Beweging voor betaalbaar wonen in Duitsland

In Duitsland is de afgelopen periode een beweging op gang gekomen tegen de almaar stijgende huurprijzen. Op 6 april waren er betogingen in verschillende Duitse steden. In Berlijn eist men een referendum over het onteigenen van de belangrijkste Duitse woonmaatschappijen.

Artikel door Jarmo (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

De centrale eis van de betoging in Berlijn was niet mis: de grote eigenaars moeten de stad uitgedreven worden en hun eigendom moet in publieke handen komen. De betogers willen een referendum rond dit thema: daarvoor hebben ze 190.000 handtekeningen nodig. Mocht dit referendum gewonnen worden, dan wordt er een historisch precedent gesteld. Huisvesting wordt dan als een mensenrecht beschouwd; dat zou een enorme impact hebben op huisvestingsmaatschappijen in Duitsland en daarbuiten.

Duitsland – en dan vooral Berlijn – werd lang gezien als een voorbeeld van hoe het wel kon. De huurprijzen waren er in vergelijking met andere grootsteden veel lager. Daar is de afgelopen jaren verandering in gekomen. In 2017 stegen de huurprijzen in Berlijn met 20,5%: nergens ter wereld viel een snellere stijging op te meten. Het zijn stijgingen waardoor huurders moeten vrezen of ze nog in hun appartement kunnen blijven. Allerlei legale achterpoortjes worden gebruikt om de huurprijzen op te trekken. Zo werden er de afgelopen jaren heel veel “energiemoderniseringen” doorgevoerd: kleine ingrepen die niet veel voorstellen, maar er wel voor zorgen dat de huurprijs met 11% kan opgetrokken worden. Veel huurders gingen daartegen in verzet of klaagden dit aan op individuele basis. Ze verloren meestal hun proces.

De sociaaldemocratische SPD distantieert zich van de beweging. Dat is niet verwonderlijk: zij is verantwoordelijk voor het privatiseren van de huizenmarkt in de jaren ’90 en 2000. Als zij nu voorstellen om de huurprijzen voor vijf jaar te bevriezen, is dat wel erg mager tegenover wat de betogers eisen. De campagne “Deutsche Wohnen & Co Enteignen” wil een volledige onteigening van de grote huurmaatschappijen. Dat zou artikel 15 van de Duitse grondwet mogelijk moeten maken: dat artikel voorziet dat land, natuurlijke grondstoffen en rijkdommen genationaliseerd kunnen worden om aan sociale noden te voldoen. Volgens Deutsche Wohnen en andere maatschappijen is dat legaal niet mogelijk en betekent dit een afscheid van de markteconomie.

Wonen is een noodzaak. Voor de huurmaatschappijen is wonen een verhandelbaar goed. Huurprijzen kunnen dus opgetrokken worden zoveel zij willen. Hun winstbejag grijpt rechtstreeks in in onze levensstandaard. Deutsche Wohnen bezit 140.000 woningen in Duitsland. Je betaalt de huurprijs of je vindt geen woning; als je dan de “moderniseringstoelage” niet betaalt, vlieg je eruit. Dat is een onhoudbare situatie die gestopt moet worden. Het is niet zo dat de overheid de bestaande woningen aan de “marktprijs” moet overkopen; die prijs wordt immers door de maatschappijen zelf bepaald en heeft geen relatie met de werkelijke waarde. De maatschappijen moeten onteigend worden zonder compensatie. De bestaande woningen moeten grondig gerenoveerd worden en aan betaalbare prijzen ter beschikking gesteld, met een ambitieus plan voor het bouwen van nog meer betaalbare, kwaliteitsvolle woningen.

Het bijbouwen van kwaliteitsvolle woningen is nog nooit in de geschiedenis en nergens ter wereld het resultaat geweest van privé-investeerders. Het is altijd de overheid of gemeente geweest die dit kon realiseren. Betaalbare en kwaliteitsvolle woningen voor iedereen zijn slechts mogelijk als de hele woningmarkt uit handen van de privé wordt getrokken. Enkel zo kunnen huurprijzen gehanteerd worden die in verband staan tot het reële inkomen van mensen. Volgens onderzoek in Duitsland betaal je één derde tot de helft van je huur aan de winst die je huisbaas erop maakt. Als dat winstaandeel wegvalt, wordt wonen al een pak betaalbaarder.

In veel steden zijn huurders begonnen zich te verweren. VONOVIA-huurderinitiatieven (VONOVIA is een grote huurmaatschappij) staan op het punt om zich nationaal te organiseren met een actienetwerk. Steeds opnieuw worden lege huizen bezet. Protestacties en blokkades tegen gedwongen uitzettingen worden georganiseerd.

In Berlijn is er een initiatief voor een referendum over de onteigening van de woongroep Deutsche Wohnen en alle immobiliënbedrijven met meer dan 3.000 woningen. In München kwamen op 15 september 2018 11.000 huurders op straat.

In sommige steden is men erin geslaagd initiatieven die illegale omvorming van appartementen in vakantiehuizen, vooral op ‘s werelds grootste aanbieder Airbnb, op te sporen en ervoor te zorgen dat de opgelegde boetes betaald werden en de verduistering werd beëindigd. De huurprijzen blijven echter stijgen. Er worden steeds nieuwe vormen van oplichterij uitgevonden. De weerstand moet daarom nog groter, breder, luider en vastberadener zijn.
Na de betogingen van 6 april in verschillende steden, zou een massale nationale betoging tegen de huurwaanzin in Berlijn een belangrijke stap vooruit zijn in de ontwikkeling van een nationale beweging.

Op dit moment wordt vanuit de verschillende initiatieven en netwerken gediscussieerd over het oprichten van een huurdersvakbond. Er zijn voorbeelden uit de vorige eeuw die aantonen dat huurdersstakingen, waarbij georganiseerde huurders weigeren hun huur te betalen, tot successen hebben geleid. Dit toont aan dat huurders over een intrinsieke macht beschikken wanneer ze zich organiseren en gezamenlijk optreden.

De vakbonden maken vandaag nog geen gebruik van hun mogelijkheden om het ongenoegen van werkenden mensen over huisvesting en hoge huurprijzen om te zetten in verzet. Een dergelijke koerswijziging zal van onderuit afgedwongen moeten worden. Als vandaag 30 tot 50% van de nettolonen naar huur gaat, is het duidelijk dat dit wel degelijk een thema voor de vakbonden is. Offensieve looneisen moeten gekoppeld worden aan de strijd voor lagere huurprijzen.

Die Linke is in het najaar van 2018 een nationale campagne begonnen. Dat is goed. Maar er is een gevaar van de illusie dat een sociaal huisvestingsbeleid mogelijk is in een eventuele coalitie met de groenen of de SPD. Dat zijn partijen die het kapitalisme willen behouden en niet bereid zijn de woningmarkt uit de handen van kapitalisten te nemen.

In België bestaat uiteraard hetzelfde probleem. Ook hier gaan de huurprijzen razendsnel omhoog en en worden steeds meer woningen door privé-maatschappijen verhuurd. De oplossingen voor dit probleem zijn uiteraard dezelfde. Het Duitse voorbeeld toont aan dat we geen illusies kunnen hebben in de vrije markt: privatisering van de wooneenheden leidde aanvankelijk tot lage huurprijzen, maar dat effect is helemaal voorbij en in Duitsland heerst nu dezelfde huurwaanzin als elders in Europa. Om onze woningnood op te lossen, hebben we zelf de controle over de woningmarkt nodig. Wat we niet bezitten, kunnen we immers nooit op een deftige manier controleren. Daarom is een socialistische samenleving nodig om echt voor iedereen een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te garanderen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie