Principiële veroordeling van recht op protest: massale campagne nodig!

Het kwam als een verrassing: de rechtbank heeft Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt principieel veroordeeld wegens ‘kwaadwillige belemmering’ van de weg. Zijn ‘persoonlijk aandeel’ in dit ‘misdrijf’ bestaat uit zijn voorzitterschap van het Antwerpse ABVV en het feit dat hij aanspreekpunt voor de politie was. De tweede beklaagde, ABVV-militant Tom Devoght, werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de belemmering van de weg niet aangetoond was. Het principiële karakter van de uitspraak blijkt uit het feit dat geen straf wordt opgelegd, Bruno Verlaeckt wordt enkel veroordeeld tot betaling van de helft van de proceskosten.

Door Geert Cool

‘Kwaadwillige belemmering’ van de weg

De rechter oordeelde dat artikel 406 van het Strafwetboek over ‘kwaadwillige belemmering van de weg’ wel degelijk in het kader van vakbondsacties kan toegepast worden, ook al was dat bij de voorbereiding van het artikel destijds uitdrukkelijk uitgesloten. De rechter stelde dat er grenzen zijn aan de vrijheden van meningsuiting en betoging, maar ook aan het stakingsrecht. Meer bepaald werd zwaar getild aan het feit dat geen toestemming was gevraagd en de blokkade niet op voorhand was meegedeeld aan de politie. Dat is natuurlijk absurd: het recht op collectieve actie omvat ook niet-aangevraagd protest. Moeten we aan de overheden waartegen geprotesteerd wordt vragen of dit protest mag en welke vorm het mag aannemen?

Achteraf merkte Miranda Ulens van het ABVV terecht op dat deze redenering erg gevaarlijk is omdat elke vorm van protest tot een veroordeling kan leiden. Ze wees op de acties van ouders, leerkrachten en kinderen aan de scholen. Ook daar wordt een deel van de straat bezet. Als dit spontaan gebeurt, kan het volgens de rechtbank die Bruno Verlaeckt veroordeelde tot een straf leiden. De rechter stelde dat het opwerpen van een blokkade leidt tot files, wat steeds een “potentieel gevaarlijke omstandigheid” is. Waar blijft de veroordeling van de regeringen in ons land die met hun mobiliteitsbeleid de dagelijkse files op onder meer de Antwerpse en Brusselse ring organiseren?

De zaal was opnieuw te klein voor de vele aanwezigen die het recht op protest kwamen verdedigen.

ABVV-militant Tom Devoght werd vrijgesproken omdat zijn persoonlijk aandeel in de wegblokkade niet bewezen was. De rechter merkte op dat hij enkel verzet pleegde tegen het politie-optreden en slechts als ‘onruststoker’ kan gezien worden. Er waren volgens de rechter geen foto’s of camerabeelden waaruit een persoonlijke rol in de wegblokkade kan opgemaakt worden. Opmerkelijk: het persoonlijk aandeel van Bruno Verlaeckt in de blokkade werd volgens de rechter aangetoond door het feit dat de lokale ABVV-topman betrokken was bij voorbereidende vergaderingen en ter plaatse het aanspreekpunt was. Hij zou aangezet hebben tot de blokkade en deze georganiseerd hebben. Dit is een gevaarlijk precedent waarbij strafrechtelijke verantwoordelijkheid wel bijzonder breed wordt geïnterpreteerd. Oproepen tot een actie volstaat om als crimineel weggezet te worden. Stop de criminalisering van sociaal verzet!

Er zijn twee grote problemen met dit vonnis: (1) het toepassen van artikel 406 Strafwetboek waarbij belemmering van het verkeer tijdens een collectieve actie tot een veroordeling kan leiden en (2) het feit dat een verantwoordelijke functie uitoefenen en betrokken zijn bij de organisatie van een actie leidt tot een vorm van ‘objectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid.’ Na de uitspraak kondigde advocaat Jos Van der Velpen aan dat er tegen deze principiële uitspraak een principieel hoger beroep komt.

Doel: vakbondsverzet monddood maken

Het doel van het politie-optreden tegen de stakers op 24 juni 2016 was duidelijk: vakbondsprotest tegen het beleid van de rechtse regering de kop indrukken. Het proces dat volgde, was eveneens van politieke inslag. Het dossier bleef lange tijd liggen, maar werd uiteindelijk toch opgediept om tot een principiële rechtszaak te komen. Wie had daar belang bij? Uiteraard het politieke establishment en het rechtse Antwerpse bestuur van De Wever (N-VA) in de eerste plaats. Nu laat een rechtbank zich hiervoor lenen. De rechter erkende overigens dat de redelijke termijn werd overschreden, maar stelde dat dit in deze zaak de beklaagden niet benadeeld heeft.

De rechterzijde wil vakbonden die braaf “meedenken in de logica van het bezuinigingsbeleid,” merkte Bruno Verlaeckt na afloop van het proces op. Hij voegde eraan toe dat een aanval op het recht op protest al diegenen treft die door de vakbonden verdedigd worden: werkenden, uitkeringstrekkers, gepensioneerden, … Het monddood maken van vakbondsverzet, en dus van de vakbonden zelf, mag niet aanvaard worden.

Uiteraard is hoger beroep noodzakelijk. Dit moet gekoppeld worden aan een syndicale strategie van mobilisatie voor het recht op collectief protest. Bij de zittingen in hoger beroep kan gemobiliseerd worden, maar misschien kan het protest ook directer tegen de politieke architecten van de repressie en het bijhorend proces gericht worden: het Antwerps stadsbestuur en meer bepaald de N-VA.

Achteraf werd terecht opgemerkt dat het ABVV deze veroordeling en de inbreuken op het recht op protest niet aanvaardt. Om onze rechten af te dwingen, zullen we ze moeten gebruiken. Daarvoor kunnen we enkel op onze eigen krachten rekenen: mobilisatie en brede betrokkenheid in de opbouw van een krachtsverhouding waar het Hof van Beroep niet aan voorbij kan.


Stream Media bracht een live verslag van de reacties na het vonnis:

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie