Fight for €14: van propaganda naar overwinningen

Op 14 mei waren er overal in België acties om de strijd voor een minimumloon in de aandacht te brengen. Voordien waren de acties vaak ludiek, wat goed was om het thema te populariseren zowel binnen het ABVV als in de publieke opinie. Maar in mei waren het militantenconcentraties of betogingen zodat meer delegees en militanten konden deelnemen. Eens te meer werd het potentieel van de campagne getoond.

door Thomas (Gent)

De vraag blijft echter hoe we verder gaan met deze campagne. Is het slechts een campagne om punten te scoren tegen de bazen en hun rechtse partijen, of gaan we werkelijk voor overwinningen waarbij we 14 euro per uur of 2.300 euro per maand afdwingen? De steun in de publieke opinie is hier makkelijk voor te winnen. Delegaties die al met de petitie werkten, vonden bijna niemand die niet wil tekenen of de campagne steunen. Bij een klein vleesverwerkend bedrijf, Pluma Ter Beke, is er zelfs een eerste overwinning. Dat is niet toevallig in de voedingsindustrie waar er in december en februari al een sterke deelname aan de actiedagen was.

Wij denken dat we de 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand kunnen winnen, maar we zullen er wel voor moeten vechten. Goede argumenten en passieve steun van de publieke opinie zijn een startpunt, maar volstaan niet. Politici palaveren veel over draagvlak, maar daar wordt geen rekening mee gehouden als het om onze arbeidsvoorwaarden gaat. Zo willen 75% van de Belgen dat de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar wordt teruggetrokken. Toch zal geen enkele traditionele partij dat draagvlak snel gebruiken. Meer nog: N-VA en de werkgeversfederatie VBO pleitten voor de verkiezingen al voor een verdere verhoging!

We zullen de acties moeten opbouwen en dit in de eerste plaats in bedrijven waar er al sterke delegaties zijn. Zij kunnen nagaan waar er in hun bedrijf (of bij onderaannemers) werknemers zijn die minder verdienen dan 14 euro per uur of 2.300 euro per maand. Ze kunnen die informatie met een campagne bekendmaken aan het personeel en op die basis de eis van een hoger minimumloon concretiseren. Dat is bijvoorbeeld wat er aan de UGent gebeurt. Aan de UGent zijn er 101 personeelsleden die minder dan 14 euro per uur verdienen, waarvan 65,35% vrouwen. Een minimumloon van 14 euro per uur zou de UGent 425.000 euro per jaar kosten, op een totale begroting van 700 miljoen euro.

Helaas zullen we snel merken dat de bazen of directies niet zomaar bereid zijn om toe te geven. Ze zullen het argument van de onbetaalbaarheid of het gebrek aan middelen bovenhalen. Er zal met andere woorden druk nodig zijn om te tonen dat het ons menens is. Een zo groot mogelijke steun en betrokkenheid van alle werkenden zal hiervoor nodig zijn. We moeten dus de tijd nemen om het met iedereen te bespreken. Voorbeelden zoals dat van Pluma Ter Beke kunnen een precedent vormen dat de strijd elders versterkt en duidelijk maakt dat we gaan voor overwinningen.

Veel werkenden die vandaag minder dan 14 euro per uur of 2.300 euro per maand verdienen werken in sectoren of werkplaatsen waar vakbonden zwak of onbestaande zijn. Met de campagne ‘Fight for €14’ kunnen we ook daar stappen zetten, bijvoorbeeld in gefranchiseerde winkels, callcenters, KMO’s, … We kunnen acties buiten aan deze bedrijven houden waarmee we meteen tonen dat de vakbonden ook voor deze werkenden opkomen. Het kan het zelfvertrouwen opbouwen om actiegroepen op te zetten die kunnen uitgroeien tot syndicale delegaties.

Momenteel wordt de campagne ‘Fight for €14’ door het ABVV gevoerd. Heel wat ACV-delegees en militanten zijn echter ook voorstander van een campagne voor een hoger minimumloon, zeker in die sectoren waar de laagste lonen minder dan 14 euro per uur of 2.300 euro per maand bedragen. Het zal belangrijk zijn dat we deze militanten en leden in de strijd betrekken en ons niet laten verdelen. Voor de sectoronderhandelingen in de chemie bijvoorbeeld is er een gemeenschappelijke eisenbundel waarin de 14 euro per uur is opgenomen.

Via deze campagne kunnen we de angst van kamp doen keren. De voorbije periode hebben we ons vooral verdedigd tegen aanvallen op onze loon- en arbeidsvoorwaarden. De bazen zaten in de zetel van deze rechtse regering. Een overwinning rond het minimumloon zou het zelfvertrouwen van de werkenden versterken, wat natuurlijk ook een impact zou hebben op strijd voor eisen zoals het minimumpensioen van 1.500 euro netto, verbod op onvrijwillige deeltijdse arbeid, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen, … Enkel op deze manier kan de werkende klasse de sociale afbraak stoppen en reële vooruitgang afdwingen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie