Brussel: nodige investeringen botsen op financieel keurslijf

Kortenbergtunnel in Brussel. Foto: Wikimedia

Begin dit jaar publiceerde het Federaal Planbureau zijn vooruitzichten: het begrotingstekort op federaal vlak zou dit jaar oplopen tot 7,5 miljard euro. Volgend jaar wordt dat al 9,6 miljard. In mei kwam het CERPE (Centre de Recherches en Economie Régionale et Politique Economique) van de universiteit van Namen met begrotingsvooruitzichten voor het Brussels Gewest. De volgende regering beschikt er over geen enkele marge voor de nodige publieke investeringen en de schuldenberg zal verdubbelen van 4 tot 8 miljard euro tussen 2019 en 2024!

door Nicolas Menoux (Brussel)

In het kader van het Europees Stabiliteits- en Groeipact moeten de verschillende regeringen hun begroting aan de Europese Commissie voorleggen. Dit mechanisme zorgt ervoor dat besparingen op alle machtsniveaus worden toegepast. Het wordt door gevestigde politici gebruikt als excuus voor hun asociaal beleid: ‘het moet van Europa’. Gezien de reeds geplande investeringen in Brussel (275 miljoen in 2018 en bijna het dubbele daarvan dit jaar), laat het Europees toezicht geen marge voor andere investeringen. Tenzij huidige projecten, zoals de renovatie van tunnels of de uitbreiding van de metro, worden afgeblazen.

Het probleem is niet nieuw en is diepgaand: het is een resultaat van decennialang gebrek aan middelen en investeringen. Het besparingsbeleid is een transfer van publieke middelen van de gemeenschap naar de winsten van de grote bedrijven of de redding van de banken. De overheidsinvesteringen in België zijn op 25 jaar tijd gehalveerd. Om het niveau van de jaren 1970 te behalen, zou een investering van 15 tot 20 miljard euro per jaar nodig zijn!

Beperkte middelen, maar grote noden. Brussel stort letterlijk in

De zinkgaten als gevolg van verouderde waterleidingen in Brussel illustreren de uitdagingen. Watermaatschappij Vivaqua wil 1,1% van het distributienet en 1,3% van het rioleringsnet renoveren tegen 2024. Dat is erg bescheiden, maar zelfs dan moet elk jaar 85 miljoen euro gevonden worden zodat de schuld niet toeneemt. Daarom wordt nu een stijging van de waterfactuur overwogen. Er zijn plaatsen tekort in de kinderopvang, in de sociale huisvesting, in de scholen. In musea dreigen collecties verloren te gaan door vochtigheid in kelders en de Brusselse tunnels zijn onveilig. Er zijn dus ernstige tekortkomingen inzake infrastructuur.

Het gebrek aan publieke middelen treft ook het personeel: gebrek aan collega’s, hoge werkdruk, lage lonen, … De vakbonden van de lokale en regionale besturen in de hoofdstad voeren al een jaar campagne voor onder meer een loonsverhoging met 10% en de afschaffing van de laagste loonschaal. Er volgden ook acties van het personeel van de ziekenhuizen tegen het gebrek aan collega’s. Tenslotte wees de internationale beweging van jongeren tegen de gevolgen van klimaatverandering op de noodzaak van publieke investeringen in ecologische transitie, bijvoorbeeld in openbaar vervoer.

Het financieel keurslijf doorbreken!

Wij zijn voorstander van een politiek programma dat uitgaat van de behoeften en vervolgens zoekt naar de middelen om dit mogelijk te maken. Na jaren van verwaarlozing hebben we een radicaal plan van publieke investeringen nodig. De vele tekorten leiden tot een debat over de beperkte middelen, onder meer in de onderhandelingen voor de vorming van een regering. Dit biedt belangrijke kansen voor links om een perspectief te vestigen dat niet vertrekt van de vrijwillig opgelegde beperkte middelen. Om de belangen van de bevolking voorop te stellen, is een breuk met het financiële keurslijf nodig.

Geconfronteerd met een gebrek aan publieke middelen wordt uitgekeken naar publiek-private samenwerking of privatiseringen. Er zal echter geen oplossing komen op basis van de hebzucht van bedrijven die enkel uit zijn op maximale winsten. Kunnen we rekenen op een versoepeling van de strikte begrotingsregels voor de broodnodige investeringen? Die kans is klein, maar zelfs dan nog blijven de problemen van het gebrek aan personeel, de looneisen, … botsen op de beperkte middelen.

We zijn het eens met de PVDA als die uitlegt dat we moeten “breken met de opgelegde besparingsregels zodat we kunnen investeren in de sociale en ecologische noden.” Het programma en de verkiezingscampagne moeten de kiezers en de werkende klasse voorbereiden op de uitdagingen die daarmee gepaard gaan.

Een linkse regering die met de begrotingsregels wil breken, zal een stevige krachtsverhouding nodig hebben onder de bevolking. Een verkiezingscampagne moet dat populariseren en op die manier illusies rond electorale beloften vermijden. Een dergelijke benadering baseert zich op collectieve strijd voor de niet-betaling van de publieke schulden, het onder publiek bezit plaatsen van de banken en de sleutelsectoren van de economie met democratische controle van de gemeenschap. Zo worden de middelen niet ingezet voor speculatieve investeringen en verdwijnen ze niet in de zakken van de aandeelhouders, maar worden ze gebruikt om de broodnodige publieke investeringen te financieren.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist