IPA-onderhandelingen. Zal de vakbondsleiding instemmen met een leeg akkoord?

De onderhandelingen voor een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) zitten in een slotfase. Een maand lang is er intussen onderhandeld en er wordt gehoopt om dit weekend te “landen”. Daarmee willen de sociale partners duidelijk maken dat ze “verantwoordelijk” zijn, ook al is er nog steeds geen regering. Maar weegt die “verantwoordelijkheid” tegenover het establishment op tegenover de nadelen van een akkoord zonder inhoud voor de gewone werkenden?

De afgelopen weken was het windstil op syndicaal vlak. Ook voor de symbolische actie van het Europees Vakverbond (EVV) afgelopen woensdag werd amper gemobiliseerd. Alles moest rustig blijven om de onderhandelingen voor een IPA niet te verstoren. Toch is er niets dat er op wijst dat er ruimte is voor een degelijk loonakkoord. Het belangrijkste argument om alsnog met een slecht akkoord in te stemmen, lijkt dat van de “verantwoordelijke” opstelling van de sociale partners te zijn. Indien zij geen akkoord sluiten, wordt de hete aardappel naar de regering doorgeschoven. En zoals we allemaal weten, is er daar een probleem.

De drie belangrijkste discussiepunten zijn de loonnorm, het eenheidsstatuut van werklieden en bedienden en de welvaartsaanpassing van de sociale uitkeringen. Dat laatste wordt door het patronaat opnieuw op tafel gelegd, terwijl dit enkele jaren geleden al werd vastgelegd. Door wat al verworven was opnieuw op de onderhandelingstafel te leggen en nog een keer “toe te geven”, moet het minder duidelijk zijn dat er voor de rest geen enkele toegeving wordt gedaan. Dat was meteen ook het gevaar van de netto bonussen die bij het vorige loonakkoord werden afgedwongen.

Door de koopkracht niet te verhogen met een hoger loon, maar met een bonus die eigenlijk buiten het normale loon viel, werd de deur open gezet om deze bonussen niet als een verworven recht te beschouwen. Hierdoor kan het patronaat een en dezelfde maatregel meerdere keren als pasmunt gebruiken in opeenvolgende onderhandelingen.

Net als bij vorige onderhandelingen kan bovendien het behoud van de index als toegeving worden beschouwd door het patronaat. De index stond niet echt ter discussie, het aantal oproepen om de indexering van de lonen aan te pakken lag lager dan bij vorige IPA-onderhandelingen. Er was een poging vanuit het IMF, maar voor de rest bleef het windstil. De media suggereren dat een loonakkoord mogelijk is door het behoud van de index en een voorwaardelijke loonsverhoging in 2012 indien de economie aanzwengelt, wat niet erg waarschijnlijk lijkt. In het “beste” geval behouden we dus de netto bonussen die we eigenlijk de vorige keer al hadden afgedwongen.

De discussie over het eenheidsstatuut tussen werklieden (arbeiders) en bedienden zal bijzonder moeilijk zijn. Een akkoord waarbij wordt geraakt aan de opzegtermijnen voor bedienden, zal niet gemakkelijk aanvaard worden door de bedienden. Er is een groeiende gerechtelijke tendens om steeds meer functies als bediendenfuncties te omschrijven. Recent nog kregen twee arbeiders van Ford-Genk van de rechter gelijk toen ze een bediendenstatuut opeisten. Tegen die achtergrond wordt het stilaan dringender voor het patronaat om tot een akkoord te komen dan voor de vakbonden. Als er enkel naar de inhoud van het werk wordt gekeken en dat vergeleken wordt met de juridische bepalingen inzake werklieden en bedienden, dan gaan we stilaan naar een veralgemening van het bediendenstatuut.

Maar dat is natuurlijk niet waar het patronaat op aanstuurt. Er wordt gezocht naar een “compromis” waarbij er eengemaakte opzegtermijnen komen op basis van anciënniteit. De vraag blijft natuurlijk hoe hoog die opzegtermijnen zullen zijn. Daarover is geen enkele duidelijkheid, maar het zal wel bepalend zijn voor de mogelijkheid om een akkoord te sluiten. Achteruitgang voor bedienden zal niet aanvaardbaar zijn en ook daar wordt nu al op gespeculeerd.

Onze mening is duidelijk: het is beter om geen akkoord te sluiten dan een akkoord waar niets in staat. De crisis heeft vooral werkenden met lagere lonen, jongeren, uitkeringstrekkers,… getroffen. Als het van het patronaat afhangt, wordt dat enkel nog versterkt. Dat is onverantwoord. In de plaats van in de patronale logica mee te stappen, is er nood aan een offensieve opstelling waarbij echte loonsverhogingen worden geëist. Een vergelijking met de loonsstijgingen van de topmanagers in zowel de private als de publieke sector is daarbij nuttig. Voor zichzelf kunnen ze wel verhogingen toekennen, maar voor ons niet? Ook moeten de vakbonden dringend met een anti-crisisprogramma voor de dag komen waarbij het niet de werkenden zijn die voor de crisis moeten betalen.

> Lees ook ons eerder artikel: IPA 2011-2012: geen akkoord als er niets in staat!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie