Mahreb. Tunesische revolte krijgt navolging in Algerije

Lees ook:

  • Tunesië. Rellen na zelfmoordpoging straatverkoper 4.1
  • Tunesië. Solidariteitsbericht van Joe Higgins 7.1

Het nieuwe jaar was amper begonnen of er was al een belangrijke golf van revolte in het noorden van Afrika. In Tunesië is er een nooit geziene periode van protest waardoor de dictatuur van Ben Ali aan het wankelen is. Algerije kende intussen ook een periode van volksopstand. Voorlopig waren er vooral jongeren bij betrokken, maar in het land is 75% van de bevolking jonger dan 30 jaar. Deze massale onrust maakt duidelijk hoe diep de wanhoop en de woede is onder deze generatie zonder toekomst. De woede werd verder aangewakkerd door de internationale crisis van het kapitalisme.

Deze golf van rellen begon in de westelijke voorsteden van Algiers maar sloeg al snel over naar andere steden zoals Oran, Blida, Bouira, Tizi Ouzou, Dejlfa, Ouargla, Constantine en andere delen van het land. De meeste van deze steden kenden de afgelopen twintig jaar geen rellen van dergelijke omvang. Zelfs indien de regeringscijfers worden gevolgd, dan nog wordt vastgesteld dat 24 wilayas (regio’s) werden geraakt door de beweging. Dat stemt overeen met de helft vanh et land.

Er zijn dag en nacht gewelddadige confrontaties tussen jongeren en de politie. Wegen worden geblokkeerd met brandende banden of stukken hout. In een aantal gevallen werden overheidsgebouwen aangevallen en keert de woede zich tegen al wat de autoriteit van de staat en de rijkdom van de elite symboliseert. Zelfs indien rellen in Algerije geen nieuw fenomeen zijn, dan zijn de huidige schaal ervan en de snelle geografische uitbreiding waardoor ze een nationaal karakter krijgen dat wel. Dit kan een signaal zijn voor grootschaliger explosies in de toekomst.

In het verleden was het regime steeds in staat om woede-uitbarstingen te isoleren. Het lijkt er op dat er nu een nieuwe bres is geslagen. Heel wat arbeiders kijken met sympathie naar de jongeren, zonder daarbij alle actiemethoden goed te keuren. Zeker als er sprake is van plunderingen of vernielingen, wordt dit niet gesteund door de arbeiders. In een aantal regio’s zijn de bewoners zijn gaan organiseren om de jongeren van contraproductieve acties zoals vandalisme weg te houden.

Een “pré 1988” klimaat

Deze handelingen van een minderheid doen geen afbreuk aan het algemene belang van de rellen. De mensenrechtenwebsite “Algeria Watch” stelde: “Slechts heel weinig Algerijnen zijn tegen de mobilisatie van de jongeren. Op straat stellen de meesten dat het protest legitiem is in een land waar andere mogelijkheden afgeblokt zijn en er geen gewone methoden zijn om een mening te uiten. De gelijkenissen met de gebeurtenissen van oktober 1988 worden steevast naar voor gebracht door de ouderen.” In dat jaar was er een enorme sociale crisis in het land en dit leidde tot een reeks van rellen, stakingen en betogingen. Het zorgde voor de ineenstorting van het monoliete eenpartijregime van de FLN. Het leger ging over tot een bloedige repressie van de beweging waardoor er honderden doden vielen. Het gebrek aan een onafhankelijke linkse politieke kracht van de arbeiders zorgde ervoor dat de revolte nadien kon worden benut door reactionaire islamistische krachten die het land naar een verschrikkelijke burgeroorlog duwden.

Zoals in buurland Tunesië duidelijk werd, zorgt de ijzeren greep van een repressief regime en het gebrek aan democratische rechten waardoor de oppositie en de frustratie zo lang werd opgehouden er enkel voor dat eens de energie vrijkomt, deze veel verder kan gaan en een extreem explosieve wending kan aannemen. Een voormalige Algerijnse diplomaat, Mohamed Zitout, sprak met Al Jazeera over de mogelijke ontwikkelingen van zo’n beweging: “Het is een revolte en mogelijk een revolutie van de onderdrukte bevolking die al vijftig jaar wacht op huisvesting, onderwijs en een degelijk leven in een erg rijk land.” Het is nog geen revolutie, maar de mogelijkheid dat de huidige beweging zal ontwikkelen tot een revolutionaire omvang is zeker aanwezig. De tradities van verzet van de onderdrukten zijn bovendien sterk aanwezig in dit land. De arbeidersklasse is nog niet op een actieve wijze op het toneel verschenen, dat zal echter beslissend zijn voor het verder verloop van het protest.

De opeengestapelde woede is simultaan tot uitbarsten gekomen in verschillende regio’s. Het protest werd gedeeld en bijgestaan door mogelijkheden zoals het internet waarbij de overheidsmedia niet langer in staat was om de omvang van de beweging te verbergen. Net zoals in Tunesië kwam het tot gewelddadige repressie vanwege het regime. In Tunesië werden volgens berichten zowat 20 mensen dood geschoten tijdens betogingen, in Algerije vielen er al minstens vijf doden. De repressie heeft de woede enkel versterkt. Het geweld tegen de betogers kon op de stille medeplichtigheid van de Westerse ‘democratische’ regeringen rekenen. Die hebben zich beperkt tot het uiten van “bezorgdheid”.

Intussen waren er al enkele kleine solidariteitsacties in Europa. Zo kwamen er zondagnamiddag 300 mensen van Tunesische en Algerijnse afkomst samen in Marseille om het einde van de repressie in de Mahreb te eisen. Het CWI eist de onmiddellijke vrijlating van al wie gevangen genomen is omwille van de protestacties in Tunesië en Algerije. We steunen ook het idee van solidariteitsacties in Europa.

Meer dan voedselrellen

De tsunami van rellen kwam niet als een donderslag bij heldere hemel. Er is al maanden iets aan het broeien in Algerije. Het dagblad Liberté had het over gemiddeld 9.000 incidenten per maand in 2010. Maandenlang was er de ene staking na de andere in Algerije. In maart van 2010 schreven we nog: “Er is de ene staking na de andere, het ene protest na het andere. Dit verandert het land in een sociale tijdbom die op elk ogenblik kan ontploffen.” Dat vooruitzicht werd nu bevestigd. De druppel die de emmer deed overlopen, was de drastische prijsverhogingen voor voedsel. Er was sinds het begin van deze maand een prijsstijging met tussen de 20% en de 30%. Dat is vooral het geval voor olie, bloem en suiker (de suikerprijs is op drie maanden tijd met 80% toegenomen!).

De loonsverhogingen die in de openbare sector werden afgedwongen na jaren van strijd en stakingen, gaan hierdoor meteen verloren in de prijsstijgingen. De stijgingen zijn nog niet overal doorgevoerd, waardoor de situatie er nog erger op zal worden. In de private sector is de situatie nog erger. Gaan winkelen en zorgen dat het gezin iedere dag kan eten, wordt stilaan een dagelijkse uitdaging. Voor het groeiende leger van werklozen is het een onmogelijke taak. De onzekerheid en de oprukkende miserie overtuigen de meeste Algerijnen ervan dat de maatregelen van prijscontrole totaal onefficiënt zijn. Er is in de praktijk een volledige vrijheid voor speculanten en monopolies om de winsten steeds verder op te drijven op de kap van de armsten, met inbegrip van de kleine handelaars en straatverkopers. In de straten van de arbeiderswijk Bab El-Oued in Algiers, een bastion van het protest, stelden arbeiders: “De politie krijgt 50% loonopslag, wat krijgen wij?” De enige sector die de afgelopen periode een ernstige loonsverhoging kreeg, was effectief de politie. Dat is een bewuste poging van de overheid om de betrouwbaarheid van haar gewapende macht te versterken tegen de achtergrond van een oprukkend sociaal ongenoegen en verzet.

Afgelopen weekend was er een noodvergadering van de ministers omdat werd gevreesd dat de situatie volledig uit de hand zou lopen. Er werd meteen beslist om een aantal maatregelen te nemen om de prijs van suiker en olie te verlagen. Dat zal niet volstaan om de rust te laten weerkeren, het zal ook de enorme haat tegenover het regime niet beperken. De stijgende levensduurte is een kritiek punt geworden voor heel wat mensen en het was de centrale factor in de recente revolte, maar de redenen voor de woede zijn doorheen de beweging dieper geworden. De jongeren geven uitdrukking aan een algemeen ongenoegen. “Dure leven, gebruik aan huisvesting, werkloosheid, drugs, marginaliteit.” Dat is hoe de inwoners van Oran, de tweede stad van het land, de redenen voor hun protest samenvatten.

In Oran, net als elders, zorgt deze cocktail van factoren tegen de achtergrond van een politiestaat die iedere oppositie tegenhoudt, voor de achtergrond van de recente gebeurtenissen. De sociale ongelijkheden tussen de armen en de rijke elite zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen, de kloof was sinds de onafhankelijkheid nog nooit zo groot. Het Algerijnse bbp is de afgelopen tien jaar verdriedubbeld. Er kwamen enorme inkomsten uit olie, de belangrijkste factor in die groei. Maar dat heeft enkel de zakken en de bankrekeningen van een kleine minderheid in de omgeving van de heersende clan gevuld. De meerderheid van de bevolking wordt geconfronteerd met ondervoeding of zelfs honger. Er zijn steeds meer gevallen van corruptie en fraude op alle niveaus en in alle sectoren van de macht. Dit versterkt het gevoel dat de rijkdom van het land wordt gekaapt door de rijke elite.

Het dagblad El Watan bracht een samenvatting van de situatie door een jonge betoger: “Niets zal ons deze keer tegen houden. Het leven is te duur geworden, onze families worden met hongersnood bedreigd en intussen steken de apparatsjiks miljarden in hun zakken en verrijken ze zich op onze kap. Wij willen dit hondenleven niet meer. We eisen ons deel van de rijkdom van het land op.”

Wanhopige jongeren

In 2001 schoot de politie met scherp op protesterende jongeren. Ze riepen toen: “Je kan ons niet vermoorden, we zijn toch al dood.” Hetzelfde gevoel van niets te verliezen te hebben, is ook nu aanwezig onder de protesterende jongeren. Er is geen perspectief voor een generatie die hard wordt getroffen door de enorme werkloosheid en voor het overleven aangewezen is op een dagelijkse strijd. De officiële werkloosheidsgraad bedraagt 21,3% van de jongeren tussen 16 en 24 jaar. De werkelijkheid is ongetwijfeld een pak erger, alle statistieken worden immers vervalst door de autoriteiten. Sommigen schatten dat 60% van de actieve bevolking jonger dan 30 jaar zonder werk zit. Een groot deel van de jongeren die een opleiding heeft genoten, vindt geen werk. De toekomst voor jonge Algerijnen bestaat vaak uit een keuze tussen de gevangenis en op de vlucht gaan. Het aantal zelfmoorden onder jongeren neemt enorme proporties aan. Het feit dat “fort Europa” de grenzen sluit en de toenemende repressie tegen mogelijke kandidaten om te vluchten, zorgt er in de praktijk voor dat er geen andere optie meer is dan deze van strijd en collectieve actie.

De huidige beweging wordt vooral gedragen door jongeren uit arme wijken, maar het is nog niet gekomen tot een actieve mobilisatie van de volledige bevolking. Het zal er op aankomen dat de arbeidersklasse op een actieve wijze deelneemt aan de beweging om deze een meer georganiseerd en massaal karakter te geven. Zoniet kan de beweging ontwikkelen naar meer wanhoopsdaden die makkelijk de kop worden ingedrukt door de overheid.

In Tunesië heeft de vakbondsfederatie UGTT haar solidariteit met de jongeren betuigd en roept deze vakbond op tot actie. De Algerijnse arbeiders moeten zoiets niet verwachten van de UGTA (Algemene vakbond van Algerijnse arbeiders). Die vakbond staat bekend voor haar corruptie, verraad en volgzaamheid tegenover het regime van Bouteflika. De enige publieke verklaring van de UGTA-leiding was om de regeringsversie van de situatie te verdedigen. De afgelopen jaren heeft de volgzame houding tegenover de regering de vakbondsleiding afgesloten van volledige sectoren van vakbondsmilitanten die de UGTA hebben verlaten om aan te sluiten bij meer strijdbare onafhankelijke vakbonden. De strijd om deze onafhankelijke vakbonden te verenigen en te democratiseren blijft een belangrijke taak voor de arbeidersklasse.

Het opzetten van lokale comités van verzet in de wijken en op de werkplaatsen kunnen een belangrijk gegeven zijn om de jongerenstrijd bij te staan en om te komen tot massale acties van de arbeidersbeweging gecombineerd met onafhankelijke vakbonden en werkonderbrekingen op nationaal niveau. Een aantal sectoren, zoals de dokwerkers van de haven van Algiers of personeel van de gezondheidszorg, voert discussie over stakingsacties. Dat is van groot belang. Het veralgemenen van dergelijke stappen kan de situatie veranderen. Een oproep voor een nationale staking ter ondersteuning van de jongerenrevolte zou een enorme steun genieten en kan de woede en de frustratie omzetten in een krachtige beweging die mogelijk het regime ten val kan brengen en de weg voorbereiden voor een echte democratische en socialistische verandering.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie