Na jaren van verwaarlozing is er nood aan massaal publiek investeringsplan

  • Ingestorte brug in Genua is in zelfde bedje ziek als onder meer de Brusselse tunnels: een chronisch gebrek aan investeringen en onderhoud als onderdeel van een besparingsbeleid.
  • Voor een massaal publiek investeringsplan op alle niveaus: gemeenten, regio’s, federaal. 
Kortenbergtunnel in Brussel. Foto: Wikimedia

De ingestorte brug in Italië is het resultaat van een gebrek aan investeringen en onderhoud. 25 jaar van besparingsbeleid leidt overal in Europa tot gelijkaardige situaties. Zo waren er de voorbije jaren bij ons problemen met de Brusselse tunnels, waterleidingen, insijpelend vocht in musea en andere publieke gebouwen, … Tot een ramp zoals in Genua kwam het gelukkig nog niet. Maar met het huidige beleid is dat slechts een kwestie van tijd.

De publieke investeringen in onder meer infrastructuur zijn de afgelopen 25 jaar fors gedaald. In 2016 stelde professor overheidsfinanciën Wim Moesen: “Een beschaafd land geeft drie procent van zijn bruto binnenlands product uit aan publieke investeringen.” België blijft daar al ongeveer 30 jaar onder. De afgelopen jaren waren alle publieke investeringen (dus van alle niveaus: van federaal tot de gemeente) goed voor 2 tot 2,5% van het BBP, waarbij bovendien het grootste deel van die ‘investeringen’ eigenlijk afschrijvingen waren en geen nieuwe investeringen. De netto publieke investeringen bedragen slechts een fractie van een procent van het BBP.

Zie deze grafiek uit Le Soir uit 2016

Om tot een niveau als in de jaren 1970 te komen, zou jaarlijks ongeveer 15 tot 20 miljard euro moeten geïnvesteerd worden. Alleen al om de chronische onderinvesteringen van de afgelopen 25 jaar te compenseren, is er nood aan een massalere investering. Een belangrijk deel van de publieke investeringen gebeurt op gemeentelijk niveau (tot 40% van de publieke investeringen): scholen, kinderopvang, buurt- en zorgcentra, weg- en fietsinfrastructuur, culturele centra, … Investeringen hierin blijven echter uit: bestaande diensten werden duurder en er kwamen er geen nieuwe bij. De afgelopen jaren zijn de publieke investeringen van Belgische gemeenten nogmaals met een kwart afgenomen: van 4 miljard euro in 2012 tot 3 miljard euro in 2017. Tussen 2012 en 2017 verdwenen 5.200 voltijdse equivalente jobs in de gemeenten. Dit betekent minder diensten en minder kwaliteit, naast heel wat problemen van stress en burn-out bij gemeentepersoneel dat er nog het beste van probeert te maken.

Het resultaat van het gebrek aan investeringen is voor iedereen zichtbaar: er waren de problemen met de Brusselse tunnels, maar ook met andere wegen, kanalen en spoorinfrastructuur. Op verschillende plaatsen in Brussel doken ‘zinkgaten’ op: grote verzakkingen in de weg als gevolg van lekken in de waterleidingen. Dat fenomeen is niet tot Brussel beperkt: per 100 liter drinkwater in Vlaanderen gaat 17,8 liter verloren door lekken. En wij onze tuin maar niet sproeien tijdens de hittegolf… Het waternet herstellen is niet aan de orde van de dag. “Economisch niet verantwoord” was het oordeel van AquaFlanders toen het cijfer van het verlies door lekken bekend raakte. Zowat alle diensten voor de bevolking – van de kinderopvang over de scholen tot de bejaardenzorg – kreunen onder de tekorten en worden deels uitbesteed aan de private sector die er enkel winsten wil maken. Nieuwe investeringen voor sociale huisvesting, kinderopvang, wijkcentra, … kwamen er amper bij. Dit liet de private sector toe om een grotere rol te spelen. Eén van de resultaten: de gemiddelde woningprijs in België is op 25 jaar tijd verviervoudigd!

Wij pleiten voor een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting, onderwijs, zorg, wegen, … Dat botst meteen op het besparingsbeleid waarmee de gemeenschap op droog zaad gezet wordt om de fiscale cadeaus aan de grote bedrijven te financieren (die deze cadeaus overigens amper productief investeren, ze worden liever doorgesluisd naar belastingparadijzen). Een massaal publiek investeringsplan op gemeentelijk, regionaal en federaal niveau botst op het financiële keurslijf. Zo’n plan is enkel mogelijk als we ingaan tegen de inhaligheid van de bankensector en de grote bedrijven. De volledige bankensector moet net als andere sleutelsectoren van de economie in publieke handen komen zodat werk kan gemaakt worden van de broodnodige investeringen gericht op de vele en toenemende behoeften van de gemeenschap. We zullen dit niet cadeau krijgen, het zal massastrijd vereisen. Laten we van elke gelegenheid gebruik maken om onze eisen offensief naar voor te brengen, te beginnen met de sociale strijd tegen de rechtse regering en de gemeenteraadsverkiezingen van oktober. Doe mee met LSP om een strijdbaar socialistisch alternatief naar voren te schuiven!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie