Geslaagde Socialisme-conferentie in Tel Aviv

Eind september organiseerde de Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, een geslaagde Socialisme-conferentie in Tel Aviv. Er waren meer dan 160 aanwezigen, zowel werkenden als jongeren, zowel vakbondsmilitanten als politieke activisten, zowel Israëlische Joden als Palestijnen en ook enkele internationale gasten.

Verslag door Shahar Benhorin, Socialistische Strijdbeweging

Deze conferentie vond plaats tegen de achtergrond van een langere periode van politieke reactie onder leiding van de agressieve rechtse regering van Netanyahu. Maar er zijn ook enkele belangrijke ontwikkelingen van verzet. Er zijn natuurlijk de aanhoudende protesten in Gaza, maar ook het recente Joodse en Arabische protest tegen de nieuwe nationaliteitswet en eerder protest waarmee de uitwijzing van Afrikaanse asielzoekers werd gestopt. Een jaar geleden waren er ook acties tegen de corruptie van de regering.

Het laatste half jaar werden meer dan 200 ongewapende Palestijnen door Israëlische scherpschutters doodgeschoten in Gaza. Er vielen 20.000 gewonden, waarvan velen voor het leven getekend zijn. Ondanks deze vreselijke militaire repressie – die vooral tot doel heeft om de ontwikkeling van een Palestijnse massabeweging te verhinderen – blijven tot 20.000 Palestijnen elke vrijdag protesteren aan de hekkens waarmee het Israëlische regime de Gazastrook afsluit.

Deze protestacties waren oorspronkelijk gepland als een campagne van zes weken in het kader van de ‘Grote Mars van de Terugkeer.’ Maar deze nooit geziene beweging tegen de brutale belegering van de twee miljoen inwoners van de sterk vernielde kuststrook Gaza en voor de rechten van de Palestijnen, houdt ondertussen al veel langer aan.

Tegelijk zorgt het gebrek aan ernstige toegevingen door het Israëlische regime en de medeplichtigheid van het Egyptische regime er samen met de extreme repressie voor dat er meer ruimte ontstaat voor wanhopige tactieken zoals brandstichtingen in naburige Israëlische velden. Dit wordt politiek gebruikt door de Israëlische regering voor oorlogszuchtige propaganda waarbij de publieke steun gemobiliseerd wordt voor repressie en een nieuwe barbaarse oorlog tegen Gaza.

Op Socialisme 2018 hadden we een live video gesprek met Issam Hammad, een links lid van het Hoog Nationaal Comité, de officiële leiding van de beweging op Gaza. Het was een uitzonderlijke en emotionele uitwisseling, alleen al omdat het gebeurde, maar ook omdat het politiek bijzonder leerrijk was en tot nadenken aanzette over de crisis in Gaza, de acties en een links en socialistisch perspectief voor echte antwoorden.

Er waren daarnaast ook discussies over de strijd tegen racisme en de nationaliteitenwet, tegen het regime-Netanyahu en voor een politiek alternatief.

Een leidinggevende Joodse activist van Ethiopische afkomst die actief is in de strijd tegen racisme, Avi Yalo, bracht een militante toespraak tegen de nationaliteitenwet en tegen de verdeel-en-heerspolitiek van de elite. Hij ging in op de moeilijke uitdaging om door de sterke anti-linkse propaganda te breken en om de verschillende losstaande sociale strijdbewegingen met elkaar te verbinden.

Op een plenaire sessie over de feministische beweging legde de Palestijnse activiste Samah Salaima uit hoe de nationale onderdrukking een extra complicatie betekent voor de bevrijdingsstrijd van Arabisch-Palestijnse vrouwen in Israël. Er is zelfs discriminatie bij de wijze waarop de politie reageert op klachten tegen gewelddadige mannen en er is een gebrek aan vervolging van mannen die verantwoordelijk zijn voor het doden van vrouwen. Een ander probleem is dat van mannelijke chauvinistische elementen die de politieke vertegenwoordiging van Arabische vrouwen hinderen, zeker in politieke coalities gebaseerd op ‘nationale eenheid’ zoals de ‘Gezamenlijke Lijst’ (zie hieronder) waarin ook reactionaire politici zitten die met hun Joodse tegenhangers op eenzelfde standpunt tegen vrouwenrechten staan, denk maar aan het recht op abortus.

Debatten over vakbondsstrijd

Verschillende syndicalisten – zowel van Histadrut (de belangrijkste federatie) als Macht aan de Arbeiders (een onafhankelijke democratische vakbondsfederatie die in 2007 is opgezet en waarin leden van de Socialistische Strijdbeweging betrokken zijn) – namen deel aan debatten op Socialisme 2018. Het ging daarbij niet alleen over belangrijke vragen over de strijd voor sterkere vakbonden en vakbondsdemocratie, maar ook over de nationale verdeeldheid en de nationaliteitenwet. De vakbond ‘Macht aan de Arbeiders’ heeft zich principieel uitgesproken tegen die wet.

Een vertegenwoordiger van de linkse organisatie van sociaal werkers, ‘Onze toekomst’, die in januari de leiding van de vakbond van sociale werkers in Israël overnam, sprak over de stappen die gezet zijn om de leiding verantwoording te laten afleggen en om de betrokkenheid van onderuit te versterken. Er worden stappen gezet naar een nieuwe strijd rond de lonen. De vertegenwoordiger van ‘Onze toekomst’ legde ook uit dat de nationale kwestie leidt tot discussies binnen de vakbond. Het is een uitdrukking van de reële spanningen en druk op de vakbonden dat ook deze linkse leiding besloot om zich niet expliciet uit te spreken tegen de nationaliteitenwet.

De vakbond werd onlangs terecht bekritiseerd door de Palestijnse Vakbond van Sociale Werkers en de Internationale Federatie van Sociale Werkers wegens het ontbreken van een principiële positie tegen de bezetting. De kwestie werd in de discussie gebracht door leden van de Socialistische Strijdbeweging. Een principieel standpunt tegen de bezetting, zelfs indien het enkel door de individuele linkse leiders van de vakbond gebeurt, blijft een enorme uitdaging en moet geduldig aangebracht worden in de komende periode.

Op Socialisme 2018 was er een leidinggevende vertegenwoordiger van het arbeiderscomité van de Internationale Bank. Hij is in de praktijk de stem van de linkerzijde binnen de oppositie van Histadrut tegen de pro-kapitalistische, anti-democratische en chauvinistische leiding van Histadrut. Hij haalde onder meer uit naar de Hadash fractie binnen Histadrut (het ‘Democratische Front voor Vrede en Gelijkheid’, een front van de Communistische Partij), die deel blijft van de leidinggevende coalitie binnen de vakbond die stelselmatig tegen linkse initiatieven stemt.

De leider van de Hadash-fractie, een Arabische Palestijn, sprak ook op Socialisme 2018, maar bracht geen overtuigende argumenten voor de deelname van zijn fractie aan de leidinggevende coalitie binnen Histadrut. Hij bracht wel interessante elementen over de strijd tegen de plaag van arbeidsongevallen op bouwwerven en de nood aan meer strijd tegen de nationaliteitenwet en tegen racisme.

Tal van andere syndicalisten spraken tijdens het weekend. Onder hen Naor Kapulnik van de Socialistische Strijdbeweging. Naor is lid van het werknemerscomité in het bedrijf Leumi Card, en ligt in conflict met de leiding van Histadrut rond antidemocratische maatregelen.

Een van de leiders van ‘Macht aan de Arbeiders’ wierp het idee op van een speciale conferentie van syndicalisten als forum om de discussie aan te gaan over de uitdagingen van vakbondsleden vandaag.

Een alternatief voor de komende verkiezingen

De discussie over de opbouw van een politiek alternatief op het regime van Netanyahu en de rechterzijde werd bijgewoond door een parlementslid, Dov Khenin van Hadash en de Gezamenlijke Lijst. De andere sprekers in deze discussie waren een leider van Hadash en de buitenparlementaire linkse kracht ‘Samen opkomen’, een leider van ‘Macht aan de Arbeiders’ en een spreker van de Socialistische Strijdbeweging.

Wij stelden dat er bij de komende parlementsverkiezingen volgend jaar best een initiatief komt voor een nieuwe Joods-Arabische electorale alliantie die bijdraagt aan de versterking van linkse referentiepunten en een effectiever verzet tegen de reactionaire chauvinistische, pro-kapitalistische en pro-imperialistische heersende propaganda.

We legden ook uit dat het opzetten van de ‘Gezamenlijke Lijst’ in 2015 – een politieke alliantie van partijen gebaseerd op de Arabisch-Palestijnse minderheid met zowel linkse als rechtse krachten – een fout was omdat het niet bijdraagt aan de opbouw van een duidelijke alternatieve linkse stem. We wezen op het voorbeeld van de op de Koerdische minderheid gebaseerde partij HDP in Turkije om het potentieel te tonen van een bredere linkse coalitie die moet rekening houden met het nationale conflict, ernstige repressie en een hoge kiesdrempel.

Khenin, een lid van het Politburo van de CP, was een van de tegenstanders tegen de beslissing om de Gezamenlijke Lijst op te zetten, maar hij kon zijn partij daar niet van overtuigen. Hij verwerpt nu het idee dat er ruimte is voor een breed links electoraal initiatief.

Uiteraard is deelname aan parlementsverkiezingen niet het begin of het einde van de strijd voor de opbouw van een verenigde politieke kracht van en voor de Joodse en Arabische werkenden en jongeren. Maar het electorale en parlementaire terrein kan een belangrijke rol spelen in de opbouw van een onafhankelijke politieke stem van de werkende klasse en lagen die er dicht bij staan in de samenleving. Het kan linkse, antikapitalistische en socialistische ideeën populariseren. De afwezigheid van een duidelijke linkse stem in de verkiezingen van 2015 was een factor in de tendens van demoralisatie onder bredere lagen die hoopten op een verkiezingsnederlaag voor Netanyahu.

Het vestigen van de activistische linkse kracht ‘Samen opkomen’, door Khenin (ondanks verzet binnen zijn eigen partij) en enkele medestanders, was een antwoord op de overwinning van Netanyahu en de sterke politieke reactie. Zoals een andere leider van ‘Samen opkomen’ en Hadash, Maysam Jaljuly, een Arabisch-Palestijnse vakbondsactivist, benadrukte, is een gezamenlijke Joods-Arabische strijd essentieel tegenover de nationale chauvinistische rechterzijde.

De voortrekkers van deze organisatie zijn beïnvloed door linkse referentiepunten uit de rest van de wereld, zoals Podemos in Spanje. Tegelijk benadrukken ze momenteel expliciet dat het gaat om een buitenparlementaire formatie waarbij Joodse en Arabische aanhangers van Hadash bijeengebracht worden, maar ook leden van gevestigde partijen zoals Meretz of zelfs van de rechtsere Arbeiderspartij. Op dit ogenblik gaat het om een kleine organisatie met enkele tientallen activisten.

Wij waren het eens met de sociaaldemocratische spreker van ‘Macht aan de Arbeiders’, Ami Vatury, die stelde dat een stap naar een electorale coalitie voorzichtig moet aangepakt worden. Het klopt dat hierbij rekening moet gehouden worden met het feit dat mensen doorgaans een lijst willen zien die een reële kans maakt om over de kiesdrempel te geraken.

We stellen geen ultralinkse avonturen voor die voorbijgaan aan de concrete omstandigheden en waarbij onredelijke verwachtingen worden gewekt die tot demoralisatie leiden, zoals jammer genoeg gesuggereerd werd door Khenin. We denken integendeel dat een goed voorbereide linkse electorale uitdaging een forum zou bieden aan de linkse ideeën die nu afwezig zijn, zou wijzen op de nodige stappen om vooruit te gaan en bovendien het potentieel zou hebben om voldoende kiezers te inspireren om de kiesdrempel te nemen.

We stelden dat Khenin, als de meest prominente linkse stem in het Israëlische parlement, zijn publiek profiel hiervoor moet gebruiken. Dat zou de beste kansen bieden voor een nieuwe Joods-Arabische linkse electorale alliantie gericht op een breed publiek van werkenden en jongeren van beide gemeenschappen. Een dergelijk initiatief zou minstens een deel van Hadash verenigen met andere linkse Joodse en Arabisch-Palestijnse activisten, in het bijzonder syndicalisten, delegees en andere sociale activisten.

Khenin verzette zich tegen dit standpunt, maar Vatury merkte op dat de concrete ‘infrastructuur’ bestaat om een dergelijke stap te zetten en zelfs indien de volgende verkiezingen te vroeg komen voor zo’n initiatief, moet de discussie verdergezet worden. Wij denken dat het niet te laat is om een nieuw links initiatief te lanceren als potentiële stap naar een brede Joods-Arabische linkse partij gericht op de werkenden en jongeren rond een socialistisch programma. Maar we verwelkomden het idee van verdere discussie en debat hierover.

Andere discussies

Er waren tal van andere interessante discussies, onder meer over socialisme en marxisme. Twee milieuactivisten die betrokken waren bij recente acties tegen een vervuilend gasplatform, vertelden over hun strijd in een discussie over kapitalisme en het milieu. Een asielzoeker nam deel aan de discussie over de lessen van de succesvolle beweging tegen deportaties eerder dit jaar.

De internationale sprekers – van de Zuid-Afrikaanse Workers’ and Socialist Party (WASP), het Amerikaanse Socialist Alternative, de Noord-Ierse Socialist Party en de Zweedse Socialistische Rechtvaardigheidspartij – leverden een belangrijke bijdrage met hun unieke ervaringen en ze versterkten het uitgesproken internationale karakter van de conferentie. Internationale solidariteit was een rode draad doorheen het weekend, ook als antwoord op de giftige rechterzijde die nu het politieke debat in de Israëlische samenleving domineert. Het weekend werd afgesloten met een bijdrage van Weizman Hamilton van de WASP.

Weizman sprak over de historische strijd tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, een strijd waarin hij een actieve rol speelde, de onvolledige revolutie en het groeiende potentieel voor de heropbouw van een onafhankelijke socialistische arbeidersbeweging. Twee dagen na de conferentie sprak Weizman ook op een meeting van de Socialistische Strijdbeweging en de vakbond ‘Macht aan de Arbeiders’ in Jeruzalem. De kleine zaal zat vol met meer dan 40 aanwezigen. Twee dagen later kwam een gelijkaardig aantal mensen naar een meeting in Haifa, met ook hier mensen van beide nationale gemeenschappen.

Verder nam Weizman deel aan een speciale politieke tournee in het bezette Hebron/Khalil, georganiseerd door Socialistische Strijdbeweging en ‘Breek de stilte’ – een Israëlische organisatie van voormalige strijdkrachten die zich tegen de bezetting verzetten. De meetings werden ook bijgewoond door Joods-Arabische studenten en eindigde met een ontmoeting met ene lokale Palestijnse organisatie, Jongeren tegen de Nederzettingen.

Het was een productieve en succesvolle week. Maar nadien was er geen rust. Samen met ‘All That’s Left’, een Amerikaans-Joodse organisatie tegen de bezetting, voerden we een internationale solidariteitscampagne tegen de vervolging en arrestatie van de Amerikaanse student Lara al-Qassem. Lara werd aanvankelijk de toegang tot het land ontzegd bij het begin van haar studies aan een Israëlische universiteit. De reden hiervoor was haar deelname aan acties tegen de bezetting en vermeende steun aan boycotacties. De solidariteitscampagne haalde een overwinning.

Tegelijk waren we betrokken bij solidariteitsacties met de strijd van de inwoners van Khan al-Ahmar, een Palestijns-Bedoeïenen dorp in de bezette Westelijke Jordaanoever, dat bedreigd is met onmiddellijke vernietiging om plaats te maken voor de uitbreiding van een koloniale nederzetting.

De discussies en de strijdbare sfeer op Socialisme 2018 waren belangrijk als voorbereiding op de enorme uitdagingen die voor ons liggen.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist