Deze zomer pakte de regering, die doorgaat met haar sociale afbraak, opnieuw uit naar de werklozen. Onder het mom van openstaande betrekkingen in knelpuntenberoepen, richt minister Kris Peeters (CD&V) zijn pijlen opnieuw naar de zwaksten door de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen te versnellen in het kader van de “jobdeal”. Die bevat 26 maatregelen om ‘‘werkzoekenden te activeren,’’ gaande van vrijstelling voor werklozen die zich oriënteren naar zogenaamde knelpuntenberoepen, d.w.z. openstaande betrekkingen, tot een hervorming van de uitkeringen.
Artikel door Simon (Luik)
Die houdt in dat een ontslagen werknemer de eerste zes maanden een hogere uitkering krijgt, die nadien sneller afneemt. Alsof een lagere uitkering het vinden van en job gemakkelijker maakt… Zonder een echte politiek van jobcreatie zal dat enkel meer armoede opleveren. Nu al bevindt 90% van de uitkeringen zich onder de armoedegrens. Het aantal personen geholpen door de OCMW’s is de voorbije vijf jaar met 27% gestegen. Net als andere organismen voor hulp aan de armsten, kreunen de OCMW’s nu al onder gebrek aan middelen.
De mythe van de “knelpuntenberoepen’’
In een opiniestuk (1) onder de titel ‘‘Knelpuntenberoepen… logisch’’ bekritiseert econoom Etienne De Callataÿ de argumentatie van de regering om haar nieuwe maatregelen te rechtvaardigen. Hij vestigt er de aandacht op, ook al lijkt dat paradoxaal, dat men niet op een simplistische manier het totaal aantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen (volgens hem 430.000, maar in werkelijkheid in mei jongstleden 490.000) en het aantal openstaande betrekkingen (140.000) mag vergelijken. Hij legt uit dat ‘‘de arbeidsmarkt niet vergelijkbaar is met een gewone goederen- of dienstenmarkt, en dat bijgevolg de behandeling van de tekorten niet gewoon een kwestie is van prijs of loon in dit geval. (…) Om verschillende redenen kunnen jobs moeilijk invulbaar zijn: slechte arbeidsvoorwaarden, een slecht imago, een werkgever die onwillig is om de vereiste vorming aan te bieden, discriminatie, moeilijke bereikbaarheid, een problematische verzoenbaarheid met het privéleven.’’
De zogenaamde knelpuntenberoepen zijn dat dikwijls enkel omdat de arbeidsvoorwaarden er bijzonder moeilijk zijn (wisselende uurroosters, precaire contracten en deeltijds). Dat is bijvoorbeeld het geval voor ‘huishoudhulp’, volgens de FOREM, de VDAB in Wallonië, een “kritieke” functie. De politiek van de regering komt erop neer om werklozen slechte arbeidsvoorwaarden te doen aanvaarden. Volgens een studie van het ABVV stellen werkgevers steeds meer eisen inzake ervaring, het bezit van een wagen,…
De Callataÿ gaat voort: ‘‘Er is een probleem met de logica als men onder het voorwendsel van het invullen van knelpuntenberoepen maatregelen neemt die er niets mee te maken hebben. Men kan wensen om het aandeel van de anciënniteit in de loonvorming te verminderen, maar hoe dat bijdraagt aan het invullen van vacatures is een raadsel.’’
Een snelle analyse volstaat om het probleem van de knelpuntenberoepen te ontmaskeren als bedrog en het beleid van de regering als een operatie van sociale dumping die de werklozen zal aanzetten om steeds slechtere arbeidsvoorwaarden te aanvaarden.
“Deze rechtse regering zal haar nefast beleid pas stoppen als ze geconfronteerd wordt met een consequente oppositie,” schreven we twee jaar geleden al. Dat wordt helaas opnieuw bevestigd. De regering is vastbesloten en vult dat aan met een ongekend cynisme.
Gebruikt de regering verkeerde argumenten? Dat is omdat ze soms argumenten nodig heeft, ook foute, om steeds brutaler de zwaksten aan te vallen en de rijksten in de watten te leggen. Een regering die geen minuut uittrekt voor maatregelen tegen fiscale ontwijking om de grote fortuinen bij te doen dragen…
De noodzakelijke gezamenlijke strijd van werknemers met of zonder werk
De werknemers zonder werk behoren tot diegenen met de zwakste uitrusting om de aanvallen die onze sociale klasse ondergaat te weerstaan. Enerzijds heeft de strategie van verdeel-en-heers van opeenvolgende regeringen de werklozen gestigmatiseerd, wat uiteraard een effect heeft op de steun die ze mogen verwachten van andere lagen van werknemers. Anderzijds wordt mobilisatie bemoeilijkt door de typische instabiliteit van het statuut van werkloze, het isolement ervan en het precaire bestaansniveau. Dat is een vaststelling die de vakbonden en de verenigingen ter verdediging van de werknemers zonder werk al lang maken.
De vakbeweging heeft haar kracht al dikwijls getoond, zeker toen ze eind 2014 de pas verkozen regering Michel op een haar na ten val bracht. Steunend op de vakbeweging zou de potentiële kracht die de werknemers zonder werk vertegenwoordigen overwinningen kunnen afdwingen en diegenen die armoede veroorzaken terecht kunnen wijzen.
Stop de jacht op werklozen! Wie aan een van ons raakt, raakt aan ons allemaal!
We moeten de werkloosheid bestrijden, niet de werklozen: voor een collectieve arbeidsduurvermindering naar 30u/week zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen.
(1) La Libre, 10 augustus 2018.