Groen klimaatplan durft niet in te gaan tegen grootkapitaal

Groen-campagne in Gent. (foto: Jean-Marie)

Groen heeft de wind in de zeilen. De afkeer tegenover de gevestigde partijen en de grote aandacht voor de dringende klimaatproblematiek kunnen de partij op 26 mei een uitstekend resultaat opleveren. Het perspectief van regeringsdeelname wenkt, wie weet zelfs onder een groene premier (Calvo?) als Groen en Ecolo samen de grootste politieke familie van het land worden. Gezien de dringendheid rond klimaat is het dan ook interessant om te kijken wat Groen juist voorstelt inzake klimaatmaatregelen.

Afgelopen week kwam de partij met een klimaatplan met zes routepaden en tientallen maatregelen om de klimaatambities in 2030 te halen. Groen benadrukt dat de maatregelen sociaal zijn en zorgen voor meer investeringen in energie, huisvesting, mobiliteit, … waarbij er ook 80.000 nieuwe jobs bijkomen. De voornaamste kritiek tot hiertoe was steeds dat Groen voor onbetaalbare maatregelen pleit. Daar wil de partij nu op antwoorden met een berekend plan.

Heel wat maatregelen in het plan zijn uitstekend: drastische verhoging van publieke investeringen in openbaar vervoer bijvoorbeeld. Zo wil Groen het budget van De Lijn met 434 miljoen per jaar en dat van NMBS en Infrabel met 790 miljoen per jaar optrekken. Ook het fietsbudget wordt met 400 miljoen opgetrokken. Eindelijk verregaande investeringen in openbaar vervoer! De vraag komt natuurlijk hoe dit aspect zou betaald worden. Dan komen we al gauw tot “een groene tax shift van vliegtuigen naar treinen” met een extra kerosinetaks. Wie met het vliegtuig op vakantie gaat, moet dus betalen.

Aan de belangen van de grote bedrijven durft Groen niet te raken. Dat blijkt onder meer uit de voorstellen rond de bedrijfswagens. Dat kost de gemeenschap jaarlijks 3,75 miljard euro, of meer dan wat uitgegeven wordt aan alle openbare vervoer in ons land samen. Aan de bedrijfswagens raken, is niet evident: voor werkenden is dit een vorm van loon. Bedrijven spelen daarop in en betalen op deze manier loon waarop geen sociale zekerheid berekend wordt. Een logisch alternatief zou zijn om loon effectief als loon uit te betalen, zodat er ook sociale rechten en pensioenrechten opgebouwd worden. Dat zou de werkgevers meer kosten, dus stelt Groen dit niet voor. In de plaats daarvan wordt gepleit voor een mobiliteitsbudget voor alle werkenden in de vorm van een hoger nettoloon. Kortom: het cadeau aan de werkgevers blijft.

Om een aantal noodzakelijke investeringen te financieren, voorziet Groen in de oprichting van een Klimaatbank waarbij onder meer spaargeld wordt gemobiliseerd in de vorm van groene obligaties. De rol van ‘nationale ontwikkelingsbank’ kan voor Groen door Belfius opgenomen worden. Verder wordt uitgekeken naar “alternatieve financiering voor grote projecten en programma’s via vormen van publiek-private samenwerking.” Het idee van een publieke ontwikkelingsbank komt wel meer terug ter linkerzijde, maar één publieke bank in een private bankensector stapt ofwel mee in de winstlogica ofwel komt die bank zelf in de problemen. Op de regels van de winstlogica rekenen om iets aan het klimaat te doen, is hopen dat hetzelfde doen als voorheen plots tot een ander resultaat leidt. Een drastische maatregel als het in publieke handen nemen van de volledige bankensector is noodzakelijk om voldoende middelen te kunnen vrijmaken.

Een grotere rol voor de publieke sector – dus voor de gemeenschap – is niet wat het klimaatplan van Groen beoogt. Een versnelde overgang naar duurzame energie is inderdaad nodig en het klimaatplan brengt interessante pistes hiervoor. Maar telkens weer wordt het initiatief voor het uiteindelijke doorvoeren ervan overgelaten aan dezelfde energiebedrijven die ons tot de huidige situatie gebracht hebben. Er wordt meer nadruk gelegd op mogelijkheden om met gezinnen te investeren in wind- en zonne-energie, maar wie houdt de touwtjes van die investeringen in handen? Electrabel? Of nemen we energie in publieke handen zonder schadeloosstelling (Suez heeft genoeg winsten gehaald uit onze energiesector)?

Rond huisvesting wil Groen middelen vrijmaken voor renovatie. De nadruk ligt ook hier op de private markt die subsidies en kredieten krijgt om te renoveren. Rond sociale huisvesting stelt de partij enkel voor om de bestaande huisvesting te renoveren en daarvoor 200 miljoen euro per jaar uit te trekken. Over nieuwe sociale duurzame huisvesting wordt niets voorgesteld. De markt zal het wel oplossen?

De concrete maatregelen in het groene plan dreigen de gewone werkenden te treffen: vliegtaks, CO2-taks en extra belastingen op benzine, kilometerheffing, … Daarmee wordt de meerderheid van de bevolking aangepakt, terwijl het overgrote deel van de uitstoot veroorzaakt wordt door grote multinationals. Groen durft die niet aan te pakken, maar schrijft zich in de logica van het kapitalisme in. Laat het net dat systeem zijn dat ons op dit rampzalig punt inzake klimaatverandering gebracht heeft.



30 & 31 maart. SOCIALISME 2019: van ongenoegen tot verzet

Hier vind je het programma en praktische info

Zaterdag 16 – 18u : Commissie : Strategie en programma om onze planeet van het kapitalisme te redden

Zondag 10u30 – 12u30: Klimaatmeeting: ‘Socialist change not climate change’. Met Mai (Actief Linkse Scholiere uit Gent), Nicolas Croes (Uitvoerend Bureau LSP) en Mirre (spoorsyndicaliste)

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie