Linkse meerderheden mogelijk in Wallonië en Brussel

Twee jaar geleden deed het Waals ABVV een oproep voor een linkse coalitie in Wallonië. Toen hadden PS, Ecolo en PTB samen 36 van de 75 zetels. Vandaag beschikken dezelfde partijen wel over een meerderheid van 45 zetels.

Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Tot voor kort beperkte de PS zich doorgaans tot het argument van het minste kwaad: ‘zonder ons zou het erger zijn.’ Die benadering botste met de sterke groei van een concurrent op de linkerflank. De groei van de PTB (PVDA) dwong de PS om een linksere campagne te voeren rond tien “rode lijnen.”

Bij deze prioritaire thema’s onder meer: minimumpensioen van 1.500 euro netto per maand voor een volledige loopbaan, minimumloon van 14 euro bruto per uur, verhoging van de sociale uitkeringen tot boven de armoedegrens, een belasting op grote erfenissen (van meer dan 1,25 miljoen euro met uitsluiting van een persoonlijke woning en vermogen verbonden met een beroepsactiviteit), de ontwikkeling van het openbaar vervoer met onder meer een investering van 3 miljard euro in de NMBS, …

Waarom werd geen enkele stap in deze richting gezet tussen 1988 en 2014, toen de PS ononderbroken aan de macht was? Destijds rechtvaardigde de PS de compromissen en asociale maatregelen met het argument dat toegevingen nodig waren aan de coalitiepartners. We kunnen niet alleen regeren en bijgevolg ons programma niet realiseren, luidde het. Dat argument kan nu van tafel geveegd worden. ‘Hola, wacht eens even’, lijkt de reactie van PS en Ecolo op die vaststelling te zijn…

De dag na de verkiezingen ontkende Elio Di Rupo dat hij zo links mogelijke coalities wilde vormen. “Neen, dat heb ik niet op die manier gezegd. Ik zei dat ik regeringen wil met een zo progressief mogelijk programma.” Raoul Hedebouw (PVDA) stelde in een interview dat hij wel wil regeren, maar niet tegen elke prijs. “Het kan met PS of Ecolo, maar niet met de PS van Publifin en ook niet met het Ecolo van een CO2-taks.”

Als we naar de breekpunten van PVDA kijken, valt op dat de lat niet hoog gelegd wordt. Brussels PVDA-parlementslid Youssef Handichi had het over twee breekpunten voor regeringsdeelname: gratis maken van de MIVB (wat 200 miljoen euro kost) en een controle op de huurprijzen. Die maatregelen zouden erg welkom zijn, maar volstaan niet. Gratis openbaar vervoer moet gepaard gaan met een radicaal plan van publieke investeringen want het huidige netwerk is al overbelast. Een controle op de huurprijzen volstaat niet om de prijzen te drukken, daarvoor zijn meer sociale woningen nodig (zoals de eis van 50.000 nieuwe sociale woningen in Brussel die PVDA in het verkiezingsprogramma van 2014 verdedigde). Het was ook nuttig geweest om in dit kader de legitieme eisen van het actievoerende personeel van de lokale en regionale besturen in Brussel te verdedigen.

De linkerzijde moet voor een echte verandering in het leven van de mensen staan, en kan zich dus niet beperken tot enkele hervormingen. Er is nood aan een regering van burgerlijke ongehoorzaamheid die weigert om zich te laten gijzelen door het budgettaire keurslijf.

Zowel PS als Ecolo doen nu alsof de oproep van het ABVV niet bestaat. De PTB kan de oproep van het ABVV aangrijpen om PS en Ecolo onder druk te zetten om niet elders te zoeken naar een meerderheid. PS, PTB en Ecolo verdedigden in hun programma’s eisen die al langer gedragen worden door de vakbonden. Waarom zou de PTB geen persconferentie organiseren, liefst samen met het Waals ABVV, met een oproep om deze programmapunten samen te verdedigen en te realiseren? Waarom geen grote lokale meetings, in samenwerking met het ABVV, om de druk op PS en Ecolo verder op te voeren? Zulke meetings zouden overigens belangrijk zijn om de druk ook na een coalitievorming aan te houden zodat een linkse regering effectief breekt met het besparingsbeleid en overgaat tot maatregelen als de invoering van een minimumloon van 14 euro per uur in de regionale openbare diensten, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, … maar ook massale publieke investeringen in infrastructuur en openbare diensten en de weigering om de Europese begrotingsdictaten na te leven.

Een dergelijk project zou enthousiasme opwekken, ook in het noorden van het land. Het zou een concrete invulling geven aan de discussie over hoe we best breken met de besparingen. Het zou bovendien de discussie over ons verzet tegen de onvermijdelijke tegenreactie van het kapitaal opentrekken naar een bredere laag van de bevolking. Dat dit geen overbodige luxe is, zagen we met het verraad van Syriza in Griekenland.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie