Rechtse regering in Italië: van ‘volksbegroting’ tot uitvoeren EU-dictaten

Italiaans parlementsgebouw. Foto: Wikimedia

De confrontatie tussen de Italiaanse regering van Salvini (Lega) en Di Maio (Vijfsterrenbeweging) aan de ene kant en de Europese Commissie aan de andere, domineerde de Italiaanse politiek de voorbije maanden. De ontwerpbegroting van de Italiaanse regering werd aanvankelijk verworpen door de Europese technocraten. Europees Commissaris Pierre Moscovici vroeg de regering om een nieuw voorstel op te maken om sancties te vermijden.

Als antwoord daarop kwam de regering enerzijds met strijdbare verklaringen vol verzet tegen de Europese structuren. Maar anderzijds werd de begroting wel herschreven op maat van de eisen van de Europese Commissie. Dit was een bocht van 180 graden. De EU had zelf toegevingen gedaan op de eigen ‘regels’ rond het begrotingstekort. De EU wilde de besparingen niet te zwaar doordrijven uit angst voor een explosieve situatie. De Italiaanse regering toonde zowel aan de EU als de eigen bevolking dat de neoliberale eisen uit Brussel strikt opgevolgd worden en dat de dictaten van de eerder zo sterk afgebrande Commissie gewoon uitgevoerd worden.

Artikel door Resistenze Internazionali, onze Italiaanse zusterorganisatie

Net als op andere vlakken van het leven, is het ook politiek goed om mensen en organisaties te beoordelen op wat ze doen en niet op wat ze zeggen. We moeten naar de daden kijken en ons niet beperken tot de woorden waarmee die ingepakt worden.

De begroting 2019 is een uitstekende gelegenheid om concreet aan te tonen waar de prioriteiten en concrete plannen van de regering liggen op economisch vlak. Na maanden van propaganda en slogans als: ‘We zullen armoede afschaffen’, na alle bombastische verklaringen en mediacampagnes, kunnen de Italianen de regering nu beoordelen op basis van concrete en belangrijke beslissingen in de begroting.

Het recent gestemde voorstel is een tweede versie van een tekst die eerder verworpen werd door zowel het parlement als de technocraten van de Europese Commissie. Ondanks de strijdbare reacties van ministers en partijleiders tegen Brussel en de EU, is het nu voor iedereen duidelijk dat de regering toegeeft aan de economische dictaten van de EU. Er werden belangrijke veranderingen aangebracht in wat de belangrijkste wet van het jaar is. Aanvankelijk werd uitgegaan van een begrotingstekort van 2,4%. Na tussenkomst van Brussel is dat teruggebracht tot 2,04%. Het verschil kan klein lijken, maar het betekent dat er miljarden moeten gezocht worden in de welvaartstaat. Concreet gaat het om 7,5 miljard besparingen.

De twee meest gepromote maatregelen van deze regering – een burgerinkomen en een hervorming van de pensioenen – zijn niet in deze wet opgenomen. Daarover zullen er andere wetten komen. De begroting moet natuurlijk wel voorzien in de financiering ervan. Er is 7,1 miljard euro voorzien voor het burgerinkomen, wat veel minder is dan de 9 miljard die aanvankelijk werden vooropgesteld. De pensioenhervorming is teruggebracht van een kost van 6,7 miljard tot 3,9 miljard euro.

De pensioenhervorming zal vooral gevolgen hebben voor enkele tienduizenden gepensioneerden die voornamelijk voor bedrijven uit het noorden van het land werken en voor hun 67ste op pensioen kunnen na 38 jaar te hebben bijgedragen. Voor alle anderen blijft de vorige pensioenhervorming – met verhoging van de leeftijd tot 67 jaar – gewoon van kracht.

Het burgerinkomen – eigenlijk een vorm van werkloosheidsuitkering – zal enkel betaald worden op voorwaarde dat opleidingen gevolgd worden en de werkloze gelijk welke job aanvaardt. Wie mede-eigenaar van een huis is of een bankrekening met 5.000 euro heeft, kan uitgesloten worden van dit inkomen. Het burgerinkomen zal bovendien slechts gedurende 18 maanden betaald worden.

Om de technocraten in Brussel gunstig te stemmen, voegde de Italiaanse regering een amendement toe met zogenaamde garantieclausules. Daarin wordt beloofd dat indien de uitgaven ‘ontsporen’ in 2020, de regering de BTW zal optrekken tot 26,5%. Daarnaast bevriest de regering 2 miljard euro voor publieke diensten indien de economische situatie slechter wordt.

Besparingen, besparingen, besparingen

Er ligt een besparingsbegroting voor: besparingen in sociale uitgaven, openbare diensten, infrastructuur. Hiermee wil de regering de publieke uitgaven met 4 miljard euro terugdringen, wat oploopt tot 6 miljard in 2021. Daarnaast wordt 1 miljard euro gehaald bij de middelen voor de ministeries. De spoorwegen, die een slechte dienst aanbieden en kampen met ongelijke concurrentie door private groepen als Italo, verliezen nogmaals 600 miljoen euro. Het Fonds voor Ontwikkeling en Sociale Cohesie, dat economische activiteiten in het zuiden van het land financiert, levert 800 miljoen euro in. Er is een totale aanwervingsstop in de publieke administratie en universiteiten tot 1 december 2019.

Als dit nog niet volstaat om de begroting asociaal te noemen, kan nog gewezen worden op de invoering van de zogenaamde ‘Fiscale vrede.’ Achter deze dubbelzinnige naam schuilt een amnestie voor grote belastingontduikers. De vorige regering voerde ook al een rondje fiscale amnestie door. Daarnaast wordt een maatregel van de technocratische regering-Monti opnieuw ingevoerd: pensioenen hoger dan 1.530 euro per maand worden niet meer geïndexeerd.

De begroting voorziet wel middelen voor openlijk racistische maatregelen zoals de invoering van een taks van 1,5% op elke geldtransfer naar niet-Europese landen. Dit is geen maatregel om kapitaalvlucht te stoppen, maar om arme werkenden uit pakweg Oekraïne of de Filipijnen te belasten op de 100 euro die ze naar hun families sturen. De begroting voorziet bovendien in een besparing van 400 miljoen euro op de middelen voor de integratie van migranten.

Het slechte nieuws voor de armen gaat gepaard met goed nieuws voor de rijken. De begroting voorziet in belastingvrijstellingen voor zonwering in private zwembadbedrijven en een verlenging van de concessies van private uitbaters voor nogmaals 15 jaar. Er is een heuse privatiseringsgolf gepland: in 2019 alleen zal voor 18 miljard euro aan staatseigendom verkocht worden.

Wat brengt 2019?

De regering van Salvini en Di Maio buigt voor de Europese Commissie. De dictaten werden niet bestreden omdat zowel de regering als de EU in essentie akkoord gaan over een neoliberaal beleid. De tragedie is dat het falen van de linkerzijde en de afwachtende opstelling van de vakbondsleiders ertoe leidt dat veel werkenden en gepensioneerden deze asociale regering steunen.

Daar kan snel verandering in komen. Dit jaar kan er een nieuwe golf van strijd en sociaal verzet komen. Zoals met de ‘gele hesjes’ in Frankrijk het geval is, zal deze strijd waarschijnlijk nieuwe vormen aannemen. De strijd vindt immers geen uitdrukking in traditionele partijen en zelfs niet in de vakbonden. Antikapitalistische en revolutionaire krachten moeten zich voorbereiden op de situatie waarin het vertrouwen in de regering wegzakt en de sociale woede tot uitbarsten komt.

Het wantrouwen en de woede zullen een einde maken aan de schijnbare sociale vrede. In deze situatie tussenkomen met een antikapitalistisch programma van maatschappijverandering is onze uitdaging de komende maanden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie