde die inhakt op de werkenden en hun gezinnen. De ABVV-leden vernamen via dezelfde media dat er gesproken werd over een complot van de PTB, de Franstalige PVDA.

Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Om meteen op dat laatste punt in te gaan: waarom wordt er gesproken over een complot van de PTB als er aan de top van het ABVV een PS’er vervangen wordt door een andere PS’er? Een groeiend aantal ABVV-leden is lid van de PVDA of stemt voor die partij omdat deze het best aansluit bij de vakbondseisen. Regeringen waar de PS en SP.a aan deelnamen, voerden een neoliberaal besparingsbeleid waarbij onder meer de rechten van werklozen werden ondermijnd en het brugpensioen werd afgebouwd. De discussie die nu plaatsvond aan de top van het ABVV gaat echter niet daarover. Er zijn aan de basis heel wat strijdbare delegees die voor de PVDA kiezen, maar binnen het apparaat van de vakbond nemen PVDA’ers niet noodzakelijk een andere opstelling aan dan hun sociaaldemocratische collega’s. De ‘complottheorie’ die de gevestigde media zo graag oprakelen, verschilt niet van andere complottheorieën: het leidt slechts de aandacht af van de kern van de zaak.

Wat is in dit geval de kern van de discussie? Dat is moeilijker in te schatten. Leden zijn er alleszins niet van op de hoogte gesteld in hun afdelingen of op regionale interprofessionele bijeenkomsten. Het is duidelijk dat er verschillende fracties zijn aan de top van het ABVV. Er wordt ook gesproken over spanningen als gevolg van financiële beperkingen. Wat nergens wordt opgeworpen, is dat er verschillende visies zouden zijn over hoe de strijd moet gevoerd worden tegen het besparingsbeleid of tegen de dreigende golf van afdankingen in deze recessie. Dat zou nochtans het belangrijkste debat moeten zijn in een organisatie waar de belangen van de werkenden en hun gezinnen centraal staan.

In de komende periode zullen we nood hebben aan strijdbare vakbonden die zich niet neerleggen bij sociale bloedbaden, maar die het verzet organiseren. Er zal nood zijn aan mobilisaties en een zo groot mogelijke betrokkenheid, zodat we niet bedrijf per bedrijf moeten vechten tegen afdankingen en andere aanvallen. Sociale vooruitgang afdwingen zullen we niet doen door er gewoon over te spreken of af en toe een ludieke actie met grote woorden te organiseren.

Er is nood aan een krachtsverhouding. Dit is mogelijk in de strijd voor meer middelen voor de zorgsector of een hoger minimumloon van 14 euro per uur. Om die krachtsverhouding op te bouwen is er nood aan meer betrokkenheid van onderuit. Het uitwerken van campagnes zou daarop gericht zijn. Hoe kunnen we campagnes van het ABVV vertalen op onze werkplek, in onze sector? Delegees kunnen het voortouw nemen door in hun werking regelmatige personeelsvergaderingen te organiseren. Daar kunnen inhoudelijke discussies plaatsvinden over het beleid van hun bedrijf maar ook meer algemene sociaal-politieke thema’s. ABVV-leden moeten het heft in handen nemen voor een meer strijdbare en democratische vakbond, te beginnen op hun eigen werkplaats en in hun centrale. Wanneer Georges-Louis Bouchez, die uit volle overtuiging geen ABVV-lid is, spreekt over democratie binnen het ABVV, dan heeft dit slechts één doel: het verzwakken van de vakbond. Opkomen voor democratie in de vakbond is het recht en de plicht van de leden. Dat mogen we niet overlaten aan de vijand

Het ABVV onder Thierry Bodson zal geen fundamenteel andere koers varen dan onder Vertenueil. Er is het gevaar dat de communautaire spanningen onder de Waalse regionalist Bodson sterker tot uiting komen, maar deze spanningen namen voordien al toe. Dat is gevaarlijk: geen enkel voorbeeld van regionale opsplitsing van de vakbonden heeft geleid tot meer strijdbare opstellingen. Het ondermijnt bovendien de solidariteit die zo broodnodig is in onder meer de strijd voor meer sociale bescherming, in plaats van de sluipende afbraak van de sociale zekerheid die versterkt zou worden bij een verdere splitsing ervan.

Een diepe recessie stelt de strijd voor de belangen van de werkende klasse op scherp. Overlegsyndicalisme wordt moeilijk of beperkt zich tot een onderhandelde achteruitgang. Er is nood aan strijdbaar syndicalisme en een programma dat breekt met het keurslijf van een systeem gebaseerd op winst. Een strijd tussen verschillende delen van de vakbondsleiding rond postjes en middelen draagt daar niet tot bij.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist