Na verlies in lokale verkiezingen zakt Michel 1 weg in doodsstrijd

Michel I: ‘Survival of the richest’. Foto: Jon

Op verkiezingsdag stelden alle regeringspartijen dat ze gewonnen hadden. De cijfers toonden iets anders: ze verloren allemaal en zouden op basis van dit resultaat geen meerderheid meer halen in de Kamer. De gevolgen van deze nederlaag blijven niet uit: de zenuwen bij de regeringspartijen staan gespannen met het oog op de parlementsverkiezingen van mei. De campagnes zijn gestart en de marge voor toegevingen is na 14 oktober wel heel klein geworden. N-VA moet rekening houden met een terugkerend Vlaams Belang, de andere regeringspartijen met een groene golf die inspeelt op klimaat, luchtvervuiling, maar ook een verzet tegen de onmenselijke retoriek ten aanzien van vluchtelingen.

Zoals wij meteen na 14 oktober benadrukten, is de regering-Michel verzwakt. Voor de verkiezingen schreven we dat de regering kan verslagen worden als sociale thema’s de agenda bepalen. Wij zijn niet de enigen die deze vaststelling maken: de regeringspartijen doen dit ook. Vandaar dat een val van de regering rond sociale thema’s niet op de agenda staat. Het moet gaan over asiel en identiteit voor N-VA en over een vaag ‘humanistisch’ verzet daartegen voor de andere partijen. Dat is de achtergrond van de huidige politieke crisis.

Waarover is de regering dus niet gevallen?

  • de rampzalige klimaatverandering die afgelopen zondag tienduizenden betogers op straat bracht, maar die gevolgd werd door een afwijzing van de Europese klimaatdoelen door de Belgische regering.
  • de verhoging van de pensioenleeftijd waardoor een gemiddelde werkmens langer moet werken dan hij/zij gemiddeld gezond leeft.
  • de weigering om de nodige middelen te voorzien om eindeloopbaanregelingen voor zware beroepen mogelijk te maken.
  • de stelselmatige verhoging van taksen en accijnzen op onder meer brandstof, waardoor een gewone werkende (zonder tankkaart) stilaan meer belastingen betaalt aan de pomp dan de grote oliebedrijven op hun miljardenwinsten.
  • De loonstop waardoor onze levenstandaard verder afbrokkelt en de oprukkende armoede door het regeringsbeleid.
  • het falen om ouderen een degelijke en betaalbare zorg aan te bieden in plaats van 3-euromaaltijden in onbetaalbare zorgcentra.
  • de dood van Mawda.
  • het tekort aan plaatsen in de kinderopvang, de scholen en eigenlijk zowat alle openbare diensten.
  • het protest van honderdduizenden vakbondsleden en sympathisanten die het werk neerlegden tegen het asociale beleid.

Waarover is de regering aan het vallen?

Het VN-akkoord over migratie is de directe aanleiding. Voor N-VA was er met dit verdrag aanvankelijk geen probleem: de partij steunde de démarche van premier Michel in New York om het verdrag te steunen, er werd actief meegewerkt aan de voorbereiding van het verdrag. Het werd een probleem omwille van twee ontwikkelingen: (1) tegenkanting door Orban vanuit Hongarije en vooral door de rechtse Oostenrijkse regering waardoor de symboolwaarde van het verdrag groter werd en (2) de lokale verkiezingen in eigen land op enkele maanden voor de parlementsverkiezingen waarbij N-VA wel wat stemmen verloor aan extreemrechts.

Niet meedoen met het verzet van onder meer de Oostenrijkse regering zou het beeld creëren dat Theo Francken op Twitter wel forse uitspraken doet, maar inzake beleid gewoon hetzelfde doet als zijn voorgangers. Het zou bovendien ruimte laten aan het Vlaams Belang dat ‘Marrakech’ voorstelt als een rode loper voor massale migratie naar België.

Langs de andere kant kreeg ook de MR klappen in de lokale verkiezingen en wil de partij niet gezien worden als een marionet van De Wever en de N-VA. De reputatie van premier Michel op het internationale toneel is een excuus, moest dit echt zo belangrijk zijn dan had België niet als enige land naast Tsjechië de Europese klimaatdoelen verworpen. Het gaat om de reputatie van Michel en zijn partij in eigen land. Vlak voor de parlementsverkiezingen – tot nader orde in mei gepland – plat op de buik gaan voor N-VA rond een kwestie als mensenrechten, zou de nederlaag van MR in mei groter maken.

De tegenstellingen werden verder uitvergroot in de media, onder meer door forse uitspraken van verschillende N-VA’ers. Bij N-VA wordt zwaar getild aan elke kritiek op de partij: het blijft een politieke formatie die zich vooral op de kleinburgerij baseert met bijhorende negatieve elementen van de kruideniersmentaliteit. N-VA stelt zich extreemrechts op. Filip Dewinter wees erop dat hij de online campagne die N-VA gisteren terug introk had kunnen maken: “Ik ben de auteur van deze campagne, ik – die het 70-puntenplan heb meegeschreven – zou de campagne kunnen geschreven hebben.” Op 14 oktober zei De Wever dat hij ‘de oorlog met links’ beu was. Vandaag lijkt die uitspraak helemaal verleden tijd.

Het resultaat is een patstelling waarbij de enige vraag is: wie zal de zwartepiet krijgen? MR, CD&V en Open Vld willen die naar N-VA doorschuiven: de partij die rond het VN-akkoord een bocht gemaakt heeft. N-VA wil hem naar de andere regeringspartijen doorschuiven met het argument dat zij de deur openzetten voor een onaanvaardbaar verdrag.

Wat staat eigenlijk in dat verdrag?

Zoals eerder opgemerkt: in dat verdrag zelf staat niets wereldschokkend. Er staat enkel in dat vluchtelingen kunnen genieten van reeds bestaande mensenrechten en dat alle landen rekening moeten houden met die mensenrechten (dus ook de landen van waaruit mensen vluchten). Er staat in dat de beoordeling van een asieldossier op basis van een eerlijk proces moet gebeuren. N-VA meent nu dat hieruit extra rechten kunnen geput worden door asielzoekers… Het gaat om basis mensenrechten, dezelfde mensenrechten die N-VA enkele jaren geleden nog ter ondertekening aan elke asielzoeker wilde voorleggen.

N-VA vreest dat het verdrag kan gebruikt worden tegen de opsluiting van kinderen – een praktijk die eerder veroordeeld werd door Europese rechtspraak zonder beroep te moeten doen op het VN-akkoord. N-VA heeft een probleem met het feit dat er sprake is van internationale samenwerking en vreest dat dit de nationale soevereiniteit ondermijnt. De partij heeft er ook een probleem mee dat “ordentelijk” migratie van wie zich “aan de regels houdt” als iets positief wordt voorgesteld, zelfs als een mogelijke bron van “welvaart en vernieuwing.”

In 2014 pleitte N-VA in het eigen kiesprogramma voor Europese samenwerking rond migratie en stelde de partij: “Voor de N-VA moet migratie een positief verhaal zijn. Maar dan moet de overheid een verstandig beleid voeren en eerlijke, duidelijke keuzes durven maken. Vreemdelingen hebben rechten, maar ze moeten ook op hun plichten worden gewezen. Uitgangspunt is dat wie aan de spelregels voldoet, welkom is.” Ordentelijke migratie voor wie aan de spelregels voldoet in het kader van een positief verhaal: het lijkt wel een samenvatting van het verdrag dat op de VN-top in Marrakech wordt voorgelegd.

Wat nu?

Momenteel zitten we in een fase die doet denken aan de sketch met de dode papegaai van Monty Python: er wordt op alle mogelijke manieren gezegd dat de regering dood is, maar niemand wil die dood effectief erkennen. N-VA kondigde aan dat een alternatieve meerderheid het einde van de regering betekent, de andere partijen gaan voor zo’n alternatieve meerderheid maar Michel dient niet het ontslag van de regering in.

De oproep van Ecolo/Groen om een alternatieve meerderheid te bieden zodat België rond migratie ‘aan de juiste kant van de geschiedenis’ staat – een oproep die meteen ook rond klimaat kan herhaald worden – positioneert de groenen verder als belangrijkste tegenstander van N-VA. Ook de impact van de klimaatkwestie daarbij kan niet onderschat worden: de historische klimaatmars van afgelopen zondag is in de gevestigde media misschien al oud nieuws, voor de 100.000 aanwezigen en vele tienduizenden anderen is dat niet het geval. De groene golf van 14 oktober kan zich bij de komende verkiezingen herhalen.

Als het einde van de regering is vastgesteld, blijft de vraag wat het gevolg zal zijn. Komt er een regering in lopende zaken, zonder N-VA en dus zonder meerderheid? Of een ‘nieuwe’ regering-Michel 2 mét N-VA om in lopende zaken tot aan de verkiezingen te regeren? Vervroegde verkiezingen lijken uitgesloten gelet op de verkiezingen voor de regionale parlementen en Europa in mei. Indien de regering op miraculeuze wijze overeind blijft – wat niet geheel uitgesloten is: kijk maar hoe Theresa May standgehouden heeft de afgelopen weken! – zal ze verzwakt zijn.

Wat betekent dit voor de arbeidersbeweging?

Dat is voor ons de belangrijkste vraag. Het brengt ons ook terug naar de elementen in de eerste vraag in dit artikel: onze eisen en bekommernissen rond klimaat, koopkracht, openbare diensten, zorg, onderwijs, … Voor de gemeenteraadsverkiezingen schreven we dat de regering verliest “als de sociale thema’s de agenda bepalen.” Dit zal niet automatisch gebeuren: de regering zal er eensgezind alles aan doen om de campagne niet over de sociale thema’s te laten gaan. Na de vele aanvallen op onze lonen, pensioenen, uitkeringen, openbare diensten en koopkracht is dat evident. We moeten met de arbeidersbeweging onze eigen eisen op de agenda zetten. Dat kan het beste met een offensief programma gekoppeld aan stoutmoedige acties met een zo breed mogelijke betrokkenheid. Zoals we in onze onmiddellijke reactie na de gemeenteraadsverkiezingen schreven: “Regering kan het moeilijk krijgen, maar sociaal verzet moet tandje hoger schakelen!

De arbeidersbeweging moet ook standpunt innemen rond migratie: tegen wat de gewone werkenden en onderdrukten verdeelt, tegen de door dit systeem gecreëerde en versterkte oorzaken waarom mensen vluchten (ellende, oorlog, neokoloniale plundering, …), voor een menswaardige opvang van de slachtoffers van dit systeem. Moesten alleen al de middelen die vandaag wereldwijd ingezet worden voor oorlogsvoering – een defensiebudget van 1739 miljard dollar op jaarbasis! – gebruikt worden om een einde te maken aan armoede en ellende, dan zou het vluchtelingenprobleem als sneeuw voor de zon smelten. Ook rond het punt van migratie faalt de rechterzijde en moet de arbeidersbeweging een eigen programma naar voor brengen.

Er is nood aan een linkerzijde die zich niet beperkt tot het vaststellen van het asociale beleid, maar die de strijd ertegen organiseert en richting geeft. Een linkerzijde op politiek en syndicaal vlak om al wie actief ingaat tegen het besparingsbeleid te verenigen in een offensieve strijd voor onze eisen: intrekking van aanvallen op pensioenen, verhoging minimumpensioen tot 1500 euro per maand, werkbaar werk door een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, substantiële loonsverhoging en optrekking van het minimumloon tot 14 euro per uur, massaal programma van publieke investeringen in infrastructuur (sociale huisvesting, wegen, gebouwen, …) en openbare diensten (waaronder zorg, onderwijs, openbaar vervoer, kinderopvang, …), een programma van groene transitie door onder meer de energiesector in publieke handen te nemen, … Een dergelijk programma botst op het kapitalistisch systeem waarin de winsten van enkele superrijken allesbepalend zijn. We moeten ons op die confrontatie voorbereiden door een socialistisch alternatief te populariseren: een samenleving gericht op de behoeften en noden van mens en planeet, niet de winsten van een handvol superrijken.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie