Ook hier heeft 8 maart duidelijk zijn comeback gemaakt als dag van strijd!

Interview met Emily, nationaal organisator van de campagne ROSA

De internationale dag van strijd voor vrouwenrechten heeft dit jaar veel meer mensen gemobiliseerd dan voorheen. Er is nog meer mogelijk. Dit vereist een zorgvuldige afweging van de eisen die we verdedigen maar ook van de manier waarop we dat doen. Een terugblik op deze actiedag die terug aanknoopt bij zijn strijdvaardige oorsprong.

De betoging van 8 maart in Brussel was de grootste in jaren op internationale vrouwendag!

Emily

“Ja, we waren met meer dan 10.000! De campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme & Asociaal beleid) nam deel aan de organisatie van deze betoging, die er kwam op initiatief van de Wereldvrouwenmars (WVM). Er waren ook acties en betogingen in andere steden, zoals in Luik waar een Cycloparade 1.700 mensen samenbracht op initiatief van verschillende feministische organisaties en vakbonden.

“Voor het derde opeenvolgende jaar organiseerde de campagne ROSA een betoging in Gent met ongeveer 800 deelnemers en er was ook een eerste actie in Kortrijk met een vijftigtal mensen.

“We hadden verder stands op een feministisch festival in Antwerpen, georganiseerd door het Collecti.e.f 8 maars, en in het kader van het NGO-dorp georganiseerd door hetzelfde collectief in Brussel, voor de aanvang van de betoging van de Wereldvrouwenmars.”

Wat is er volgens jou veranderd ten opzichte van vorige jaren?

“De historische feministische stakingen vorig jaar in Spanje waren aanstekelijk. Er is natuurlijk ook het protest tegen het asociale beleid van de regering bij ons. Waar de campagne ROSA vorig jaar een van de weinige organisaties was die initiatief nam voor strijdbare marsen tegen seksisme (in Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Namen), was er dit jaar ook een oproep van een nieuw collectief: het Collecti.e.f 8 maars. Dat zorgde voor een zeker enthousiasme om te staken.

“Zo deelden een dertigtal personeelsleden van de Brusselse ziekenhuizen Brugmann en Sint-Pieter pamfletten uit aan de ingang om collega’s en patiënten bewust te maken van de werkomstandigheden in de sector en om het verband met seksisme uit te leggen. Hoe kan je immers zonder vast contract en zonder vast loon dat financiële onafhankelijkheid mogelijk maakt echt vrij zijn om ongewenste intimiteiten aan te klagen of bijvoorbeeld je partner te verlaten zonder de dreiging van extreme bestaansonzekerheid? Vakbondsafgevaardigden in de private ziekenhuizen in Brussel hielden een gelijkaardige actie met een sticker die gebruikt werd om in discussie te gaan.

“Er waren werkonderbrekingen aan enkele universiteiten. In Gent was dit voor het derde opeenvolgende jaar het geval aan de UGent, onder impuls van onderzoekers en met de steun van de vakbondsdelegatie, waar leden van de campagne ROSA deel van uitmaken. Tijdens de avondbetoging in dezelfde stad was er voor het eerst geen enkel lid van het schepencollege aanwezig. Het gemeentebestuur weet dat de eisen van de werkenden en de jongeren het besparingsbeleid rechtstreeks in vraag stellen. We geloven niet dat het doel van betogingen en acties noodzakelijkerwijs is om zoveel mogelijk mensen bijeen te brengen: we willen vooral degenen samenbrengen die seksisme in de praktijk willen bestrijden. Niet zij die het enkel met mooie woorden doen en tegelijk een beleid voeren dat een negatieve impact heeft op het leven van vrouwen.”

Op de acties en werkonderbrekingen waarover je hier sprak, waren er telkens ook mannen. Waarom legt ROSA zoveel nadruk op de noodzaak om samen in actie te gaan?

“Als op een werkplek enkel de vrouwen staken, betekent dit in de praktijk dat de mannen dit moeten compenseren. Dit zagen we in een Brusselse supermarkt op 8 maart: de vrouwen staakten en werden vervangen door mannelijke collega’s, die een mouwband droegen als teken van solidariteit. Zo zullen we de grote aandeelhouders niet in hun portemonnee raken of de slogan ‘Wanneer vrouwen stoppen, stopt de wereld’ in de praktijk brengen. Wat ons verdeelt, verzwakt ons. ROSA vindt het belangrijk om vrouwelijke en mannelijke werkenden niet tegen elkaar uit te spelen.

“Gezamenlijke strijd loont. We moeten niet ver in de tijd terug gaan om de efficiëntie van eengemaakte strijd te zien. In het Schotse Glasgow ging het gemeentepersoneel in de slechtst betaalde sectoren (waar vrouwen 90% van het personeel uitmaken) in staking in oktober vorig jaar. Ze kregen de steun van hun mannelijke collega’s uit andere gemeentediensten, ook al verdienen die 3 tot 4 pond per uur meer. De vastberaden strijd leidde tot een historische overwinning: het loonverschil verdwijnt en wordt zelfs met terugwerkende kracht weggeveegd. Dit kost de gemeente 567 miljoen euro. Een hoger loon stelt het gemeentepersoneel in staat om een waardig leven te leiden.”

Op initiatief van het Collecti.e.f 8 maars is er in de pers veel gesproken over het staken van huishoudelijk werk en zorgtaken. Wat vind je daarvan?

“Het collecti.e.f 8 maars kon naar aanleiding van de internationale vrouwendag op heel wat mediabelangstelling rekenen. Het maakte dat het debat over actiemethoden en eisen breder werd gevoerd dan enkel onder de ‘gebruikelijke’ activisten.

“Vrouwen nemen nog steeds het grootste deel van het huishoudelijke werk voor hun rekening, vooral na de geboorte van een eerste kind. De dubbele dagtaak van vrouwen wordt in stand gehouden en gepromoot door het onderwijs of nog door stereotype speelgoed. Maar het is vooral het gebrek aan openbare diensten zoals kinderopvang, gezinshulp en zorg voor ouderen, strijkdiensten, … die hiervoor zorgen. Het maakt dat veel vrouwen effectief een tweede dagtaak hebben als ze thuis komen. Dit is nog zwaarder voor eenoudergezinnen.

“Er zijn meer publieke middelen nodig voor openbare diensten en de non-profitsector. Dat is ook nodig om ervoor te zorgen dat er goede arbeidsvoorwaarden zijn en geen onzekere jobs die van dienstencheques afhangen. In die sectoren een staking organiseren, zou heel nuttig zijn. Een ‘staking van huishoudelijke taken’ op 8 maart kan ongetwijfeld op de problematiek wijzen. De vraag is echter: willen we onze strijd beperken tot meer solidariteit binnen het gezin, tussen mannen en vrouwen (als het gezin er zo uitziet)? Of willen we solidariteit opbouwen op het niveau van de hele samenleving? Wij verdedigen de tweede optie. Een dergelijke strijd voeren heeft overigens automatisch ook een effect op het eigen leven.”

Wat vind je van de open brief van zes Franstalige vrouwelijke politici om van vrouwenrechten een maatschappelijke prioriteit te maken in alle partijen en op alle machtsniveaus?

“Céline Frémault (Brussels minister voor cdH), Valérie De Bue (Waals minister voor MR), Cécile Jodogne (Brussels staatssecretaris voor Défi), Marie-Christine Marghem (federaal minister voor MR),

Sophie Rohonyi (voorzitter van Défi Périphérie) en Opaline Meunier (gemeenteraadslid voor cdH) ondertekenden de open brief. Er valt niet veel van te verwachten.

“De regering MR-NVA verklaarde dat “de grootste aandacht voor gender in werkgelegenheid een hoeksteen van dit kabinet zal zijn.” Als vrouwelijke politici echt een vrouwvriendelijk beleid willen voeren, moeten ze vakbondseisen overnemen zoals een minimum uurloon van 14 euro, de 30-urige werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, de individualisering en verhoging van sociale uitkeringen boven de armoedegrens. Maar daar wordt in alle talen over gezwegen door die politici…”

Wat is het specifieke nut van de ROSA-campagne? Zijn er niet al genoeg feministische organisaties?

“De bewegingen voor vrouwenemancipatie groeien wereldwijd aan. Deze bewegingen verzetten zich tegen het seksisme dat overal in de samenleving aanwezig is. Maar waar komt seksisme vandaan? Hoe het te bestrijden? Hoe kunnen we verder gaan dan enkel het aanklagen ervan? Met welke methoden? De campagne ROSA wil aan dit debat deelnemen. Wij geloven niet dat de beweging versterkt kan worden door over meningsverschillen te zwijgen.

“Ons feminisme is een feminisme dat niet tegen mannen is, maar tegen het kapitalisme. Wij nemen actief deel aan de ontwikkeling van de beweging en benadrukken de noodzaak om deze strijd te koppelen aan de kracht van de arbeidersbeweging. Dat is de enige kracht die in staat is om de hele samenleving te blokkeren met haar stakingsmethoden, zo de economische macht van de kapitalisten aan te vechten en vervolgens de maatschappij te reorganiseren op een nieuwe basis: door een einde te maken aan grote aandeelhouders, uitbuiting en discriminatie. Ons feminisme is een socialistisch feminisme.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie