Milieu: geen illusies in China

De voorbije jaren werd China door het internationale kapitalisme, maar soms ook door de linkerzijde, naar voren geschoven als het goede voorbeeld. Dat was voornamelijk gebaseerd op cijfers van de overheid die aantonen dat China de grootste investeerder was in groene alternatieven zoals windturbines. China zou het enige land zijn dat de akkoorden van Parijs respecteert. Er wordt uiteraard niet bij verteld dat China eveneens grote investeringen deed in nieuwe steenkoolcentrales. Het doet de klimaatbeweging of de Chinese bevolking die met dagenlange smogwolken over de steden geconfronteerd wordt geen recht aan om dit land als voorbeeld te nemen. In de artikelen van Chinaworker.info wordt een beeld gegeven van het milieubeleid in China en hoe ook daar het kapitalisme geen oplossing brengt. Deze teksten zijn opgenomen in ons boek ‘Socialisme of ecologische catastrofe’.


Het milieubeleid van het Chinese regime is gedoemd te mislukken

Artikel van Chinaworker.info (18 december 2017)

Het woord ‘milieu’ kwam 89 keer voor in het rapport van Xi Jinping tijdens het 19e congres van de CCP (Chinese Communistische Partij). Dit was zelfs meer dan de term ‘economie’. President Xi Jinping heeft vanuit de centrale overheid onderzoeksteams naar de provincies gestuurd om de vorderingen op het gebied van milieureglementering te controleren. Rapporten geven aan dat meer dan 12.000 ambtenaren en 18.000 bedrijven werden vervolgd voor inbreuken.

De media beweren dat dit China’s grootste campagne voor milieubescherming in de geschiedenis is. Xi lijkt een fervent voorvechter van het milieu, maar in feite wordt hij tot actie gedwongen door de protesten van de gewone bevolking tegen vervuiling. Ook het enorme economische verlies als gevolg van de vernietiging van het milieu neemt toe en dwingt hem tot actie. Tegelijkertijd zorgen de economische druk en de onofficiële boycot door de lokale overheden ervoor dat het beleid van Xi geen substantiële resultaten zal opleveren.

In oktober publiceerde het medische tijdschrift The Lancet een studie waarin werd gemeld dat in 2015 meer dan 1,8 miljoen Chinezen werden gedood door vervuiling, goed voor een vijfde van alle sterfgevallen in China. Uit een eerder rapport van de Nanjing Universiteit blijkt dat in de 74 belangrijkste steden in China een derde van de sterfgevallen kan worden toegeschreven aan PM2,5-verontreiniging (fijnstof).

Bovendien hebben de dalende fijnstof-niveaus in de Parelrivierdelta en sommige andere regio’s geleid tot een nieuw probleem: een snelle toename van ozon in de bodem. Ozon wordt geproduceerd door andere verontreinigende stoffen die aan zonlicht worden blootgesteld. Het wordt in verband gebracht met beroertes en hartaandoeningen en heeft geleid tot meer dan 36.000 vroegtijdige sterfgevallen in China in de afgelopen drie jaar. Het beleid dat de Chinese dictatuur voert, namelijk dat van “eerst de economie,” heeft geleid tot grootschalige vervuiling en heeft ervoor gezorgd dat het CCP-regime “het ene ding in de gaten houdt en het andere uit het oog verliest.”

Toenemende en ernstige vervuiling hebben samen met de stijgende publieke bezorgdheid over de gevolgen voor de gezondheid geleid tot massale protesten tegen vervuiling in het hele land. In november gingen de massa’s in Zhaoqing, Guangdong, de straat op om te protesteren tegen een derde poging van de lokale overheid om een verbrandingsinstallatie te bouwen. Het project werd in het verleden al twee keer opgeschort vanwege publiek protest.

Het onvermogen om de vervuilingsproblemen op te lossen, heeft het gezag van het CCP-regime aangetast. De regering is genoodzaakt te reageren, maar de campagne tegen de vervuiling zal de reeds kwetsbare economie nog meer onder druk zetten. Het is dus onwaarschijnlijk dat Xi er alles aan zal doen om zijn “milieubeleid” tegen elke prijs na te streven.

In de eerste helft van 2016 heeft de regering de milieuregelgeving verder versoepeld om de zwakke economie te stimuleren. Dit heeft geleid tot de heropleving van een aantal sterk vervuilende industrieën, zoals de staalindustrie. Daardoor is het probleem van de luchtvervuiling alleen maar erger geworden.

Een uitgestrekte smogwolk van 1,88 miljoen vierkante kilometer overtrok meer dan 90 steden in december van dat jaar. In de eerste drie kwartalen van 2017 is het fijnstof in de regio Beijing-Tianjin-Hebei met 10 procent gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. De effecten zijn over de hele wereld merkbaar – de uitstoot van broeikasgassen is in 2017 sterk toegenomen na twee vlakke jaren, als gevolg van de opleving van de zware industrie in China. Société Générale schat dat de milieubeschermingsmaatregelen China 0,25 procent van het jaarlijkse BBP zullen kosten en dat, wanneer zich nieuwe risico’s van economische vertraging voordoen, Xi de controle op vervuiling waarschijnlijk weer zal versoepelen.

Bureaucratische maatregelen die tot chaos leiden

Tegelijkertijd stuit Xi Jinping ook op weerstand van de lokale overheden, zoals blijkt uit het feit dat hij gedwongen is om onderzoeksteams naar het lokale niveau te sturen. Deze directe interventie van de centrale overheid heeft echter tot chaos geleid. Veel ambtenaren proberen straffen te ontlopen door alle fabrieken te sluiten voor de komst van de onderzoeksteams (of de fabrieken nu voldoen aan de officiële milieunormen of niet). Dit heeft het ministerie van Milieubescherming gedwongen om in te grijpen en een einde te maken aan een dergelijke overreactie.

Om het ernstige probleem van de wintersmog op te lossen, heeft de regering het verbranden van steenkool in Beijing en omgeving verboden. Toch werd het beleid overhaast uitgevoerd. Veel regio’s hebben geen stabiele aardgasvoorziening, waardoor minstens tienduizenden gezinnen geen verwarming hadden tijdens de strenge winter.

De strijd tegen vervuiling vereist massale campagnes voor democratische controle van de werknemers op een milieuvriendelijke productie op socialistische basis. De pogingen van Xi om de milieucrisis op te lossen met een mengeling van bureaucratische en marktgerichte maatregelen zullen op lange termijn geen wezenlijke resultaten opleveren en zullen zeker leiden tot verdere massale woede.

Leentjebuur spelen

In juni 207 kondigde de Amerikaanse president Donald Trump aan dat de VS zich terugtrekt uit het Akkoord van Parijs. De wereldpers prees China als de nieuwe internationale leider in de strijd tegen klimaatverandering. Toch is het Chinese regime een van de grootste obstakels voor de bestrijding van klimaatverandering. Sinds de start van het “Belt and Road”-project heeft China over de hele wereld grote hoeveelheden kolencentrales gebouwd en heeft het ook Japan overtroffen als de grootste exporteur van apparatuur voor de steenkoolindustrie. Een van China’s grootste producenten van elektrische apparatuur, Shanghai Electric, heeft plannen aangekondigd om elektriciteitscentrales van 6.285 MW te bouwen in Egypte, Pakistan en Iran. Dat is gelijk aan tien keer zoveel als de binnenlandse bouwplannen van China.

Het CCP-regime hoopt de overzeese markt te gebruiken om de druk van koolstofreductiemaatregelen op de eigen elektrische en steenkoolindustrieën te verlichten. Deze nieuwe energiecentrales betekenen dat de klimaatdoelstellingen zoals vastgelegd in Parijs een Mission Impossible zijn. De Wereldbank heeft China bekritiseerd omdat het armere landen met zwakkere milieuvoorschriften als toevluchtsoord voor vervuiling gebruikt. Tegelijkertijd heeft de Wereldbank echter ook de milieunormen gedereguleerd om te kunnen concurreren met China. Het is een race naar de bodem ten koste van het klimaat en de gezondheid van de gewone mensen.

Socialisten verzetten zich tegen de kapitalistische klasse die winst nastreeft ten koste van het milieu en de gezondheid van de massa’s. Wij zijn ook tegen imperialistische machten die hun vervuilingsprobleem naar andere landen exporteren.

De enige oplossing voor de wereldwijde klimaat- en vervuilingscrisis is een internationale arbeidersbeweging die zich verzet tegen het kapitalistische systeem dat winst vooropstelt. We moeten de banken en de grote ondernemingen nationaliseren en onder de democratische controle en het beheer van de werknemers plaatsen. We moeten schone productie onder democratische planning bevorderen en meer kapitaal en middelen investeren in de ontwikkeling van schone energie en groene technologie.

 


Is China de “oorlog tegen de vervuiling” aan het winnen?

Artikel van Chinaworker.info (21 mei 2018)

2017 kende de zwakste jaarlijkse verbetering van de luchtkwaliteit sinds Beijing de “oorlog tegen vervuiling” begon.

Op het Nationaal Volkscongres (NPC) in maart werd het nieuwe Ministerie van Ecologie en Milieu (MEE) voorgesteld als onderdeel van een grote reorganisatie van de regering. Het ontstaan van dit super-ministerie staat symbool voor het opvoeren van de ‘oorlog tegen vervuiling’ die Beijing vier jaar geleden lanceerde. Dat is tenminste de boodschap die de dictatuur van de CCP (de zogenaamde communistische partij) wil overbrengen.

Het regime van president Xi Jinping heeft “drie cruciale gevechten” vastgesteld, die het tegen 2020 wil winnen. Tegen vervuiling, financiële risico’s en armoede. Voor Xi, die de dictatuur van de CCP probeert overeind te houden door ongekende centralisatie van de macht en persoonlijke dictatuur, is dit een drie-eenheid van gevaren die tot massale onrust kan leiden en een bedreiging kan vormen voor de greep van het regime op de macht. Dat zijn regime zich slechts drie jaar de tijd geeft om de “drie cruciale gevaren” met succes te overwinnen, onderstreept hoe dicht China bij een groot conflict kan staan.

China is een ecologisch rampgebied geworden, waarbij volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) jaarlijks meer dan een miljoen mensen sterven door luchtvervuiling. Uit overheidsrapporten blijkt dat meer dan 80 procent van het grondwater in China – gebruikt door boerderijen, huishoudens op het platteland en fabrieken – niet geschikt is om te drinken, terwijl 19,4 procent van de landbouwgrond in China vervuild is door chemische stoffen en metalen. Dit komt neer op 250.000 vierkante kilometer verontreinigde grond, wat overeenkomt met alle landbouwgrond in Mexico.

Dit alles is het resultaat van tientallen jaren van wilde, ongeplande en ongecontroleerde industrialisatie, waarbij de milieuwetgeving grotendeels werd genegeerd. De verontreiniging van de lucht, het water, de bodem en de voedselketen is geen onvermijdelijk bijproduct van economische modernisering, zoals sommigen beweren. Het wordt alleen maar onvermijdelijk als de economische ontwikkeling zelf verziekt is door het kapitalisme en zijn winstoogmerk, in plaats van door een geplande aanpak die onderworpen is aan democratische controle en beheer door de arbeidersklasse.

Overdracht van bevoegdheden

Het nieuwe ministerie van Milieu krijgt een aantal bevoegdheden die voorheen in handen waren van de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervorming, het ministerie van Watervoorraden en het ministerie van Landbouw. Op die manier krijgt het nieuwe ministerie, naast de bevoegdheden die voorheen in handen waren van het ministerie van Milieubescherming, ook controle over het beleid inzake klimaat, water en landbouwverontreiniging.

De achterliggende gedachte is dat de Chinese toezichthouders altijd een gebrek aan echte macht hadden. Maar daar was een reden voor. Machtige economische sectoren zoals energie, mijnbouw en transport, en regionale elites die hun economische macht willen laten groeien, verzetten zich tegen een sterker milieuagentschap om de kosten te drukken en de winst op te drijven. De herhaalde pogingen van de centrale overheid om het milieubeleid te versterken, aangewakkerd door haar angst voor politieke opstand, maken dus deel uit van Xi Jinping’s voortdurende machtsstrijd tegen rivaliserende gevestigde belangen.

De CCP heeft enorm veel politiek en financieel kapitaal geïnvesteerd in de strijd tegen vervuiling (1 biljoen yuan alleen al om bodemvervuiling te bestrijden). Maar het valt nog te bezien of het nieuwe super-ministerie het hoofd zal kunnen bieden aan de taak. De regeringsgezinde South China Morning Post, een Hongkongse krant, citeerde een anonieme voormalige hoge ambtenaar van het ministerie van Milieu, die zich sceptisch uitsprak over het feit dat dit “genoeg” zou zijn.

De krant merkte ook op dat de ingrijpende reorganisatie van de overheidsdepartementen “tekortschiet in de oprichting van een almachtig energieministerie om toezicht te houden op de enorme steenkool-, olie- en energiesectoren van het land. Er was nochtans hevige speculatie dat zoiets er zou komen.” Zoals in andere landen is de fossiele brandstoffensector van China een bastion van machtige belangen die koortsachtig vechten tegen de publieke druk voor een klimaat- en anti-vervuilingsbeleid dat hun hun winsten zou aantasten.

Een ambigu rapport

De recente verbeteringen van de luchtkwaliteit in Beijing en andere noordelijke steden in de winter zijn door de CCP tentoongesteld als teken dat haar beleid werkt. Als dit klopt, zou dit voor tientallen miljoenen mensen een enorme verandering in levenskwaliteit betekenen. Helaas is de realiteit niet zo bemoedigend.

Sinds december behoort Beijing tot de top tien qua luchtkwaliteit in Chinese steden – het staat op de negende plaats. Uit een analyse van Greenpeace blijkt dat het gemiddelde PM2,5-gehalte – gevaarlijke kleine stofdeeltjes in de atmosfeer (fijnstof) – in Beijing, Tianjin en 26 omliggende steden in de laatste drie maanden van 2017 met 33,1 procent is gedaald. Desondanks waren de gemiddelde dagelijkse niveaus van PM2,5 nog steeds meer dan het dubbele van het “onveilige” niveau van de WHO (25 microgram per kubieke meter).

Het CCP-regime klopt zich op de borst en claimt een grote overwinning voor zijn beleid, dat onder andere bestaat uit meer inspecties en straffen voor inbreuken, het instellen van kolenvrije zones, het verplaatsen van enkele zware industrieën uit de omgeving van Beijing, en het beperken van het autogebruik.

Maar de studie van Greenpeace wijst er ook op dat de verbetering tijdens de winter mede te danken was aan “uitzonderlijk gunstig weer”, met koude fronten uit Siberië, waardoor de wind en de regen de vervuiling op grondniveau afbreken. Volgens Greenpeace was het weer verantwoordelijk voor het verlagen van de gemiddelde PM2,5-niveaus in Beijing met ongeveer 20 procent in november en 40 procent in december.

Feitelijk was er in 2017 niet zozeer sprake van een klinkend succes maar veeleer van de zwakste verbetering van de luchtkwaliteit sinds het begin van de “oorlog tegen vervuiling” van de CCP. De gemiddelde PM 2,5-niveaus daalden met slechts 4,5 procent in het hele land, ondanks de enorme uitgaven en de verplaatsing van de industriële productie. Bovendien zijn de gemiddelde PM2,5-niveaus in feite gestegen in delen van Oost- en Zuid-China, waaronder de Parelrivierdelta. Het weer speelde hier ook een rol in, maar het weerspiegelt ook de beweging van vervuilende zware industriële productie naar het oosten en zuiden na het harde optreden van het regime in het noorden.

De dictatoriale kapitalistische heerschappij leidt tot een ecologisch Armageddon. De enige oplossing is om de collectieve creatieve kracht van het de werkende klasse te ontketenen door de economische en politieke ontwikkeling onder controle van de arbeidersklasse te brengen, het kapitalisme en de oncontroleerbare bureaucratie te elimineren en zo de samenleving om te vormen tot een ecologisch duurzame socialistische maatschappij.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie