Michel is weg – hoe vermijden we dat zijn besparingsbeleid terugkomt?

Bij het begin van de regering-Michel was er meteen protest. “Geen Thatcher in België” was toen onze slogan.

Na een doodsstrijd van een kleine maand is de regering-Michel dood. Een poging tot doorstart met een minderheidskabinet is de mist ingegaan (wat tot de surrealistische vraag leidt of de regering-Michel II eigenlijk ooit wel echt bestaan heeft). De wrijvingen met N-VA zijn verder op de spits gedreven waardoor samenwerking in het parlement onmogelijk werd. De poging tot opening naar de linkse oppositie kwam te laat en was te vaag om het vel van de premier te redden. De poging werd bovendien ook vanuit de regering meteen afgeblokt door Gwendolyn Rutten. Michel kon enkel nog naar de koning gaan om ontslag in te dienen. Dat ontslag is in beraad, wellicht worden vervroegde verkiezingen op die manier vermeden en krijgen we een regering in lopende zaken tot aan de verkiezingen van mei.

Michel I moest herschikt worden door het ontslag van de N-VA-ministers na een discussie rond asiel en identiteit. Michel II kon geen doorstart maken omdat N-VA de goedkeuring van de begroting en het zomerakkoord koppelde aan een staatshervorming onder een volgende regering. Volgens N-VA was dit overeengekomen in geheime akkoorden bij het begin van de legislatuur – akkoorden waarvan N-VA in 2014 uitdrukkelijk het bestaan ontkende en die bij het uitlekken ervan zeker de MR nog meer schade kunnen berokkenen. Het geeft aan wat we de komende maanden van N-VA kunnen verwachten: een steeds grotere nadruk op asiel en identiteit vanuit een benadering die steeds meer racistische elementen in zich draagt, en daarnaast een communautaire campagne.

Voor N-VA is zeker die nadruk op identiteit noodzakelijk. Alle regeringspartijen verloren in de lokale verkiezingen van oktober. Het asociale beleid rond pensioenen, koopkracht, werkbaar werk, openbare diensten, …is bijzonder onpopulair. N-VA wilde de begroting enkel goedkeuren indien er geen maatregelen genomen werden, rond milieu of koopkracht, die geld zouden kosten. Daarmee positioneert de partij zich regelrecht tegenover de 100.000 klimaatbetogers van 2 december, de tienduizenden werkenden die op 14 december in actie kwamen en al wie met sympathie naar de gele hesjesbeweging in Frankrijk kijkt. Als sociale kwesties de campagne domineren, kan N-VA niet winnen. Het heeft asiel en identiteit nodig om de meubelen na vier jaar van Thatcheriaans bewind te redden. Dat is overigens niet nieuw: de Britse premier Thatcher gebruikte in haar eerste ambtstermijn begin jaren 1980  de Falklandsoorlog als bliksemafleider. Thatcher kwam daar overigens mee weg, won de verkiezingen van 1983 en voerde het neoliberaal offensief verder op.

Voor vakbondsmilitanten is de kwestie van racisme soms erg frustrerend: de dagelijkse propaganda heeft een impact op collega’s. We moeten duidelijk maken dat niet de vluchtelingen onze levensstandaard ondermijnen, maar de inhaligheid van de superrijken die met hun neoliberale politici over bereidwillige en vastberaden marionetten beschikken. Het door rechts vaak aangehaalde Hongaarse voorbeeld maakt dit duidelijk: er worden geen vluchtelingen binnengehaald en er zijn amper migranten, maar toch wordt de levensstandaard van de werkenden ondermijnd met een ‘slavenwet’ die tot 400 overuren per jaar mogelijk maakt (eigenlijk de herinvoering van de zesdaagse werkweek in plaats van vijf dagen!) terwijl het loon pas drie jaar later moet betaald worden.  De kaart van racisme – want dat is uiteindelijk waar de campagne rond asiel en identiteit op neerkomt – is voor N-VA noodzakelijk omwille van het breed gedragen ongenoegen rond sociale thema’s. Racisme biedt echter geen antwoord op sociale tekorten.

De rechtse regering kwam steeds in de problemen als sociale thema’s een prominente plaats in het publiek debat innamen. Met de acties tegen Michel 1 eind 2014 wankelde de regering. Het ongenoegen rond de asociale pensioenmaatregelen met onder meer een grote betoging in mei en een syndicale actiedag op 2 oktober, speelde mee in het verlies van de regeringspartijen op 14 oktober. De arbeidersbeweging mag het publieke debat de komende maanden niet aan rechts en populistisch rechts overlaten. We moeten zelf onze eisen op tafel leggen en er actie rond voeren. De collectieve loononderhandelingen (IPA) die in januari starten, kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Na jaren van loonmatiging en dalende koopkracht moet er een substantiële loonsverhoging komen en moeten de minimumlonen naar 14 euro per uur. De val van de regering mag voor de vakbondsleiders geen excuus zijn om ervan uit te gaan dat er geen IPA mogelijk is, om geen ernstige looneisen te stellen of om een afwachtende passieve houding in te nemen in afwachting van de verkiezingen.

De afgelopen maanden was er een toenemende actiebereidheid. De twee syndicale actiedagen (2 oktober en 14 december) overtroffen telkens de verwachtingen, de klimaatbetoging van 2 december was historisch groot, er waren verschillende stakingen in bedrijven (Aviapartner, Bpost, …) die naadloos aansluiten bij de roep naar respect en waardigheid die ook de drijvende kracht van de gele hesjesbeweging zijn. Dit protest zal niet verdwijnen. Zo is er op 27 januari een volgende klimaatmars gepland.

De aanwezigheid van PVDA’ers Hedebouw en Van Hees in het parlement zorgt ervoor dat ook daar uitdrukking wordt gegeven aan wat leeft onder werkenden en op straat. Toch is er een zekere terughoudendheid tegenover de PVDA. Een campagne die openstaat voor al wie actief is rond klimaat, koopkracht of pensioenen en die zoveel mogelijk krachten bijeenbrengt die zich verzetten tegen de regering-Michel en heel het besparingsbeleid, zou een stap vooruit zijn en zou het mogelijke resultaat maximaliseren (wat zeker in Vlaanderen een uitdaging is die we ernstig moeten nemen). LSP wil daar een rol in spelen op basis van ons programma van maatschappijverandering.

Het kapitalisme vindt geen uitweg uit de crisis, de maatregelen naar aanleiding van de vorige recessie zijn amper afgebouwd of er dreigt al een nieuwe recessie. Om de winsten van een kleine toplaag veilig te stellen, wordt onze levensstandaard afgebouwd. De vorige recessie heeft de autoriteit van alle gevestigde instanties verder ondermijnd, wat ook tot politieke instabiliteit leidt. Dit systeem laat zich niet temmen of reguleren, het gaat steeds verder in de aanval op onze lonen en arbeidsvoorwaarden en het bedreigt zelfs de toekomst van onze planeet. We moeten het vervangen door een socialistische samenleving waarin de beschikbare middelen en rijkdommen ingezet worden in het belang van de volledige bevolking.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie