De afgelopen weken werd actie gevoerd bij onder meer De Post, MIVB, de hogescholen, de Non-Profit, DHL en General Motors (Opel). Telkens werd in actie gekomen tegen de dreiging van ontslagen, meer flexibiliteit en de neerwaartse spiraal van arbeids- en loonsvoorwaarden. Terwijl de werkloosheid nieuwe toppen scheert (momenteel 9,08% in Vlaanderen, 18,9% in Wallonië en 21,9% in Brussel), wordt bij de bestaande jobs een steeds zwaarder arbeidsritme opgelegd.
Hiertegen is verzet noodzakelijk. De sectoren waar reeds acties georganiseerd werden, geven een belangrijke aanzet. De strijd van de arbeiders van Opel in Bochum (Duitsland) is daarbij een uitstekend voorbeeld. Tegenover de verdeel-en-heerspolitiek van General Motors (dat aankondigde 12.000 jobs te schrappen doorheen de Europese vestigingen), gingen de arbeiders van Bochum in staking met de eis dat geen enkele job mag verdwijnen in gelijk welke vestiging. Dat is belangrijk om te vermijden dat de directie de arbeiders van verschillende vestigingen tegenover elkaar opzet om toegevingen af te dwingen.
In Bochum organiseerden de arbeiders van Opel bovendien een betoging waarmee ook de bevolking van de stad en arbeiders uit andere sectoren gemobiliseerd werden. Op dinsdag 19 oktober trokken ze met 20.000 door de straten van Bochum. Het was bovendien opvallend hoe de acties georganiseerd werden van onderuit, de arbeiders en basisdelegees gingen in staking waarop de vakbondsleiding uiteindelijk wel moest volgen. Tegelijkertijd begon de staking effect te hebben op de andere vestigingen van General Motors die stilvielen wegens een gebrek aan onderdelen. De arbeiders bouwden een stevige krachtsverhouding op. Helaas blies de vakbondsleiding op dat ogenblik de staking af en ging iedereen terug aan het werk.
Bochum leert ons op dat vlak dat zwakte aanzet tot agressie. Na het stopzetten van de staking gingen de patroons terug in het offensief. Ze probeerden twee vakbondsafgevaardigden te ontslaan en op die basis het verzet te breken.
Productie betekent in het kapitalisme productie voor de winsten. Goederen of diensten produceren speelt enkel een rol wanneer het de winstmaximalisatie kan bewerkstelligen. Jan Coene, de vroegere topmanager bij Picanol heeft dit nog eens duidelijk gemaakt. Om de winsten van de aandeelhouders te verzekeren werden de arbeiders onder druk gezet om hun looneisen te matigen. Ondertussen ging hij aan de haal met 22 miljoen euro op drie en een half jaar tijd. Dit soort figuren wil ons doen slikken dat de loonkost te hoog zou zijn.
Om tegen deze logica in te gaan, zullen we samen strijd moeten voeren. Het zal niet volstaan om postkantoor per postkantoor, sector per sector,… in actie te komen. Bovendien moeten er ook banden gesmeed worden met de werklozen, de scholieren en studenten (wiens toekomst in het gedrang komt door de besparingen in het onderwijs).
Als werkenden, werklozen en hun kinderen hebben we allen dezelfde belangen. De beruchte jacht op werklozen, waardoor werklozen gedwongen worden gelijk welke job tegen gelijk welk loon te aanvaarden, maakt het mogelijk de lonen in het algemeen onder druk te zetten.
Daarom hebben we het initiatief genomen om samen met de jongerenorganisaties van de vakbonden een Jongerenmars voor Werk te organiseren op 19 maart 2005 in Brussel. Om van de Jongerenmars voor Werk een succes te maken, zal de LSP overgaan tot de vorming van lokale jongerenmarscomités in de wijken, scholen en bedrijven.
Werk daaraan mee en sluit aan bij de LSP!